Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Raad En Daad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Raad En Daad

10 minuten leestijd

Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, Middelharnis, met in de linkerbovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.

PIJPOLOGIE Ik spaar koppen van Goudse pijpen. Zojuist kreeg ik er een van een kennis, die grondwerk doet en er nogal wat vindt. Hierbij een tekening van de kop (niet van hem, maar van de pijp). Daarop staat H.D.H, vervolgens eenfrutseltje en daaronder 8 J. Wat betekent dit allemaal?

Antwoord: Wij zullen u eens degelijk invoeren in de pijpologie. Om te beginnen dient u een bezoek te brengen aan het museum „De Moriaan", Westhaven 29, tel. 01820 - 13800 in Gouda. De conservator kan u deugdelijk onderrichten. Hij zal u vertellen, dat na twee eeuwen van pijpenfabricage, vorig jaar de laatste pijpenbakker failliet is gegaan, zodat wat nu te koop is óf oude voorraad is óf invoer uit België en Frankrijk. Er is voorts een uitgebreide literatuur. Don Duko (Oude Veste 159-a, Leiden, 071-12 13 40) kan u er alles over vertellen. Hij schreef zelf „De Goudse pijpmakers - merktekens" (1975) en „Goudse Pijpen" (1978) die u zeker moet lezen. Ouder is „Goudse pijpen" van J. Goedewaagen en G. Helpers, dat uit 1942 stamt. Bekend is ook „Pijpologie" door J. Friedricht, uit 1976. Al deze werklen kunt u óf in het museum óf in een deugdelijke bibliotheek raadplegen. U leert daaruit, (en nu komen wij op uw vraag terug), dat de diameter van de pijpekop een hulpmiddel is om de kop te dagtekenen. Want, om een voorbeeld te noemen, rond 1105 was de tabak bar duur en dus maakte men de koppen klein. Later werd de toeback wat goedkoper en maakte men ze weer groter. Wat H.D.H, op uw kop betekent staat niet vast. Stellig zijn het de initialen van de maker, die een eerwaardig lid van het dito pijpmakersgilde is geweest. Maar na 's mans verscheiden (wellicht verhaast door het vele toeback suyghen) nam de erfgenaam gemakshalve initialen en verdere figuratie over. Dus ook het frutseltje onder 's mans initialen zegt niet zoveel. Tenslotte vergist u zich lelijk, want er staat niet 8 J op uw kop (pijpekop bedoelen wij) maar 8 plus nog een ander cijfer. Met een loep of bril zult u daar wel achter komen. En dat is het nummer uit de reeks die de 18e-eeuwse maker van uw pijp voerde. Om kort te gaan: na telefonische afspraak ziet men u gaarne in Gouda verschijnen met al uw opgedolven pijpekoppen. En indien u een paar eilanden zuidelijker woonde, zou u groot gemak hebben van uw pijpen bij de koop en verkoop van onroerend goed. Maar dat is een doordenkertje voor de doorrokers.

CiMBIPIUM Mijn Cymbidium gareth staat in volle bloei. Hoe moet ik haar verder verzorgen?

Antwoord: U zult wel een van de miniatuurhybriden hebben, want de homzygote vorm kan 150 cm hoog worden. De bloeitijd duurt 50 tot 60 dagen en valt tussen december en juni. Wanneer in juni a.s. de bloei uitvalt is dat geheel normaal. U geeft dan minder water en laat de plant terug gaan maar niet afsterven. Begin oktober verpot u de plant en u geeft weer wat meer water. Omdat de plant heel goed lage temperaturen kan verdragen mag u haar ook buiten zetten in de zomer.

Onder een stel rietenmandjes met wol ontdekte ik vele tientallen maden. De onderkant van de mandjes was al aangevreten en nu zitten ze ook in de vloerbedekking. Hoe kan dat?

Antwoord: Wat u opzond waren geen maden, maar doodgewone larQes van de klerenmot! Die zullen wel in de wol gezeten hebben. Deze larges zijn een van de zeer zeldzame insecten die keratine en wol kunnen eten en verteren. Ze tasten dus wol, veren enz. maar ook kleren, beddegoed, vloerbedekking enz. aan. Als het zo erg is als u schrijft moet u een schoonmaakbedrijf inschakelen en uw hele huis laten ontsmetten. Dan bent u er van af. U kunt nu wel zélf gaan spuiten (wat bij al te veel herhalikng niet zo gezond is) en uw kleren elke dag even flink bewegen (dan sterft de larve) maar u zult er toch wel erg lang mee blijven zitten. Hier is echt werk voor de vakman!

KAUWGOM-GCNOT Hoe krijg ik andermans kauwgomresten van mijn stenen stoep?

Antwoord: De daarvoor gebruikte rubber lost redelijk goed op in aceton en u kunt dus met een klein flesje en een penseel heel wat van die kleefrommel weghalen. Maar pas op: aceton is niet alleen prijzig, het is ook brandbaar èn u mag er niet teveel van opsnuiven! Laat dus eerst wat kokend heet water op die viezigheid druppen, zodat het zacht wordt. Dan kunt u het meeste wel met een plamuurmes of schraper wegkrabben. Dan hoeft u alleen nog maar de restjes met aceton weg te penselen.

SKU-SESLAG Is er een middeltje tegen het beslaan van brilleglazen?

Antwoord: Ja, veel opticiens verkopen een anti-condens vloeistof

VAKANTIEWtRK Midden in m 'n vakantie word ik 16 jaar. Moet ik nu tot die verjaardag wachten voor ik vakantiewerk mag doen, of kan het die maand al?

Antwoord: Het mocht al sinds je vorige verjaardag.

DOORGetOPCN PCJiS Doordat de slang van m'n wasmachine losschoot kwam er water door het plafond van de zitkamer en zijn de kleuren van m'n perzische tapijt doorgelopen. Wat moet ik met zo'n vloerkleed aan?

Antwoord: Uw perzische kleed is, blijkens uw brief, gemaakt van wol die met aniline is geverfd. Dat betekent, dat de kleurstof in water oplosbaar is en na deze waterschade is daar weinig meer aan te doen. Wassen is helemaal uitgesloten, stomen verwijdert maar zeer ten dele de uitgelopen kleuren en kan geen figuren terugtoveren in het kleed. Een andere behandeling, waarbij bijv. alleen de doorgelopen kleuren worden verwijderd en andere intact blijven, is ons niet bekend. Betreft het een een klein plekje, dan kan men het patroon weer opnieuw inkleuren met textielverf en eenfijnpenseeltje. Bij u wordt dat wel monnikenwerk, gezien de grote natte plek, maar het is de enige oplossing.

PU UU HERSCNWCttK Sinds ik op aanraden van een bevriende arts lécithinegebruik om de hersens weer beter te doen functioneren i.v.m. geheugenzwakte en duizeligheid, verbeeld ik mij dat ik dikker word. Kan dat aan dat middeltje liggen? Verder ben ik even matig als vroeger.

Antwoord: Nee, bij gebruik van pure lécithine, bijv. de korrels die 98% lécithine, kan er geen sprake zijn van gewichtstoename. Maar.... er zijn helaas mindere kwaliteit produkten in de handel met minder sterk geconcentreerde lécithine. Dat betekent dan, dat er nog andere bestanddelen van de sojaboon in verwerkt zijn en daar bevinden zich wel eens vet en/of eiwithoudende stoffen bij, die u dan dagelijks extra joules (k.calorieën) bezorgen, vooral als u er veel van neemt om aan de juiste dosering lécithine te komen. U moet dus bij drogisterij of kruidenzaak dan wel apotheek vragen naar pure lécithine met een concentratie van 98%. Als u korrels kiest, hebt u per dag slechts enkele theelepeltjes nodig en daar kunt u dus beslist niet zwaarder van worden. Neem geen capsules, want daarin bevinden zich slechts enkele druppels en dan krijgt u te weinig waar voor uw geld. En denk niet: „Nu mijn bloedvaten er beter schoon mee worden gehouden, hoef ik niet zo voorzichtig meer te zijn met de cholesterol...." want dan eet u weer eens iets dat u vroeger niet zo vaak durfde nemen.

VLOCKSEDEKKING IAAT LOS Onze wollen vloerbedekking laat op verscheidene plaatsen in de kamer los. Ik kan ze bij bosjes langs de plinten uittrekken. Elders zit het wél goed vast. Hoe komt dat?

Antwoord: Dat zit hem in de lijm die gebruikt is voor het hechten van de wol. Er zijn geen insecten of schimmels in het spel; wij konden ze althans niet ontdekken! Wel is er vocht in het spel geweest en die heeft de lijm aangetast. Na het opdrogen is de lijm zo brokkelig geworden, dat ze als stof uiteen ging vallen. U ziet dat duidelijk als u een stukje vloerbedekking in uw handen wrijft boven een stuk wit papier. Het regent dan fijn stof. De fout zit dus in de soort vloerbedekking. U kunt proberen of de leverancier zich hiervoor aansprakelijk stelt en reparatie van een strook vloerbedekking eisen. Als het tapijt er echter al vele jaren ligt, wordt dit een hachelijke zaak. En ook als het er nog maar enkele jaren ligt zijn leveranciers niet zo vlot met schadeloos stellen. U zult een ander soort vloerbedekking moeten nemen.

OUD UNIFORM Hierbij een stel kleurenfoto 's van een uniform met distinctieven. Wat is het? Is er iemand die er wat aan heeft?

Antwoord: Het is een oude uniform van het korps Grenadiers en Jagers van vóór de oorlog. U kunt het aanbieden aan het Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum. Korte Geer 1, Delft, tel. 015 - 13 11 61. Het zal u er stellig dankbaar voor zijn, want het klofle ziet er nog goed uit.

HET VINDRECHTEen jongen vond f 25,en gaf dat aan bij de politie. Als nu de eigenaar op komt dagen, is die dan verplicht een bepaald percentage van het bedrag aan de vinder uit te keren als vindersloon?

Antwoord: Volstrekt niet. Hij kan het gevondene in ontvangst nemen en daarmee is de kous af Maar dat zou toch wel bijzonder onbeleefd en ondankbaar zijn! Het vindrecht wordt in ons land geregeld door het BW (Burgerlijk Wetboek). Dat zegt: de vinder mag het gevondene zich niet toeëigenen. Dat zou diefstal of verduistering zijn. Hij moet trachten de eigenaar te vinden. Dat kan door aangifte bij de politie. Komt de eigenaar na drie jaar niet opdagen, dan wordt de vinder eigenaar. Evenwel mag u schatten, waarvan de eigenaar al lang is overleden en die u vindt in of op uw eigen grond, meteen in bezit nemen. Vindt u ze op andermans grond dan moet u de schat met de eigenaar delen. Er zijn natuurlijk schatjes die u nooit met een ander moet delen, maar da' s wat anders.

OPGHOEIENPE STENEN Als ik m'n tuintje omspit, lijkt het wel eens of er alsmaar stenen ingroeien. Hoe komt het, dat die steeds naar boven komen?

Antwoord: Er zijn streken, waar men wérkelijk geloofde dat sommige stenen in de grond groeien, dus groter worden en dan als planten boven de grond komen. Dat komt doordat er door glooiing en door de bewerking altijd enige erosie optreedt, vooral op tuingrond en bouwland. Zand, klei, loss en humus waaien of spoelen weg en de zwaardere stenen blijven liggen. Op de duur komen ze gedeeltelijk bloot en dus „naar boven". Daarentegen zal een zware zwerfkei in stabiele, niet beroerde zandgrond er over duizend jaar nog precies zo liggen zoals hij nu ligt. Het inklinken van veen is niet van invloed, omdat een steen in zachte grond sneller daalt dan de omringende aarde. Bij tuingrond is van invloed, dat er zo vaak gespit wordt. Dan wordt een hele kluit gekeerd. U ziet dan wel de stukjes die zich in het snijvlak bevinden, maar (nog) niet wat er binnen in die klomp aarde verborgen is. Dat komt u dan 't volgend jaar weer tegen. Ook kunnen er stukjes ruwe baksteen zijn aangekoekt met teeltaarde. U ziet ze dan niet, totdat u er met de schop op stoot, of wanneer ze schoongewassen zijn door de regen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Met Raad En Daad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's