Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Taalpraatje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalpraatje

4 minuten leestijd

BEEN

We hebben het in de Taaipraatjes al eens gehad over het verschijnsel, dat woorden in onze taal in de loop der jaren van betekenis kunnen veranderen. Zo was een maarschalk vroeger een stalknecht en later iemand met de hoogste militaire rang en een kastelein aanvankelijk de hoogste dienaar van een kasteelheer enthans een waard of iemand die dranken verstrekt.

Zo betekende het werkwoord vrijen onder meer lief doen tegen elkaar of met een romantisch woord minnekozen. Thans wordt vrijen bij uitbreiding meestal gebezigd in de betekenis van de meest intieme, lichamelijke omgang. Oudtijds noemde men die vertrouwelijke omgang: „binnens beens spelen". Een overspeler hield zich niet aan de regel en „speelde buitensbeens". Daarvan is de benaming een buitenbeentje afkomstig, dat ook wordt aangeduid met de nare naam „een onecht kind" of buitenechtelijk kind. Dat kan immers best een echt leuk kind zijn. De volksuitdrukking „over de benen

De volksuitdrukking „over de benen zijn" betekende: bankroet zijn. Ook: met de benen omhoog liggen. De bekende zegswijze: „Een blok (vroe

De bekende zegswijze: „Een blok (vroeger ook een boei) aan het been hebben" wil letterlijk zeggen: belemmerd worden in zijn bewegingen. Meestal in figuurlijke zin. „Zijn slechte verleden was nog altijd een blok aan zijn been". De uitdrukking is afkomstig uit het gevangenisleven. Vroeger kregen de misdadigers om ontvluchten te voorkomen een zware ketting met een ijzeren bal (of blok) aan het been. Vervolgens anderen kreeg een paard, dat niet in de wei wou blijven, een blok aan het been gebonden. Volgens de overlevering zelfs van toepassing in oude mannenhuizen. Mannen die zich niet aan de regels van het huis hielden, zich niet netjes gedroegen of wegliepen, kregen letterlijk een blok aan het been. Een onmenselijke behandeling. Zo'n blok is in sommige musea, o.a. in Zaandam, nog te zien. Jeugd wordt vereenzelvigd met Jonge benen. „Je kunt dat best even voor me doen, je hebt nog jonge benen". Een aansporing die lang niet altijd in dank wordt afgenomen. „Hij loopt of hij glazen benen heeft".

Daarmee duidde men overdreven voorzichtigheid aan. Een enkele maal ook gebezigd van iemand die dronken was. Van het breken van een been zijn de oude zegswijzen afgeleid: „Beter nog een been

zegswijzen afgeleid: „Beter nog een been gebroken als het is den hals gekroken". Kroken is afkomstig van krenken, in de betekenis van nadeel berokkenen, breken. „De leughen en heeft maar één been, zoo dat haer breect. zoo heeft ze gheen". Vergelijk: Je hebt geen been om op te staan. Dat betekent, die bewering kun je niet bewijzen.

De uitdrukking „geen been aan de grond krijgen" wil zeggen dat men het moet afleggen en de strijd verliest. Oorspronkelijk ontleend aan het worstelen.

„Daar zijn geen benen aan gebroken" betekent daar is niets aan bedorven.

Bekend zijn spreekwoorden „met het verkeerde been uit bed stappen", voor slecht gehumeurd zijn, en „op twee benen hinken". Geen keus kunnen maken, twee tegenstrijdige zaken willen verenigen.

Tegenwoordig zegt men daarover: op twee gedachten hinken.

„Op één been kan men niet lopen" houdt een aanmoediging in. Gezegd tot iemand, die een glas heeft gedronken en wie men graag een tweede borrel wil inschenken.

De grappige uitdmkking: „zijn benen onder de arm nemen" wil zeggen: zich te voet ergens heen begeven. Vergelijk: de benenwagen nemen.

„Wie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebmiken". Als men iets heeft vergeten, moet men terug om het te halen. Dit wordt vaak gezegd door ouders tegen hun vergeetachtige kinderen.

De zegswijze „iemand bij het been krijgen" is verouderd en betekent zoveel als: iemand te pakken nemen. Bij uitbreiding werd ook wel gezegd: iemand bij het linker been nemen.

Oudtijds betekende de uitdmkking „iets aan zijn been binden" zich er niet dmk over maken, zich ergens niets van aantrekken, langzamerhand kwam daarvoor in de plaats: iets aan zijn laars lappen. Bekend is de zegswijze „met de staart tussen de benen afdmipen". Beschaamd weggaan, zoals een hond die slaag of een berisping heeft gehad.

Een andere betekenis van been is bot. Duidelijker komt dit tot uitdmkking in het meervoud. De ledematen zijn de benen, de botten de beenderen. „Hij heeft liever het vlees dan de benen". Figuurlijk: de voordeligste partij kiezen.

„Het been van iemand afknagen" betekende vroeger: zich met andermans zaken bemoeien.

„Dat is een afgekloven been" geeft aan dat de zaak is afgedaan. Vergelijk: oude koeien uit de sloot halen. Bij uitbreiding van toepassing op een meisje dat veel vrijers heeft gehad. Vergelijk: een afgelikte boterham.

(Nadruk verboden)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Taalpraatje

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's