Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Den Bommel (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Den Bommel (I)

Uit de Historie

12 minuten leestijd

Naamsoorsprong van Den Bommel

„Inden uitgift van 9 april 1526 wordt deze gors genaamd: „Den Bommel kijkt uit den zwarten hoek".

Volgens Kiliaan,.... betekent Bommeler, Bommelnecker, een zeegod, een zeespook.

Wellicht dat deze gors, die door een grote tussenruimte van de overige was afgescheiden, deze naam wegens haar eenzame ligging bekomen heeft". (Boers). J. A. Bestman zegt:

„Omdat het gors Den Bommel wat afgelegen was, deden er over dit gors nog al wat griezelverhalen de ronde. Daaraan zal het zijn naam wel te danken hebben. Bommeler of Bommenecker zijn twee namen voor zeegod of zeespook".

Dr. J. de Vries, in z'n Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse Plaatsnamen zegt:

„Bommel, den, Ned. Zuid-Holland, zal wel betekenen boom-lo".

En bij Zalt-Bommel schrijft hij: oude namen zijn: 850 Bomala, in de 1 Ode eeuw inBomulo. 999Bomele, 1061 Bomlo,dus samengesteld uit boom en lo".

Ter onderscheiding van Maasbommel werd er later het woord Zaltbommel aan toegevoegd: een herinnering aan de middeleeuwse zouthandel?" Het woorddeel lo betekent volgens Dr. J.

Het woorddeel lo betekent volgens Dr. J. de Vries: Etymo-logisch Woordenboek: („Waar komen onze woorden en plaatsnamen vandaan" staat op dit boek. Etymologie = woordafleidioinde) een bos met laag geboomte, waarin stukken open weidegrond liggen, moerasbos, weide, waterloop.

Ik acht het zeer goed mogelijk dat B ommel betekent een moerassig weidegebied, met bomen.

De samenstelling Boomlo lijkt wel wat op: Boomvliet = een waterloop met bomen er langs en misschien ook het gebied langs die vliet. Boomlo = weidegrond met bomen er op.

We hoeven dan aan niets spookachtigs te denken.

Opmerking:

Het Woordenboek der plaatsnamen vermeld Hondsloo in het Haringvliet en valt dan loo op als buitendijks water, kil, kreek, waterloop.

En van der Waal spreekt in het hoofdstuk Den Bommel, van die Hondsloe, en al langes die selve Hondsloe. Uit de F lakkeese Almanak deze fotocopie:

„De gemeente Den Bommel maakt een gedeelte uit van de Ambachtsheerlijkheid St. Adolfsland, waartoe ook de Gemeente Ooltgensplaat behoort. Onder Den Bommel behoren de gehuchten de Zuidzijde en de Kranendijk. Tot het jaar 1812 behoorden de inwoners van Den Bommel burgerlijk bij Ooltgensplaat; de heer Anthony van Weel bewerkte, dat een scheiding tot stand kwam; kerkelijk hebben de twee dorpen samen geleefd tot 1647". (Van der Waal).

Adolfsland

Over Adolfsland. J. A. Bestman schrijft dat sommigen bij Adolfsland wijzen op Adolf van Cleve, die het Oudeland van Ooltgensplaat in 1483 uitgaf ter bedijking. Anderen leiden de naam af van Odulfus, de heilige waaraan de kerk gewijd is. Het oudste register der weeskamer spreekt van „Weezenboek in Sainct Odulphuslandt genoempt Oeltgensplate.

Verder zegt hij dat het rechtsgebied van Adolfsland naast de dorpen Ooltgensplaat en Den Bommel, de navolgende buurten en gehuchten zoals: Achthuizen, de Langstraat, de Zuidzijde, Kranendijk en de Galathese Sluis heeft.

De Gemeente Den Bommel

„De gemeente Den Bommel bestaat, sedert de burgerlijke scheiding van Ooltgensplaat in het jaar 1812, uit de polders: Den Bommel, de Tille, den Uitslag, den Molenpolder, den Groten Blok, den Nieuwen Blok, den Krammerpolder en een gedeelte van den Aima Wilhelminapolder". (Boers).

Opmerking:

Bij het woord Til staat in Dr. J. de Vries' Etymologisch Woordenboek:

is een fries woord tille, duiventil of bruggetje.... Het is dus eigenlijk een plank, die gebruikt werd om over een sloot te leggen, maar ook als zitplaats voor duiven. En in 't Woordenboek der plaatsnamen:

En in 't Woordenboek der plaatsnamen: til is de naam voor een brug met los dek, dat er afgetild kan worden, een fries woord, vj. plaatsnamen al Ezumatil, Fraamtil. Is het mogelijk, dat er van Den Bommel

Is het mogelijk, dat er van Den Bommel naar het gors ten zuidwesten er van een brug werd gelegd, een tille, en dat dit gors de Tille werd genoemd? (De polder van de Tille werd in 1515 ter bedijking uitgegeven. V.d. Waal).

In het boek van Van der Waal en Vervoorn lezen we op pag. 431:

„De Tille werd in 1515 bedijkt, naar beweerd wordt. Is dit zo, dan zou men uit de ligging der dijken kunnen besluiten, dat de polder Den Bommel reeds vroeg bedijkt was, zodat de polder De Tille de aansluiting was van Den Bommel aan de Oude Tonge, en aan het overige toen bedijkte gedeelte van Westelijk Flakkee, en daardoor ook al de vroegere geheel van elkander gescheiden gorzen tot eén eiland werden gemaakt".

We zouden nu zeggen: De Tille zou dan wel echt een brugfunktie hebben vervuld.

De naam Grote- en Nieuwe B lok noopten me om opnieuw Dr. J. de Vries te raadplegen.

Hij zegt, dat we blok kunnen opvatten als een door een greppel of omheining afgesloten akker, weiland. (Blokland betekent volgens hem „een aan alle zijden ingesloten stuk land, zonder toepad of uitweg").

Over Uitslag vond ik in het Woordenboek der Zeeuwse dialecten: d'n uutslag aan de zee prijs gegeven land. Aant. bekend als eigennaam van verschillende polders op Goeree-Overflakkee, die zijn prijs gegeven en daarna weer ingedijkt. Volgens inz. Zr. wordt op Schouwen en Duiveland de naam uutslag ook gegeven aan laag weiland aan de binnenkant van de dijken. Hier citeer ik tenslotte dhr. A. J. Kruider: Den Bommel

Den Bommel

behoort onder de Amb. Heerlijkheid St. Adelfsland, waarvan de stichting dagtekent 17 september 1481. Anna van Bourgondie nam in 1477 in erfleen van Maria, Hertoging van Bourgondie de gorzen: Galathee, Ooltgensplate, Vloijil, en Den Bommel. De polder Den Bommel werd in 1526 door de Heer van Ravestein ter bedijking uitgegeven, voordien was het van een zomerkade voorzien, maar deze bood niet voldoende bescherming, want in 1477 vloide de gehele polder in, waarbij veel huizen gerumeerd werden. Dit herhaalde zich in 1511 en 1672-1673.

1530 vloeide de polder nog eens in en in 1673 moest de dijk binnenwaards gelegd worden waarbij 85 ha verloren ging. De Krammer, Molen- en Anna-Wilhelminapolder werden bedijkt, resp. 1694, 1614 en 1806. Van inundatie hebben deze polders niet geleden, alleen werd de laatste bij de storm van 1897 zeer bedreigd, maar kon gelukkig voor deze ramp worden bewaard. De Groote-Blok werd in 1600 bedijkt, gelijk met de Magdalena-polder onder Oude Tonge.

De Nieuwe Blok tegelijk met de Heerenpolder in 1523. De Tille is behandeld onder Oude Tonge.

Hij schreef dit denkelijk in Opbouw.

Aantekeningen:

1) In „Trouw/Kwartet", vrijdag 22

Zuidzijde

Van der Waal en Vervoorn schrijven: (1895): „Op blz. 432 schreven we reeds, dat

„Op blz. 432 schreven we reeds, dat onder Den Bommel twee gehuchten liggen, waarvan echter de Zuidzijde het minst klein is. Het is gelegen bij den hoek van den Bommelschen en Tilschen dijk. Waren we de richting van den weg gevolgd, en dus den molen niet gepasseerd, dan zouden we er gekomen zijn; voorbij de afgebroken bouwhoeve van den landbouwer A. Rosmolen, welke hoeve eene andere naast zich ziet opgebouwd. Het gehucht heeft gewone landelijke huisjes, en ook eene School, die gesticht is in 1884 en in gebruik genomen op 1 maart 1885. Daar is ook eene herberg, die het weidsche opschrift draagt van „Prins van Oranje". Of die doorluchte naam niet wat van zijnen stralenkrans verliest, nu hij op een uithangbord van een herberg staat geschilderd, laten we ter overdenking aan den lezer over. Wij gelooven, dat het voor ieder burger in dit exceptioneele geval nuttig en goed is niet al te vaak op audiëntie te gaan, want wie „de Prins gesproken heeft" is voor allen arbeid ongeschikt, voor alle werk onbekwaam". Over eventuele veranderingen in „Susieje" lichte men me s.v.p. in. 'k Vond in 1974 deze foto in E.N.:

'k Vond in 1974 deze foto in E.N.:

maart 1974 staat op een kaart boven Den Bommel:

Bommel: Eindelijk heeft OllieB. Bommel (van Tom Poes) dan een eigen standbeeld gekregen, zet uw kind daar op de foto. Op zaterdag 4 april 1964 werd het onthuld (E.N.).

2) Uit E.N. 30 december 1964:

E.N., 16 maart 1982 meldde:

„Den Bommel heeft Oeltgen in hout. Na Ooltgensplaat, waar Oeltgen in plaatstaal is verbeeld, heeft ook Den Bommel een gedenkteken aan deze historische figuur aan wie — 500 jaar geleden — de stichting van Sint Adolfsland is toegedacht. Het Bommelse gedenkteken werd zaterdagmiddag onthuld in de nieuwe zaal van het Verenigingsgebouw aan een van de wanden waaraan het een plaats heeft gekregen. De wandplaquette, 85 cm hoog en 70 breed, is door dhr. M. Kievit uit Sommelsdijk gesneden en gegutst uit verfijnd lindehout. Dhr. Kievit deed dit uit liefhebberij en dientengevolge „om niet".

Emigratie Van Emigratie uit Den Bommel weet ik slechts een geval.

In 1983 ontmoetten we dhr. Kieviet, wiens vader uit Den Bommel was geëmigreerd.

Kerkelijk leven

Uit: Van der Waal en Vervoorn. Dit boek vertelt:

De kerk bezit één huis en 15 H.A. bouwland. Daarenboven geniet zij jaarlijks uit de opbrengst van de nagelaten goederen, bestaande in landerijen, van wijlen den Heer P. Bigge, zeker aandeel, door dezen aan de N. Herv. Kerk bij testamentaire beschikking van 23 Januari 1721 vermaakt.

Het zilver, dat bij de viering van het H. Avondmaal wordt gebezigd, is een geschenk van Cijtje Kaas in 1716. Opm.: Over P. Bigge, mogelijk meer bij Ooltgensplaat.

Ds. G. v.d. Zee schreef, in z'n: „Kerkgeschiedenis van Goeree en Overflakkee, na z'n overlijden in „De Zaaier, opgenomen over Den Bommel: (zie nummer van 10 augustus 1971):

DEN BOMMEL

Hoewel dit dorp buiten de periode van ons bestek valt, willen wij toch met een enkel woord melding maken van het ontstaan der kerk.

Volgens de traditie zou er aan de kop van de Voorstraat oostzijde, dus op de hoek van de dijk, oudtijds een rooms kapelletje hebben gestaan.

Het dorp ressorteerde onder Ooltgensplaat en vormde daarmede St. Adolfsland. In 1639 gingen er stemmen op ter klassikale vergadering te Nieuwe Tonge om zelfstandig te mogen worden, waartoe dan ook besloten werd met gevolg, dat Ds. Abraham Stamperius van Sommelsdijk de eerste predikant werd. Dan volgt in 1646 de voor deze gemeente belangrijke periode van ds. C. W. van der Poel van 1646 tot 1651, in welke tijd het tegenwoordige kerkgebouw werd gesticht. Daar het archief reeds tweemaal door mij is gepubliceerd en er gebonden exemplaren aanwezig zijn in het archief van de kerk, kunnen en moeten wij volstaan met de tekst van de Gedenksteen naast de kansel ingemetseld.

Ter Dankbare Nagedachtenis aan

Ds. Cornelius Willemse van der Poel, die den eerste steen van dit kerkgebouw heeft gelegd op maandag 18 maart 1647 en dit kerkgebouw heeft ingewijd met de viering van des Heeren Heilig Avondmaal op woensdag 6 november 1647.

Hij heeft in de vreeze des Heeren voor den bouw zich ontzaglijke moeiten getroost en was aan deze gemeente verbonden van 26 juni 1646 tot zijn overlijden op 6 maart 1651.

:|c s|i *

Deze steen is een geschenk van den Ambachtsheer van St. Adolfsland, den Weledelgeboren Heer C. Goekoop, die hem onthulde in de samenkomst der gemeente op 6 november 1928.

„De Zaaier" van 9 mei 1953, bevat een gedeelte van de historische rede, uitgesproken de 6e november 1928 ter gelegenheid van de plaatsing van de gedenksteen. Ik neem dit deel over: Deze predikant was als zodanig werk

Deze predikant was als zodanig werkzaam geweest in West Indië, te Frederikstad in Paraiba. Daar deze plaats in 1645 voor ons verloren ging, kwam hij wederom in het vaderland, vestigde zich te Gorkum, even. stelde zich beroepbaar, ontving van onze t. gemeente het beroep, toonde de 26 Junie op de Classis te Ouddorp, daar hij de Classis onbekend was, zijne getuigschriften, welke „seer loflich" waren, en werd door Ds. Schapenberg van Dirksland aan onze gemeente verbonden den 26 Juli 1646.

Des Maandags ging de predikant met den kerkeraad scheep, om vrouw en kinderen uit Gorkum te halen, welke hier allen des Donderdags arriveerden.

Zo was er dus weer een predikant, doch geen geschikt kerkgebouw, noch minder een woonhuis. Daar de gemeente zeer klein was, en hoe

Daar de gemeente zeer klein was, en hoegenaamd gene bezittingen had, ging Ds. van der Poel er toe over om op eigen kosten een pastorie te bouwen, terwijl de kerkeraad besloot dit huis langzamerhand over te zullen nemen.

Het blijkt ons later, dat dit huis ƒ 970,— gekost heeft, waarvoor Ds. van der Poel ƒ 800,— vergoeding kreeg van de Staten. Al dra openbaarde deze predikant zijn ijver en stelde zich het bouwen van een kerk tot ideaal. De notulen van 24 augustus 1646 luiden

De notulen van 24 augustus 1646 luiden te dezen opzichte aldus:

„Van Ds. van der Poel voorgestelt ende met verscheyden Bewechreden Bevestich hoe nodich dat tot Pleginge des H. godsdienst was een geheyligde ofte afgesonderde Plaets, op dat den H. godt met meerde Bequaemheyt ende Respeck mocht gedient worden. Daerbeneffens dat hij wel genegen was

Daerbeneffens dat hij wel genegen was soo bij de Ed. grootmogende Heeren staten van HoUant ende West Vriesland subsidie daertoe te versoecken als mede doort gansche lant soo bij magistraeten als kercken, opdat dat werck ten gewenschten eynde mocht werden voltrocken". Hij wendde zich voorts tot de Classis, die

Hij wendde zich voorts tot de Classis, die hem een „Acte van voorschrijven" gaf. Dit was een soort volmacht of toegangsbewijs tot alle kerkeraden en magistraten om te koUekteren.

Verder stelde de kerkeraad één koUektezakje in voor de Diaconie. Behalve de ondersteuning der armen en het Schoolmeesterstractement werd hieruit ook mede bestreden de kosten van de kerkbouw.

Maar ook de Heer van St. Adophsland bevorderde deze zaak krachtig, door zijne toezegging van steun.

Hij deed dit op verschillende wijze. Ten eerste bewerkte hij bij de Staten, dat

Ten eerste bewerkte hij bij de Staten, dat er ene belasting van driejaren werd gelegd van ƒ 0,50 per gemet per jaar op de polders Den Bommel, Tille, Uitslag en Molenpolder, en daar hij zelf hier veel gebied had, was zijne belasting-bijdrage niet gering.

Deze belasting heette „Schot". Ten tweede gaf hij geld voor een raam in

Ten tweede gaf hij geld voor een raam in de te bouwen kerk.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Den Bommel (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1985

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's