Grassenfamilie
Tarwe is een grassoort, maar vanwege de grote voedingswaarde is tarwe een wel heel bijzonder nuttige vertegenwoordiger van de grassen te noemen.
Tarwe is daardoor een veel verbouwd gewas geworden. Rijst is overigens het meest verbreide voedingsgewas ter wereld! Tarwe, rijst, gerst, haver, rogge en maïs behoren alle tot de uitgebreide grassenfamilie. Dat komt door de overeenkomstige vorm van de plant en dito bloeiwijze. Vooral aan de vorm van de aren kunnen de familiekenmerken gemakkelijk worden afgeleid.
Vergelijk eens een aar van het kweekgras met een tarweaar en u zult de overeenkomst in vorm of tekening duidelijk kunnen zien. Vergelijk dan ook eens een aar van de zeegerst, of van het meer bekende kruipertje, met een gersteaar, Kweekgras treft men aan langs slootkanten en aan de rand van landbouwpercelen,
Zeegerst vindt u voornamelijk aan de gorsdijken en het kruipertje treft men aan langs wegen en vaak ook langs landbouwschuren, Tarweteelt
Tarweteelt
De primitieve volken ervoeren al heel vroeg in de geschiedenis dat de korrels (zaden) van graansoorten een hoge voedingswaarde bevatten en dat men er een voorraad van kon aanleggen. Dat was met het oog op de voedselvoorziening enorm belangrijk. De vrucht of graankorrel bevat slechts één zaad, waarvan de zaadhuid met de vruchtwand is vergroeid (denk maar aan zemelen). Ver in de oudheid is dan ook al sprake
Ver in de oudheid is dan ook al sprake geweest van graanteelt. Aanvankelijk teelde men granen die uit de vrije natuur afkomstig waren. Uit het wild! Later ging men toch inzien dat door
Later ging men toch inzien dat door selektie betere soorten konden worden verkregen. Men sprak toen van landrassen, Landrassen hadden al betere eigenschappen, vooral waar het de opbrengst betrof.
Het wilde graan uit de Schepping blijft m,i. het oergewas met zijn onmisbare, originele levenskracht.
Uit latere kruisingen van landrassen zijn graanrassen ontstaan met naam en soms met toenaam. Ver voor, in en na de Tweede Wereldoor
Ver voor, in en na de Tweede Wereldoorlog werden op Flakkee tarwerassen verbouwd met namen als Wilhelmina, Juliana en Staring, Tingeltarwe werd hier en daar ook wel geteeld. Dat was een soort met lange kafnaalden, zoals gerst en rogge vertonen. Als jongen heb ik de aren van tingeltarwe wel gelezen. Na de oorlog kwam het las Alba sterk naar voren, het was een ras dat tijdens de bloei een heerlijke geur over de velden verspreidde. De tegenwoordige rassen vormen een
De tegenwoordige rassen vormen een verhaal apart. Men is al zo ver met kruisingen gevorderd, dat zelfs de lengte van de halmen verminderd werd.
Stro heeft immers een veel geringere gebruikswaarde (lees handelswaarde) verkregen en dat houdt weer verband met de kale bedoening in de veestallen. Verder speelt stro als dekmateriaal voor
Verder speelt stro als dekmateriaal voor landbouwprodukten ook geen rol meer, In een volgend stukje hoop ik de oogst van tarwe te beschrijven.
Met veel waardering voor de pentekeningen van de heer P. Vroegindeweij.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1990
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's