Overdenking uit de Heilige Schrift
Psalm 130:7
Psalmdichters spreken het gevoelen van het hart uit. Zij spreken ovei hun ervaringen met zonde en genade. Zij spreken vooral ook eerlijk uit wat hen overkomt en dan kun je uit hun woorden hun geestelijke ontwikkelingen ook lezen. Er wordt vaak gesproken van inzinkingen die hen in de benauwdheden brengen, zo erg vaak dat zij geen uitwegen meer zien, zo is ook deze psalm een lied dat weer geeft wat ervaren is. Deze psalmdichter zit in de ellende, in diepte van ellende zelfs. En uit die diepten roept hij. Het is alsof hij in een diepe kuil zit waar nog één weg is. Naar beneden gaat niet meer, naar de zijkanten kan niet, er is alleen boven hem een lichtpuntje. En dan roept hij zijn klacht uit naar boven. Hoe roept hij'? Roept hij verontwaardigd
Hoe roept hij'? Roept hij verontwaardigd dat hij zo ongelukkig terecht gekomen is? Roept hij verwijtend omdat God hem daar maar laat zitten? Neen hij roept op een heel andere manier, hij weet dat hij God niets te verwijten heeft, zijn roepen is een schuldbelijdenis. Het is namelijk door zijn eigen ongerechtigheden dat hij daar zo terecht is gekomen. En het is niet eens om één ongerechtigheid, het zijn er meer, het is in het meervoud, het is een opeenstapeling van schuld voor het aangezicht van de Heilige God. Als hij zich daarvan bewust is, dan weet hij ook dat geen mens, hoe hoog of hoe machtig hij ook zij, hem helpen kan. De verlossing uit deze diepte kan alleen nog uit de hemel komen. Dan gaat het leven in zijn hart wat God voor een zondaar doen wil, dat bij de Heere veel verlossing is, dat er bij de Almachtige juist volkomen verlossing is. Dan is al zijn hoop en verwachting van de Heere. Hij heeft de Heere aangelopen op grond van Zijn eigen beloften en de Heere heeft hem niet teleur gesteld. God heeft Zijn beloften immers steeds waargemaakt en Hij heeft ze tenslotte ook vervuld in het zenden van Zijn Zoon Jezus Christus. Dat is waar deze profetische dichter op heeft mogen zien en dat is zijn grond voor vertrouwen ook geweest.
De gegeven belofte van God. Daarom staat er dan ook niet: Israel hope op de verlossing, er staat: Israel hope op de Heere. Het gaat om de Heere. Hij in de eerste plaats. Zoekt u met schuld beladen naar verlossing? Naar vergeving van zonden? Zoek dan eerst de Heere, zoek dan eerst de Verlosser. Wilt u verlost worden van uw persoonlijke schuld voor God, van uw gebondenheid aan de wereld die u zo vasthoudt met verlokkingen en verleidingen, van uw eigen vleselijke lusten en begeerten? Geloof dan eerst de Verlosser, geloof dan dat Hij verlossen kan en wil en wilt u verlost worden van die dodelijke kwaal, de zonde die in het eeuwig verderf stort als u daarvan niet verlost wordt, geloof dan de Heelmeester, Hij kan genezen. Wilt u zalig worden en voor eeuwig bij Hem zij? Geloof dan de Zaligmaker. Maar willen we die hemelse gaven ook werkelijk en willen we dat Jezus werkelijk Koning over ons is? Van nature willen we wel de zegeningen die Jezus met Zijn Borgwerk verworven heeft, we willen wel ten hemel in, maar in de diepte van ons hart is er dan toch altijd de strijd met onze natuurlijke weerstand tegen genade, tegen God en Zijn Gezalfde. Maar dat moet veranderen, die worste
Maar dat moet veranderen, die worsteling moeten we niet opgeven, het moet ons werkelijk om Hem te doen zijn. Anders kunnen we niet uit die kuil komen.
Vandaar dat de dichter hier het Israel van zijn tijd en het geestelijk Israël van nu vermaant om alle hoop op de Heere te hebben. Zie op Hem en hoop op Hem met een levende hoop. Stel al uw vertrouwen op Hem, gaat u gebukt onder uw schuld, is die te zwaar om te dragen, voor Hem is niets te groot. Hij gaf het grootste. Hij gaf Zijn Eniggeborene, Zijn Zoon voor zondaren. Voor u! De kruisverdienste van de Zoon
Voor u! De kruisverdienste van de Zoon is nu zo groot dat die verre uitrijst boven al uw bergen van schuld. Hij trekt u op uit de ruisende kuil, uit het m^odderig slijk. In Hem is alles gegeven het begin en het einde. En dan leeft de gedachte nog al eens dat men eerst wat rechtvaardiger en beter moet worden voordat men tot Christus mag gaan, maar de dichter heeft dat anders ervaren. Hij heeft geleerd dat er met al ons werken en sjouwen geen verbetering te wachten is, we moeten eerst van al naar Christus. Beginnen bij Hem, op de knieën, belijdend en smekend. Dat is geen gemakkelijke weg, want dat kost schuldbelijdenis, dat kost zelf-verloochening maar het is wel de beste weg en: de enige. Elke andere weg loopt dood. In Zijn goedertierenheid heeft de Heere
In Zijn goedertierenheid heeft de Heere de Weg gegeven, Die in Zijn kruisgang de weg tot God weer geopend heeft. Hij, Jezus, staat nu voorop. Bij Hem is nu veel verlossing, ja de volkomen verlossing, over de bladzijden van het schuldregister van de verloste staat nu de Naam van de Verlosser. Hij heeft ze geheel voor Zijn rekening genomen, hun schuld is voldaan. Als u zich eigendom weet door het geloof van Jezus Christus, dan is er geen schuld meer, dan is er geen verdoemenis meer voor hen die in Christus Jezus zijn, roept de apostel in verwondering uit. Ja bij Hem is veel verlossing. Voor ons geldt nu ook, al is het gevoelen vaak dat wij daar tegenwoordig ver vandaan staan, voor ons geldt ook: hoopt op de Heere want bij Hem is veel verlossing en zovele beloften er zijn, die zijn nu ja en amen in Christus Jezus onzen Heere. Hij wordt ons hier ook aangeprezen, Hij is goedertieren. Hij schenkt Zijn eeuwige genadegaven nog weg aan mensen die uit de diepten tot Hem roepen. En dan is het ook werkelijk genade, want het kost ons niet meer dan onszelf. Verder is alles van onze kant zonder prijs, want de prijs is er al voor betaald. Er is bij Hem inderdaad veel verlossing en daarom: bekeer u tot de Heere en hoop op Hem en Hij zal Zich ontfermen, hoop op de Heere want bij de Heere is goedertierenheid en bij Hem is veel verlossing. Ook voor u.
Den Bommel A. V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's