Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat van de Geschiedenis hier geschiedde (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat van de Geschiedenis hier geschiedde (7)

Goedereede

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Opbouw van 24 oktober 1950 stond een verslag van de ingebruikneming der Chr. School op 't Hoofd. Dhr. Wijnand Redert, toen 91 jaar, woonde deze plechtigheid ook bij. Hij was nog voorzitter van het schoolbestuur. De leiding van de bijeenkomst liet hij

De leiding van de bijeenkomst liet hij over aan ds. R. W. Steur uit Ouddorp, consulent van Goeree.

Ds. Steur noemde het zich een vreugde, dat hij als consulent het woord tot de aanwezigen bij deze bijzondere gelegenheid mocht richten. Hij wilde dat doen naar aanleiding van Psalm 126:3 „De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd". Dat woord spraken Sion's ballingen na de terugkeer uit Babyion. Na ontrouw en bondsbreuk door het volk van Israël volgde de ballingschap als tuchtiging Gods. Tijdens de ballingschap rezen de smeekbeden en verzuchtingen op, totdat in het eerste jaar van Kores de banden verbroken werden. Die was het middel in 's Heeren hand voor de wederkomst; de Heere, die Zijn volk niet in de steek liet en trouw hield aan Zijn verbond. Het volk keerde terug naar de Stad en de Tempel. Dat was een wonder voor de Joden! Zij konden hierin de genade Gods ervaren. En dit Woord, aldus Ds. Steur, is nu van toepassing op ons samenzijn.

Wie onzer, zo vervolgde de predikant, heeft niet dit stille plekje gekend. Als jongen kwam ik hier meermalen en de gedachten gaan terug. Spr. riep in herinnering de zwarte dag van 10 mei 1940 toen ons vreedzaam volk verstoord werd en een wrede roofvogel zijn vale vlerken uitstrekte over de Lage Landen. Dat was de Dies Ater, het preludium van massamoord, gruwelen, vernielingen, verbanning en wat al niet. Stortzeeën van ellende en trouw zijn over ons volk gebracht.

Wie zou ooit gedacht hebben, dat dit idyllische plekje aan de duin­ en zeekant zo zwaar zou moeten lijden? De vijand strekte zijn klauw uit naar deze liefelijke gemeenschap, naar deze mensen, die spr. heeft leren kennen als eenvoudig, nijver en trouw en waar men vredig en liefelijk samenwoonde. Huis voor huis is afgebroken! Ook de Christelijke school, die als een oase hier vele jaren had gestaan, waarin het personeel met liefde en toewijding onderwijs gaf

Men kan niet bevroeden wat het voor de bewoners van het Havenhoofd geweest moet zijn. De mensen zagen een stuk van hun leven kapot gemaakt, afgebroken. Zij, die hier gewerkt hadden ­ en onze eilandbevolking staat bekend als arbeidzaam! ­ zagen de arbeid vanjaren teniet gaan. En zo ging men de ballingschap in. De school moest elders gehouden worden. Er is een parallel met Israël. Ook voor deze bevolking kwamen jaren van verdriet.

„Heeft dit nu iets te zeggen gehad?" zo vroeg ds. Steur. „Of zijn alleen maar de vuisten gebald tegen God?" Gelukkig de mens, die tot verootmoediging is gekomen toen de Heere sprak". Wij zullen niet verder het verslag van deze toespraak citeren.

Aantekening

Het hoofd der school, dhr. Snijder heeft zich vóór de oorlog en daarna ingezet voor de visserij, door het onderwijs omtrent dit bedrijf

1953

Den Eerzamen vertelt in E.N.: „Op 1 februari van dit jaar kwam het water veel en veel hoger (dan in 1894, J.L.S.). De vloeiplanken bleken te laag, het water stroomde de huizen binnen, vaak ook door de ramen. De gemeentevloeiplanken waren eveneens te laag en door de geweldige kracht van 't water bogen ze ook door en vlogen uit de sponningen. Nu stroomde het water met geweld door de straten en sloppen, de keien meesleurend en grote gaten makend, 't Mag een wonder heten, dat daarbij geen ongelukken gebeurd zijn, want voor de voeten van enkele huizen was er groot gevaar. Alleen het oude huis bij de 'Spuie' moest ondersteund worden en zal wel moeten worden afgebroken; het valt onder Monumentenzorg, dus wordt mogelijk in z'n oude staat gebracht.

Hij gaf ook in E.N. het volgende gedicht:

Wat er JU de rampnacht gebeurde

Goerees. Net buten 't durp deer stoot de schüre Wêêrin de beesten (1) in de paeren

waere. De boer heit weze voere om acht ure In alles rondeweest mit z'n lantaern. De paeren krege vors voer in de

De paeren krege vors voer in de plokke (2)

De koeien hao (3) 'n flienken bak mit hooi.

De vèrkens lagge rustig in d'r hokken In knorden wel tevreje in het strooi. De baes is vort ­ hoe kon 'n (4) ooit vermoede

Dat 'n gevoerd hao (5) voor de leste keer? Mar in de nacht kwamme de hoage vloeden

In 's ochens hoa de man geen beesten meer. 't Goot Sturme in de boel begint te kraeken.

't Veê woordt onrustig in hei stal; Ze stoó te rokken an de staeken: Voorvoewle ze, wat komme zal?

Voorvoewle ze, wat komme zal? De zwaere stier bonkt mit z'n hoóren Z'n voerbak, rokt uut alle macht: Een vreemd gedunder treft z'n oóren. Deer is wat goónde in de nacht.

De paeren hinneke in snuve D'r helders (6) trekke ze kepot:

Ze wille in het stal niejt bluve. Mar ­ alle deuren binne op slot. Noe driengt het waeter in de stallen.

De dieren woore raedeloós ­ Vreêdaerig woóre ze overvalle In 't duurt nog mar 'n korte poos.

Of alle smore in het waeter Dat over d' èrme beesten wast:

Het riest omhoage in het laet er Geen eên van vrie ­ ze stoó toch vast?

Alleen de stier bleef heftig rokke An d' iezdre kettink die 'n bond, In 't mocht 'n in het lest gelokke

In 't mocht 'n in het lest gelokke "N deur te breken in noe zwemt 'n rond. Deer binne planken van de schüre of esloge.

Hie vriengt (7) z'n eige deur 'n gat. Dan woordt 'n deur de stroam toch mee ezoge In vindt z'n dood oók in het zilte nat.

In vindt z'n dood oók in het zilte nat. De beesten vechte voor d'r leven. Net als de mensen in den nood; Mar niemand die ze hulp kon geve ­ Ze vonge allemael de dood.

(wordt venolgd) J. L. Struik


Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Wat van de Geschiedenis hier geschiedde (7)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's