Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stormen Rond Vredenhof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 10 - Tot zijn grote geruststelling blijkt er echter niets aan de hand te zijn. Stille vrede heerst er rondom Vredenhof.

Tonia kent de zorgen van haar man niet en zij slaapt dan ook rustig verder. Gerustgesteld was zij gaan slapen. Maar dan...! Plotseling hoort Adriaan voetstappen en de schrik slaat hem om het hart. Daar zul je 't hebben!

Hij vliegt overeind en tegelijkertijd hoort hij hevig op de gesloten luiken bonzen. Wie zou dat zijn? Zou...

Adriaan durft er haast niet aan te denken. „De zwerver!" flitst het door zijn hoofd. Tonia is nu ook wakker geworden en met grote angstogen kijkt zij Adriaan aan, die vlug een petroleumlamp heeft aangestoken. In een minimum van tijd heeft de jonge boer wat kleren aangetrokken en loopt de slaapkamer uit, gevolgd door een bibberende Tonia.

Inmiddels houdt het geheimzinnige bonzen op de luiken aan.

„Zou je... zou je, Adriaan", huilt Tonia. „O, doe de deur toch niet open. O, wat erg, als...!" „Stil Tonia", antwoordt de jonge boer zo kalm mogelijk, maar hij kan niet verhinderen, dat zijn stem beeft.

Voorzichtig doet Adriaan de deur op een kier open en zijn mond zakt gelijk open van verbazing.

Het lijkt wel alsof hij droomt. Nee, dat is onmogelijk. Wat moet molenaar Stolk, die nooit iets met hen te maken wilde hebben, op deze ongewone tijd? Vanmiddag draaide de molenaar zijn hoofd nog voor hem om. Duidelijk heeft hij het gezien.

Even overweegt hij om de deur weer te sluiten, want misschien is de molenaar wel dronken. Maar nee, daarmee is de man niet van het erf af „Blijf hier, Adriaan", smeekt Tonia met tranen in de ogen. „Als hij je kwaad doet dan..." En stevig klemt zij zich, huiverend van de kou, aan haar man vast. „Niet bang zijn, Tonia", mompelt Adriaan, en meteen doet hi jde deur open en roept met forse stem:

„Wat moet je hier, Stolk!" De molenaar stapt naar voren tot vlak bij de opening van de deur en met gejaagde stem zegt hij: „Er is gevaar. Van der Zande. Die kerel van vanmorgen wil je hele boeltje vannacht in brand steken".

De molenaar praat zo vlug, dat hij over zijn woorden struikelt. Hakkelend vervolgd hij: „Ik kom je waarschuwen. Vanmorgen is die man bij me op de molen geweest en hij heeft me alles verteld. Óók dat hij van plan was de rode haan op de hofstee te laten kraaien".

Adriaan verbleekt en bijna laat hij de petroleumlamp uit zijn handen vallen. „Kom even binnen, Stolk", antwoordt hij met

„Kom even binnen, Stolk", antwoordt hij met toonloze stem. De molenaar volgt Adriaan en Tonia naar de kamer, waar hij zijn verhaal vervolgt. „Ik ben er eigenlijk de hele dag mee bezig geweest.

„Ik ben er eigenlijk de hele dag mee bezig geweest. Van der Zande. Het liet me niet met rust. Eerst dacht ik: wat heb ik eigenlijk met die lui te maken. Laat het spul maar branden hoor, het raakt me toch niet. Ik ben gewoon naar bed gegaan, maar kon niet slapen".

Even wacht de late bezoeker en kijkt de bewoners van Vredenhof aan, die met gespannen aandacht naar hem luisteren.

Stolk haalt een grote rode zakdoek te voorschijn en snuit zijn neus. Dan gaat hij verder. „Toen dacht ik zo bij mezelf, als er nou eens iemand door die brand om het leven kwam, wat dan? Dan zou ik ook schuldig geweest zijn en werkelijk mensen, dat liet me niet meer los. Ik ben mijn bed uitgesprongen, heb mijn kleren aangetrokken en ben zo vlug mogelijk hierheen gekomen. Ik ben blij, dat ik nog op tijd was, anders zou ik mijn hele leven geen rust meer hebben gehad. Misschien heeft die man alleen maar gedreigd, dat kan ook natuurlijk. Laten we het hopen. Maar wat ik zeggen wil. Van der Zande, hou alles zo veel mogelijk in de gaten en als ik jou was, dan zou ik de veldwachter waarschuwen om ook een oogje in het zeil te houden". Adriaan springt op van zijn stoel, loopt op hem af

Adriaan springt op van zijn stoel, loopt op hem af en drukt stevig de hand van de molenaar. Zijn stem beeft van ontroering, als hij zegt: „Dank je wel Stolk, voor wat je voor ons gedaan

„Dank je wel Stolk, voor wat je voor ons gedaan hebt. Werkelijk, ik heb er geen woorden voor. En ik zal eerlijk zijn, óók ik heb nog geen oog dichtgedaan, want het zou werkelijk een grote ramp zijn, als de hofstee in de as werd gelegd. Ik moet er niet aan denken. Ik bén, en dat wil ik eerlijk bekennen, veel te driftig geweest en heb wellicht wat te hard geslagen. Maar zeg nou zelf eens Stolk, als er iemand je vier mooiste konijnen de nek omdraait en ze mee wil nemen, wat doe je dan? Zou jij dan met je armen over elkaar toekijken als je zo'n dief op heterdaad betrapt?" De jonge boer zwijgt en kijkt Stolk vragend aan.

De molenaar geeft geen antwoord. Die kerel heeft het hem vanmorgen heel anders verteld. Even haalt hij zijn schouders op. Maar hij laat in het midden, wie er gelijk heeft. Het voornaamste voor hem is, dat hij de bewoners van Vredenhof nog heeft kunnen waarschuwen. Wel moet hij zeggen, dat die lui reusachtig meevallen. Daar staat hij werkelijk van te kijken.

Dan staat hij moeizaam op. „Kom", zegt hij. „Ik ga weer en ik zou zeggen, houd een oogje in het zeil de eerste paar dagen. Nogmaals, als ik jou was, zou ik beslist de veldwachter inlichten".

„Moetje eerst niet een glas melk drinken?" vraagt Tonia, die tot nu toe alleen maar heeft geluisterd, en zij doet haar best om haar stem gewoon te laten klinken.

„Ja, doe dat", dringt Adriaan er bij de molenaar op aan. „Dan doen wij het ook". Stolk weifelt even. Het is al zó laat en morgen vroeg wacht het werk weer. Maar een glas melk lokt hem wel aan.

„Vooruit dan maar", geeft hij toe. „Maar dan ga ik ' ook onmiddellijk weg".

Tonia haalt drie glazen uit de kast en vult ze met melk. Daarna snijdt zij vlug voor elk een stuk gemberkoek.

Zwijgend drinken de drie mensen hun glas leeg.

Adriaan weet eigenlijk niet goed wat hij zeggen moet. Het lijkt allemaal zo onwaarschijnlijk. Alleen is hij uiterst verbaasd over wat de stugge molenaar heeft gedaan. Het valt nog te bezien, of hij hetzelfde zou hebben gedaan. De jonge boer voelt iets van bewondering voor de man, die nooit iets met hen te maken heeft willen hebben. Maar dan...? Hoor!

Plotseling richt de molenaar zich met een ruk op, wil zijn glas neerzetten, maar het valt naast de tafel op de grond in duizend stukken. (wordt ven'olgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's