Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stormen Rond Vredenhof 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stormen Rond Vredenhof 13

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het geldkistje, o, dat heb ik bij de

andere spullen neergezet". „Maar ik zie het niet!""

„Maar ik zie het niet!"" Adriaans stem klinkt gejaagd.

Adriaans stem klinkt gejaagd.

„Ik weet zeker, dat ik het er heb neergezet'", verdedigt Tonia zich met van emotie trillende stem.

Hoe zij echter ook zoeken, het kistje is niet te vinden.

Adriaan bijt zich de lippen stuk van de spanning. Het kistje móet terecht komen, anders ze helemaal geruïneerd.

Ook molenaar Stolk, de oude Van der Zande en Stam, de vader van Tonia, zoeken ijverig mee, maar het is zo donker, dat zij slechts weinig kunnen onderscheiden.

Vlug wordt de veldwachter ingelicht, maar deze heeft niets verdachts gezien en tóch moet iemand het geldkistje meegenomen hebben, dat kan niet anders.

„Nu zijn we alles kwijt, Tonia".

De stem van Adriaan klinkt schor en toch is hij niet boos op zijn vrouw. Zij heeft niet geweten, wat zij heeft gedaan.

Het duurt niet lang, of ook de anderen houden op met zoeken.

„We zullen als het licht is wel verder zoeken", beslist de oude Van der Zande. „Als we het tenminste dan nog vinden", voegt hij er somber aan toe.

„Als je het mij vraagt, dan heeft iemand het gestolen", merkt de molenaar op. „Dat ding kan toch zo maar niet weglopen".

„Je zegt precies wat ik denk, Stolk", mengt Adriaan zich in het gesprek.

De meeste omstanders gaan nu naar huis. De spanning is er uit en alleen de brandweer is nog volop bezig met nablussen.

„Wat denken jullie ervan, kinderen", zegt Van der Zande. „Gaan jullie mee naar de Dorpsstraat?" „Ik blijf hier", beslist Adriaan. „Maar ga jij mee naar tante Marie, Tonia!"

„Het lijkt me de beste oplossing", antwoordt Tonia's vader. „Ik blijf bij Adriaan".

De oude boer knikt.

Tonia stemt toe en huiverend van de kou gaat zij met de oude boer naar het renteniershuis. Over het geldkistje wordt niet meer gesproken, ook al zoeken Adriaan en zijn schoonvader intensief verder.

Als de boer van Vredenhof zijn geldkistje niet vindt, zijn ze straatarm geworden. Wat is er dan gebeurd...?

HOOFDSTUK 7

Door de uitgestrekte weilanden komt een man aangeslopen.

Met een valse grijns op het gezicht nadert hij langzaam de brandende Vredenhof.

Ziezo, die boer weet nu dat wat hij gedreigd heeft, ook uitgevoerd is.

Op veilige afstand blijft de zwerver staan en wacht rustig zijn tijd af. Op zijn hurken loert hij achter een hek naar de menigte op het erf Plotseling veert hij echter op.

Juist, op dat ogenblik heeft hij gewacht. De zwerver ziet, dat men begonnen is het huis leeg te halen voor zover dat nog mogelijk is.

Nauwlettend houdt de onverlaat alles in het oog en even knikt hij goedkeurend.

Daar komt de boer met een kistje het huis uit. Meteen loopt de zwerver in gebukte houding, zo ver hij kan, in de richting van de brandende hofstee. Hij kan nog net zien, dat de boer het kistje aan de boerin geeft. Als hij dat kistje in zijn bezit zou hebben, dan had hij misschien voor jaren genoeg om er royaal van te kunnen leven.

Nog dichter schuift de man naar de hofstee. Niemand ziet hem in het donker van de nacht. Zover dringt hij verder, dat hij, in de struiken weggedoken, vlak bij de inboedel is gekomen, waar de jonge boerin met het kistje onder de arm, in het vuur staat te staren. Zijn ogen beginnen van hebzucht te fonkelen.

Zijn ogen beginnen van hebzucht te fonkelen. Hij durft echter nog niet verder te gaan, anders zal hij misschien worden herkend in het schijnsel van de vlammen. Maar dan...?

Maar dan...?

Opeens gaat er een schok door hem heen. Hij kan zijn ogen niet geloven. Dat is werkelijk te mooi om waar te zijn. Hoe bestaat het!

De man kan zich nauwelijks meer beheersen. De boerin heeft het kistje bij de andere spullen neergezet en is een eind verder gaan staan, zonder er verder op te letten.

Het fortuin ligt zo maar voor het grijpen. Ongeduldig wacht hij af om zijn slag te kunnen slaan.

Ja, nou moet het gebeuren!

Heel voorzichtig sluipt hij in gebukte houding naar voren en grijpt met een snelle beweging het geldkistje.

Even voorzichtig als hij gekomen is, sluipt hij weg.

Verlicht haalt de man adem, als hij de weilanden heeft bereikt. Niemand kan hem hier zien, alhoewel het nu niet zo donker is als straks.

wel het nu niet zo donker is als straks. Op veilige afstand van de brandende Vredenhof probeert de onverlaat het geldkistje open te breken. Met zijn mes wrikt hij het slot los en enkele ogenblikken later springt het deksel open.

Zijn handen beven, als hij er een stapel bankbiljetten uithaalt. Tjonge, wat een hoop geld, nu heeft hij werkelijk voor vele maanden genoeg om er als een vorst van te leven.

De man denkt er niet aan, dat dit geld hem niet toebehoort en dat hij niet alleen een brandstichter, maar ook een dief is, die misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden.

De zwerver gunt zich de tijd niet om het geld te tellen. Het is er trouwens te donker voor ook.

Er zitten ook nog andere papieren in het kistje. Even aarzelt hij. Dan stopt hij echter de waardevolle papieren in zijn binnenzak en slingert het lege kistje weg, zo ver het vliegen wil.

Ziezo, daar is hij vanaf en nu moet hij zien, dat hij zo spoedig mogelijk uit deze streek verdwijnt.

En terwijl de Vredenhof als een rokende puinhoop in elkaar stort, gaat de man, die zoveel ellende heeft gebracht, op weg naar veiliger streken.

Nooit zullen de bewoners van het dorp aan de Lek hem weer terugzien.

HOOFDSTUK 8

Het wordt licht.

De nacht is voorbijgegaan erx in de eerste morgenschemering zijn enkele brandweerlieden nog steeds aan het nablussen.

Nu pas kunnen Adriaan en Stam zien, wat er van de Vedenhof is overgebleven. Het is niet anders meer dan een zwart geblakerde puinhoop en slechts een gedeelte van de inboedel heeft men kunnen redden. Een geluk is, dat al het vee reeds in de wei was, terwijl ook het paard niet in de stal was.

(wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 december 1991

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Stormen Rond Vredenhof 13

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 december 1991

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's