Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stormen Rond Vredenhof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 14 -

De jonge boer kan het zich niet vergeven, dat hij die kerel zó hard heeft geslagen. De stille angst, die hij had, had hem het ergste doen vrezen en het was allemaal uitgekomen. Nu was het bittere werkelijkheid.

Een paar keer hebben ze nog naar het geldkistje gezocht, maar tot hun grote spijt hebben zij het niet kunnen vinden.

Veel is er niet meer te doen en tegen melktijd gaat ook de brandweer weg. Adriaan en zijn schoonvader blijven alleen achter. Zwijgend staan beiden bij de resten van de Vredenhof.

„We zijn nu nog armer dan de mieren, vader", zegt Adriaan plotseling op bittere toon.

Stam geeft geen antwoord, hij weet trouwens niet wat hij zeggen moet tegen zijn schoonzoon, die op dit ogenblik bij de puinhopen van zijn bestaan staat.

„Kijk, daar heb je de veldwachter weer terug", wijst Stam naar de Lekdijk.

Adriaan knikt.

De veldwachter interesseert hem feitelijk niets.

Die kan hem immers de Vredenhof niet teruggeven. O, als hij die schurk in handen krijgt, dan...!

De handen van Adriaan ballen zich tot vuisten... Enkele ogenblikken later begint de veldwachter met het onderzoek, om de oorzaak van de brand te weten te komen. Het blijkt dat de hooiberg is aangestoken, want de veldwachter vindt een paar afgebrande lucifers.

Moedwillig is er op de hofstee brand gesticht. Uitvoerig moet Adriaan verslag doen van alles wat er is gebeurd en niets houdt hij achter. De veldwachter noteert ijverig de gegevens in zijn zakboekje. Daarna vertrekt hij naar het gemeentehuis en in minder dan geen tijd wordt het signalement van de zwerver overal heen verspreid. „Ga jij nu maar naar Tonia", zegt Stam. „Ik zal

„Ga jij nu maar naar Tonia", zegt Stam. „Ik zal dan wel voor het melken zorgen deze keer. Jan heeft deze tijd van het jaar toch niet veel te doen, dus die kan me mooi daarmee helpen. Hij is tegen de morgen naar huis gegaan en ik vermoed, dat hij nog wel op bed zal liggen. Ik haal hem er wel weer uit".

Adriaan neemt dit aanbod met graagte aan.

Eerlijk gezegd ziet hij er tegenop de koeien te melken vanmorgen en hij voelt zich zó moe, zo intens moe, da thi jwel uren zou kunnen slapen.

Na nog enkele aanwijzingen te hebben gegeven, stapt Adriaan van der Zande langzaam over de Lekdijk naar het dorp. Telkens kijkt hij om, naar de plaats waar hij zo gelukkig was.

„Niets, maar dan ook niets is er van overgebleven", mompelt hij verdrietig.

„Zelfs het geldkistje ben ik kwijt", voegt hij er met toonloze stem aan toe.

De jonge boer heeft geen oog voor de rivier. Hij ziet de tjalken, die langzaam voorbij varen, niet eens.

Zorg vervult zijn hart, zorg voor de toekomst.

Waar moet hij dat grote kapitaal vandaan halen om Vredenhof weer op te kunnen bouwen. Zijn geld is gestolen en vader, ja, wat zal vader doen.

Adriaan weet wel, dat het grootste deel van hun bezittingen de uitgestrekte weilanden zijn, maar je kunt toch je land zo maar niet verkopen. Adriaan weet het niet meer. Het is misschien beter

Adriaan weet het niet meer. Het is misschien beter arbeider te worden bij een boer, denkt hij. Maar dat is ook niet alles.

Ondertussen nadert hij de Dorpsstraat en weldra stapt hij het oude renteniershuis binnen.

Tante Marie heeft rood behuilde ogen en als Adriaan de kamer binnenstapt, barst zij opnieuw in snikken uit.

„Adriaan, wat erg, wat erg", huilt ze, terwijl de tranen langs haar wangen stromen. Ook Tonia kan zich niet goed houden en ook bij haar komen de tranen weer tevoorschijn.

Troostend legt de oude boer zijn hand op haar schouder.

„Het is erg", zegt hij en zijn stem beeft. „Maar kinderen, weest allereerst dankbaar, dat jullie nog leven. Het had zo geheel anders kunnen zijn. De hofstee is de eerste zorg niet, al lijkt het zo. De Heere heeft in ons leven gesproken en anders gedaan, dan wij hebben gedacht. Vredenhof is een puinhoop geworden en er geschiedt niets bij toeval. Laten we daarom de schuld niet op de Heere werpen, maar de hand in eigen boezem steken, dan zijn wij de oorzaak".

Van der Zande zucht en vervolgt: „Het leven moet doorgaan en we moeten niet bij de pakken gaan neerzitten. Marie, als jij nu voor het eten zorgt, dan gaan Adriaan en ik eens met elkaar praten, wat er moet gebeuren". Tante Marie knikt. Haar broer heeft gelijk, maar

Tante Marie knikt. Haar broer heeft gelijk, maar toch, de hofstee is niet uit haar gedachten. De hofstee aan de Lekdijk is altijd haar trots geweest en nu? Zij kan het eigenlijk nog niet geloven. Tante Marie heeft medelijden met Adriaan en Tonia.

Nauwelijks zijn zij een jaar getrouwd en dan dit!

De vroegere boerin van Vredenhof huivert als zij denkt aan al die vertrouwde spullen, die nu verbrand zijn.

Dan staat zij op en dekt vlug de tafel. Maar er is niemand die trek heeft en zelfs Adriaan kan slechts met de grootste moeite twee boterhammen naar binnen werken.

De maaltijd duurt slechts kort en direkt daarna gaan Van der Zande en Adriaan naar de voorkamer om te overleggen, wat er gedaan moet worden. Even later komt ook Tonia naar de voorkamer...

HOOFDSTUK 9

Direkt nadat Adriaan naar het dorp is gegaan, is ook Stam naar huis vertrokken. Jan bleek al weer present te zijn en was reeds met het melken begonnen. Zo vlug mogelijk werken ze samen verder en haasten zich dan naar Vredenhof om ook daar de koeien te gaan melken. Als boer Stam en zijn zoon bij de weilanden van

Als boer Stam en zijn zoon bij de weilanden van Adriaan van der Zande komen, staan de koeien bij elkaar te wachten. Weldra zitten beiden onder de koeien en spuit de melk in kleine straaltje in de emmers. Ondanks alles moet het werk doorgaan, en zeker het melken mag niet worden vergeten.

Jan kijkt over de weilanden naar de zwart geblakerde resten van de hofstee. Dan valt plotseHng zijn oog op iets donkers in het gras. Hè, wat zou dat zijn?

Opeens springt Jan zó wild overeind, dat de reeds half gevulde emmer omvalt. Jan let er echter niet op en holt de wei in. Als hij zich niet vergist, ligt daar het vermiste geldkistje van Adriaan.

Verwonderd kijkt Stam zijn zoon na.

Wat zou er nu weer aan de hand zijn?

Boer Stam denkt op dat ogenblik niet aan het verdwenen geldkistje.

Jan is inmiddels bij het voorwerp aangekomen. Ja, daar ligt het en het is inderdaad het geldkistje van Adriaan.

„Vader!" schreeuwt hij met overslaande stem. „Vader, hier ligt het!"

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1991

Eilanden-Nieuws | 40 Pagina's

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1991

Eilanden-Nieuws | 40 Pagina's