Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe wereldorde voor kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe wereldorde voor kinderen

Samenvatting van het Unicef Jaarrapport 'De toestand van de kinderen in de wereld 1992'

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, heeft een hartstochtelijk pleidooi gehouden voor een hernieuwde inzet om een einde te maken aan de massale ondervoeding, ziekten en analfabetisme in de Derde Wereld. In het UNICEF Jaarrapport De Toestand van de Kinderen in de Wereld 1992, worden regeringen van ontwikkelingslanden aangeklaagd omdat zij gemiddeld slechts 12% van hun totale budget besteden aan gezondheidszorg en onderwijs voor de armsten. Rijke landen worden bekritiseerd omdat slechts 10% van de internationale hulp wordt gebruikt voor gezondheidszorg, onderwijs en gezinsplanning.

Juist nu er een nieuwe wereldorde aan het ontstaan is, aldus het UNICEFrapport, moet worden geluisterd naar het armste kwart van de mensheid. Een miljard mensen ontbreekt het nog steeds aan voldoende voedsel, veilig drinkwater, gezondheidszorg en onderwijs.

„Meer dan een halve eeuw hebben oorlog en ideologische verdeeldheid de aandacht afgeleid van deze taak en beslag gelegd op hulpbronnen", zegt UNICEF. „Deze bedreigingen zijn nu langzaam aan het verdwijnen. Daarom is nu de tijd gekomen om ons opnieuw in te zetten om te voorzien in de basisbehoeften van mensen en te bouwen aan een nieuwe wereldorde, die de vurigste hoop van de mensheid weerspiegelt, in plaats van haar grootste vrees".

Een einde maken aan de armoede in de wereld is allesbehalve een verloren zaak, aldus het UNICEF­rapport. „We hebben al driekwart van de weg afgelegd naar een wereld, waarin elke man, vrouw en elk kind over voldoende voedsel, veilig water, gezondheidszorg en tenminste basisschool kan beschikken. Er is geen enkele financiële of technische barriëre, die ons ervan weerhoudt nog in onze tijd de rest van die weg af te leggen".

Kinderen

Degenen die schandelijk tekort komen, zegt UNICEF's Algemeen Direkteur James Grant, is het kwart miljoen kinderen, dat elke week sterft en de miljoenen anderen die overleven maar door ondervoeding en een blijvende slechte gezondheid een soort schemerbestaan leiden. „Dit is een dreigende tragedie of een naderende crisis", aldus Grant. „Het gebeurt vandaag. En het zal morgen weer gebeuren. Het is een probleem dat minstens zo hoog op de agenda zou moeten staan als welk ander probleem dan ook. Maar in de praktijk wordt er nauwelijks aandacht aan besteed omdat het vooral een probleem is van de allerarmsten en de machtelozen".

„De noden van kinderen beginnen een belangrijker plaats te krijgen op de politieke agenda, dan ooit eerder is voorgekomen in de veertig jaar dat UNICEF bestaat", aldus Grant.

Het duidelijkste teken van die nieuwe prioriteit was de Wereldtop voor Kinderen in september 1990. Het was de grootste bijeenkomst van presidenten en eerste ministers in de geschiedenis. Ze kwamen speciaal bij elkaar om de problemen van kinderen in de wereld te bespreken. Er werd overeenstemming bereikt over een programma om ­ onder meer ­ jaarlijks de dood van 4 miljoen kinderen te voorkomen, een einde te maken aan massale ondervoeding, polio uit te roeien, ervoor te zorgen dat iedereen de beschikking krijgt over schoon water, de mogelijkheid tot geboortenregeling, en onderwijs.

„Het feit dat een dergelijke overeenkomst werd gesloten, op een moment waarop de bestaande wereldorde snel aan het veranderen is", zegt Grant, „betekent dat we een betere kans hebben dan ooit om de rechten van kinderen op de politieke agenda geplaatst te krijgen en te voorzien in de minimum­behoeften van alle gezinnen".

Immunisatie

De ambitieuze doelstellingen van de Wereldtop voor Kinderen werden ingegeven door het groeiende bewustzijn dat de wereld nu beschikt over zowel de betaalbare middelen als het communicatiebereik om het welzijn van de kinderen in de wereld aanzienlijk te verbeteren. Het overtuigendste bewijs daarvoor was het succes van de immunisatiecampagne, waardoor eind 1990 80% van alle kinderen was ingeënt tegen de meest voorkomende kinderziekten. Toen dat doel aan het eind van de jaren zeventig werd gesteld, was nauwelijks 10% van de kinderen in ontwikkelingslanden ingeënt. Door immunisatie worden per jaar 3 miljoen kinderlevens gered en worden miljoenen anderen beschermd tegen infekties en ondervoeding. „Dergelijke programma's helpen ook de

„Dergelijke programma's helpen ook de bevolkingsgroei af te remmen", aldus UNICEF, „omdat het vertrouwen van ouders in de gezondheid en de overlevingskansen van hun kinderen van vitaal belang is voor het welslagen van gezinsplanning".

Scheve verhoudingen

Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of de toezeggingen, die tijdens de Wereldtop voor Kinderen werden gedaan, gemeend zijn of slechts holle frasen zijn. De aanwezige 159 landen kwamen overeen nationale plannen te maken voor verwezenlijking van de doelstellingen in het jaar 2000. Tot nu toe hebben meer dan 60 landen dergelijke plannen gemaakt. De verwachting is dat begin 1992 dat aantal zal zijn gegroeid tot meer dan 100. Enkele landen, zoals Mexico, zijn al begonnen de plannen uit te voeren;

President Carlos Salinas de Gortari heeft een halfjaarlijks regeringsoverleg ingesteld om de voortgang van de programma's te toetsen. Ook heeft hij zijn goedkeuring gegeven aan een verhoging van 40% van het budget van PRONA­ SOL, het regeringsprogramma dat zorgt voor basisvoorzieningen voor het armste deel van de Mexicaanse bevolking. PRONASOL kreeg in 1991 1,7 miljard dollar toegewezen ­ meer dan 8% van de totale overheidsuitgaven op sociaal gebied.

Zoals overeengekomen op de Wereldtop hebben ook sommige geïndustrialiseerde landen hun hulpprogramma's opnieuw onder de loep genomen, om te kijken in hoeverre deze een bijdrage kunnen leveren aan verwezenlijking van de nieuwe doelstellingen. „Het publiek in de geïndustrialiseerde landen heeft lang geloofd dat het overgrote deel van de hulp die aan ontwikkelingslanden wordt gegeven, wordt besteed aan basisvoorzieningen voor de allerarmsten", zegt Grant, „terwijl in werkelijkheid maar een klein percentage van de hulpfondsen voor dat doel wordt gebruikt". Slechts 1% van de hulp gaat naar de eerste­lijns­gezondheidszorg, die 80% van de ziekten en ondervoeding in ontwikkelingslanden kan voorkomen of genezen. Slechts 1% wordt besteed aan programma's voor gezinsplanning. En minder dan 1% gaat naar het basisonderwijs.

Ook het bestedingspatroon in de Derde Wereld zelf vertoont deze scheefgroei. UNICEF schat dat bijvoorbeeld driekwart van de uitgaven voor gezondheidszorg naar stedelijke ziekenhuizen gaat, die slechts een kleine minderheid van de bevolking bedienen.

Naar schatting 80% van de 12 miljard dollar, die elk jaar worden bestemd voor het aanleggen van drinkwatersystemen, wordt gebruikt om kranen te installeren in de huizen van de tamelijk weigestelden. Slechts 20% wordt ïjesteed aan bronnen en waterputten die ­ met de huidige technologie ­ voor weinig geld schoon water zouden kunnen verstrekken aan de armste gemeenschappen. Ook de uitgaven voor onderwijs vertonen deze scheefgroei in het voordeel van enkelen.

Waar moet het geld vandaan komen

Om de ambitieuze doelstellingen op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, zoals overeengekomen op de Wereldtop voor Kinderen, te kunnen verwezenlijken, is 20 miljard dollar per jaar extra nodig, gedurende de komende tien jaar. Volgens UNICEF kan tweederde van dat bedrag in de ontwikkelingslanden zelf gevonden worden, en zou een derde gefinancierd moeten worden uit hulpprogramma's. Volgens het rapport zou dit bedrag binnen de bestaande budgetten gevonden kunnen worden, door een verschuiving in de uitgaven en de hulp, van dure voorzieningen voor enkelen naar goedkope voorzieningen voor velen.

Een andere manier om de benodigde fondsen te verkrijgen, is toekenning van een klein deel van de militaire uitgaven aan de programma's voor kinderen. Het aandeel van de ontwikkelingslanden ­ per jaar 12 ä 13 miljard dollar ­ zou gevonden kunnen worden door ongeveer 10% van militaire uitgaven een andere bestemming te geven. De 6 a 7 miljard dollar die nodig is aan extra internationale hulp, zou gevonden kunnen worden door slechts 1% van het bedrag voor militaire uitgaven van de rijke landen, aan hulp te besteden. Veel landen zijn al op veel grotere schaal aan het bezuinigen op hun militaire uitga­ven, zegt UNICEF. „Maar wat ontbreekt is een consensus en een goed doordacht plan om zelfs maar een klein deel van deze potentieel enorme besparingen, te koppelen aan de dringende noden van de Derde Wereld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1991

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Een nieuwe wereldorde voor kinderen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1991

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's