Heel kwalijke milieuzaken tijdens zitting ekon. Politierechter te Sommelsdijk
't Zal niet gebeuren natuurlijk, maar Dirk Ras zou het de ekonomisch Politierechter Mr Van Breukelen, die vrijdagmorgen zitting hield te Sommelsdijk, wel 'es uit willen leggen, 't verschil tussen droge- en natte mest. Ze moest maar 'es de landerijen op, snuffelen dat 't ene niet- en 't andere wel degelijk stinkt om en passant ook maar gelijk in Ouddorp te konstateren hoe daar, tijdens storm, de zandgrond verstuift, want stellig zou ze dan beter begrijpen wat die reeks verdachten had bewogen soms willens en wetens te zondigen tegen de Wet die aan het uitrijden van mest strenge regels verbindt. Overigens was dat niet eens het grootste kwaad dat er was geschied. Dat was voltrokken door een inwoner van Ouddorp, voor de (milieu)ofBcier van Justitie de meest hardleerse verdachte die ze ooit tegenover zich had gehad. De Politierechter Mr Van Breukelen zowel als de Officier van Justitie Mr De Jonge, beiden van de vrouwelijke kunne, men blijve hen uit handen...!
De verdachte werd tenlastegelegd, in 8 dagvaardigingen zelfs, wel erg onzorgvuldig met bestrijdingsmiddelen te zijn omgesprongen. Meeredere waren verboden en die nog wél mochten, waren in een ondeugdelijke, niet voldoende afgesloten ruimte opgeslagen. Een zo'n ruimte was een kelder, deels gevuld met water waarin zich een aantal giftige middelen hadden gemengd, zodanig dat zelfs buiten de kelder bodemverontreiniging was vastgesteld, nog wel in een gebied vlak tegen een waterwingebied. De rekening zal nauwelijks te vereffenen zijn; politie, gemeente en waterleiding maakten al hoge kosten en 't is niet onmogelijk dat er nog een kostbare bodemsanering plaats zal moeten vinden. Het ontbreekt verd. aan de middelen, dat was het enige dat buiten kijf kwam te staan.
Echt boos verklaarde de Officier te zijn om 't feit dat verd. zich zo hardleers opstelde, ter zitting, maar eerder ook al in de praktijk door geen waarschuwing te trekken uit het eerste bezoek dat de politie hem had gebracht. Weliswaar volgde toen al procesverbaal omdat verd. niet had gereageerd op de geboden mogelijkheid de verboden middels in te leveren, maar 't was nadien voor verdachte van kwaad tot erger gegaan en het inbeslaggenomene was tot vele honderden kilo's opgelopen.
Verd. had nauwelijks ander verweer dan dat het vroeger ook altijd goed was gegaan en dat 't nooit z'n gewoonte was geweest wat weg te gooien, zo ook nu. In de kelder waren wat middelen opgeslagen, ook op de zolder, achter een schot en op een tweede lokatie. „U hebt er gewoon met de pet naar gegooid", zo werd de verd. door de Off. berispt. Tenslotte was alles bij hem in beslag genomen, ook de nog wel toegestane middelen die, zo schatte verd. een waarde van ƒ 15.000,- vertegenwoordigen, maar ze zullen hem niet worden teruggegeven omdat, zo overwoog de Politierechter, de verd. genoegzaam heeft aangetoond niet met die middelen om te kunnen gaan.
Z'n raadsman heeft zich vervolgens beijverd dat wat af te zwakken en het de Off. duidelijk te maken dat verd. niet zo schandalig heeft gehandeld als zij wilde doen geloven. Nee, zei de raadsman, „het is mijn cliënt boven 't hoofd gegroeid. Toen hij in de vijftiger jaren begon waren er nog maar vier of vijf middelen, maar een paar jaar nadien al meerdere duizenden." Ook de grote mate van vrijheid werd meer en meer beperkt en naarmate de regelgeving stringenter werd was het verd. boven 't hoofd gegroeid en was zijn interesse teloor gegaan, zo zei het de raadsman die de schijn van opzet dan ook probeerde weg te nemen.
Na anderhalf uur werd vonnis geveld. De eerste vier overtredingen werden beboet met ƒ 1.000,- totaal, de volgende drie met ƒ 1.500,-. Vervolgens vonniste de Politierechter tot twee geldboetes van ƒ 10.000,- elk, echter voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarde dat verd. de kosten van politie en waterleiding (ruim f 11.000,-) binnen drie maanden betaalt en tenslotte nog een geldboete van ƒ 5.000,- gevolgd door de stillegging van het bedrijf dat overigens al door verd. is beëindigd. Niets van het inbeslaggenomene zal aan verd. worden teruggegeven.
Ambtenaar vervuiler
Van de Nieuwe Tongse loonwerker verhaalden we al in 't begin van dit verslag; hem was tenlastegelegd - op een eigen perceel - droge mest te hebben uitgereden en dat niet gelijk te hebben ondergewerkt. Verd. hield vol dat 'ie niet geweten had dat die verplichting ook voor droge mest geldt, anders zou hij het stellig hebben gedaan, zeker in de wetenschap dat het hem anders duizend gulden zou kosten, want zó hoog formuleerde de Off haar eis. Trouwens vond dhr. Ras de ambtenaar die hem tien dagen nadien had geverbaliseerd een groter vervuiler dan hij van zichzelf veronderstelde; „zo'n type dat konstateert dat een olievat lekt en tien dagen later komt kijken of het al leeg is." Uit het verbaal bleek dat verd. de verbalisant graag op de kop had willen slaan, maar gelukkig was 't zover niet gekomen. De uitspraak was conform de eis, 't had verdachte niet geholpen zelfs op z'n gezondheid te bezweren dat'ie het niet geweten had. „Vergelijk maar", zei de Politierechter,
„Vergelijk maar", zei de Politierechter, „'t zou toch ook van de dolle zijn een verkeersovertreding niet te bestraffen omdat de overtreder verzekert dat het verkeersbord hem onbekend is?"
Stuifzandbestrijding
Wanneer in Ouddorp plotseling een storm opsteekt dient op droge zanderige akkers het zand tegen verstuiving te worden behoed en een probaat middel is dan het aanbrengen van een laagje drijfmest. Verd. A. had dat toegepast op z'n langs de Westerweg gelegen perceel en de overbuurman was 'm daar heel dankbaar voor geweest, maar verd. had tegen de Wet gehandeld, hoezeer er ook van een 'noodsituatie' sprake was geweest. Officier en Politierechter hielden verd. voor dat er een alternatief is, al is dat vele malen duurder, maar verd. verklaarde van het bestaan daarvan niet op de hoogte te zijn; 't gaat kennelijk om een zetmeelprodukt. Verdachte pleitte voor redelijkheid en
Verdachte pleitte voor redelijkheid en billijkheid in de veroordeling die hem boven 't hoofd hing: „De wolken stof vlogen er af!", zo verzekerde hij de noodzaak van zijn handeling, wijzend op de overlast die dat in de woningen kan geven maar ook op het gevaar dat met dat stuiven ook plantenzienten kunnen worden verspreid, waarom het verstuiven dient te worden tegengegaan. Soms lukt dat met stro, soms is het gewas voldoende grot en soms wordt groenbemesting toegepast, nü echter was verd. slechts de mogelijkheid van een laagje mest gelaten in de wetenschap dat hij dat niet zou kunnen onderwerken. Voor Ouddorps zandgrond zou eigenlijk een uitzondering moeten zijn gemaakt, vond verd. en ook het gemeentebestuur heeft zich daar aldus over uitgelaten, waarom verd. geraden werd nog maar 'es wat druk op de politiek uit te oefenen, maar verd. kwam er uitermate genadig af De eis luidde ƒ 1.000,-, waarvan ƒ400,- voorwaardelijk, maar de Politierechter vonniste tot ƒ 1.000,- geheel voorwaardelijk.
Eenzelfde vonnis hoorde Ouddorper M.V tegen zich uitspreken. Ook hij had, om verstuiving tegen te gaan, een stuk land bemest en niet ondergewerkt. Het overlijden van z'n vader had verd. in de omstandigheid gebracht dat hij dat, als leek, beslissen moest. Het enige wat hij wist dat het al jaren zo werd toegepast, maar onwetend was hij van de Wet die dat voortaan verbiedt.
Afval verbrand
Bij zijn woning aan de Oude Tongse Kolfweg had verd. B. een hoop afval verbrand en dat kostte hem een geldboete van ƒ 1.000,- waarvan de helft voorwaardelijk, wat door verd. nogal royaal werd gevonden. „Vijfentwintig meter verder had ik het wél mogen verstoken", zei hij, doelend op de open haard. Op de brandstapel had evenwel ook kunststof en steenwol gelegen.
Korssie brood
Een veehouder uit Abbenbroek, naar zijn verklaring levend van weinig meer dan van een korssie brood, was geverbaliseerd omdat hij op zijn weiland vloeibare mest had uitgereden in een periode dat dat niet was toegestaan. Op rubberlaarzen en in de overall verscheen verd. voor het hekje, levend bewijs van de verzekering van z'n raadsman dat 'ie dagenlang niets anders doet dan werken, een man die op z'n land gelukkig is en niet voornemens is iemand tot last te zijn. Het uitstrooien van de mest had echter niet anders gekund. Eigenlijk wel, liet verd. nog weten, als Justitie hem lang geleden maar eerlijker had behandeld had 'ie nu geld voor een mestsilo gehad. De eis was een geldboete van ƒ 1.500,-, voorts een boete van ƒ 5.000,- voor het negeren van een opgelegde 'voorlopige maatregel', die door verd. naar de Offi cier van Justitie was teruggestuurd, van welke geldboete ƒ4.000,- voorwaardelijk werd geacht met als bijzondere voorwaarde dat dit jaar de silo zal worden gebouwd. De Politierechter vonniste heel wat milder, een geldboete van ƒ300,- totaal en een voorwaardelijke van ƒ 2.000,-, „maar", zo waarschuwde ze de verd. „flik het me niet weer!"
Gierwagen buiten
Bij z'n bedrijf aan de West-Achterweg te Middelhamis mag verd. V. wel gierwagens plaatsen, mits hij dat maar doet in een afgesloten loods. Vanwege de milieudienst van de gemeente was procesverbaal opgemaakt toen dat vorig jaar niet was gebeurd en op enkele data was vastgesteld dat een wagen buiten stond. „Ter reparatie....", verklaarde verdachte, een verklaring waarmee hij pas nu, en niet al in het proces verbaal naar voren was gekomen. Verd. wist het ook met een aantal rekeningen van het reparatiebedrijf te staven en met zijn kennis van zaken stuitte hij maar steeds op het onbegrip van Officier en Politierechter die kennelijk niets van mestwagens, noch van de techniek van het mestverspreiden wisten. Een wagen ontdaan van een oliepomp kan geen meter meer worden verplaatst en daarom was 'ie buiten gebleven, trouwens schoongespoten, „en daarom niet stinkend", verzekerde verd. met nadruk. De reparatie had meerdere dagen in beslag genomen omdat een onderdeel moest worden besteld. Zelfs op de zaterdagavond was dat weer gemonteerd zodat de wagen 's maandags gelijk weer in bedrijf kon worden genomen.
De Off leek het maar half te willen geloven, rondom de wagen was geen aktiviteit waargenomen en ze was niet zo ingenomen met het 'gedoe' zoals dat nu naar voren kwam. Haar eis daarom een geldboete van ƒ4.500,- en publikatie van het vonnis. Verdachtes raadsman heeft in zijn pleidooi gewezen op het ontbreken van klachten uit de omgeving en hij vroeg dan ook vrijspraak omdat vanwege reparatieverrichtingen een wagen buiten mag blijven. In haar vonnis had de Politierechter de
In haar vonnis had de Politierechter de verdachte nogal wat voordeel van de twijfel en ze vonniste tot een geldboete van ƒ 3.000,- waarvan éénduizend voorwaardelijk.
De laatste zaak die werd behandeld was die tegen de veehouder uit Sommelsdijk die, bij zijn verafgelegen bedrijf, ook een witlofwasserij was begonnen. Dat was op nogal wat milieubezwaren gestuit waarom de verd. tot een droge reiniging was overgegaan waarvoor hij een vergunning behoeft, al vindt hij zelf dat een aanmelding van die installatie voldoende zou zijn. Verd. had zelfde verbalisanten gedagvaard en zij legden dan ook een verklaring af die echter niet pleitte voor verdachtes zaak. Eén van hen gaf toe te hebben gezegd dat de droge installatie weliswaar niet bezwaarlijk is voor het milieu, maar dat daarentegen wel grote hinder voor de omgeving is ontstaan door een zware elektromotor en door de verkeersaantrekkende gevolgen van de aanwezigheid van de installatie. Ook resteren er volgens een van de getuigen 'grote hopen afval', die het milieu niet ten goede zullen komen. De eis luidde een geldboete van ƒ 4.000,-
De eis luidde een geldboete van ƒ 4.000,- , de uitspraak ƒ 5.000,- waarvan de helft voorwaardelijk. De verd. kondigde aan tegen het vonnis in hoger beroep te gaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's