Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 23 -

De heldere hemel van hun leven had zich met grauwe donkere wolken gevuld.

Zo gaat het in het leven van alle dag. Voorspoed en tegenspoed wisselen elkaar af Het wordt nacht...

Het wordt nacht...

Sterren fonkelen aan het firmanent.

De rust in het dorp aan de Lek is na deze bewogen dag weergekeerd. De bewoners slapen...

Hier en daar brandt er nog een straatlantaarn en tegen twaalven wordt alleen de stevige stap van de dorpsveldwachter, die zijn ronde doet, gehoord. Even buiten het dorp ligt de geblakerde puinhoop van de Vredenhof Eenzaam en verlaten ligt zij daar aan de Lekdijk. Twee mensen kunnen echter niet slapen.

Twee mensen kunnen echter niet slapen.

Het zijn Adriaan en Tonia.

Er is vandaag teveel gebeurd en toch, ondanks alles voelen beide jonge mensen zich hecht aan elkaar verbonden.

Nee, Tonia heeft de jonge boer niet willen hebben om zijn bezittingen, ook al wordt dit wel eens door boze tongen beweerd. Het gebeurt niet zo dikwijls in deze streek, dat een rijke boerenzoon met een arbeidersmeisje trouwt. En dat was Tonia, toch toen zij trouwde. Maar zij had Adriaan van der Zande lief, met of zonder Vredenhof En bij Adriaan is het precies evenzo, daar twijfelt de jonge boerin niet aan. Toch is het in deze omstandigheden wel eens goed aan haar afkomst te denken, want wie is zij eigenlijk? Morgenmiddag gaat Adriaan naar de timmerman om de plannen te bespreken, want Vredenhof moet weer worden opgebouwd.

Eindelijk vallen beiden door de vermoeidheid in slaap. Beneden in het zijkamertje ligt een meisje te woe

Beneden in het zijkamertje ligt een meisje te woelen in haar bed. Neel heeft heel goed gemerkt, wat Jan wil. Maar... voelt zij wel voor de zoon van Stam, Tonia's broer?

Weemoed komt er in het hart van het eenzame meisje. O, zij hunkert naar wat liefde. Zeker, tante Marie en de oude Van der Zande zijn reuze goed voor haar, maar échte liefde, nee, die kunnen zij niet geven, hoe goed zij het allemaal ook bedoelen.

Als Jan het vraagt, dan...? Maar kom, laat ze proberen wat te slapen, want het zal allemaal wel verbeelding zijn. Zij zal zich maar geen illusies maken, ook al heeft zij er wel enige reden toe. Want zij heeft maar al te goed gemerkt dat de enkele jaren jongere broer van Tonia serieus is. Als hij het vraagt, dan zegt haar hart „ja". Het eerste licht van de nieuwe morgen breekt aan, als Neel Wirts in een onrustige slaap valt...

HOOFDSTUK 14

In een van de kroegen van het stadje, dat ruim vijfentwintig kilometer van het dorp aan de Lek ligt verwijderd, is het een drukte van belang. Er is geen tafeltje onbezet en de kastelein doet dan ook, zoals gewoonlijk, buitengewoon goede zaken. Zo nu en dan waggelen sommige bezoekers naar buiten en zij maken plaats voor nieuwe klanten. Het is al vrij laat in de avond, als de deur van de gelagkamer wordt geopend en een zwerver binnenstapt. Nieuwsgierig kijken de meeste bezoekers de vreemde man met zijn onguur gezicht aan, maar deze trekt zich van niemand wat aan.

Onmiddellijk loopt hij naar de tapkast en bestelt een stevige borrel. Staande drinkt hij met één teug het glaasje leeg en kijkt ondertussen of er hier of daar misschien nog een plaatsje voor hem is. Ja, daar in die hoek staat nog wel een stoel en met een „hè, hè" gaat hij moeizaam zitten.

Tjonge, wat is hij moe. De hele dag heeft hij rondgezworven en pas laat in de avond had hij het gedurfd de stad binnen te gaan. Niemand zou hem nu herkennen. Een paar keer was hij een portiek binnengevlucht omdat hij dacht dat er een politie­agent in aantocht was. Het was slechts een enkele late wandelaar geweest die naar huis ging. Eindelijk was hij voorbij deze kroeg gekomen en waagde hij binnen te gaan, in de hoop dat niemand hem zou herkennen, want dan had je de poppen aan het dansen. Voordat hij de deur van de gelagkamer had geopend, had de landloper zich voorgenomen niet te veel te drinken, maar... De zwerver bestelt nog een glaasje en als hij ziet, dat de kastelein aarzelt, grijpt hij in zijn binnenzak en laat hem een bankbiljet zien. Gerustgesteld komt de kastelein weldra met het bestelde aanlopen. Hij vraagt niet, hoe de haveloos uitziende man aan zoveel geld komt. Het interesseert hem ook niet, als hij zijn verteer maar betaalt.

Het duurt niet lang, of de zwerver wordt in de kring opgenomen, want niet alleen de kastelein heeft gezien, dat de vreemde landloper over veel geld beschikt, ook anderen hebben dat gezien en daarom worden alle pogingen in het werk gesteld om hem van zijn geld af te helpen. Het gebeurt niet elke dag, dat er zo'n rijkaard in hun stamkroeg komt. Jammer dat het al zo laat is, want het is bijna sluitenstijd en dat betekent dat het feest dan is afgelopen.

Door de drank voelt de landloper zijn vermoeidheid niet meer en grijnzend geeft hij alle aanwezigen een rondje en even later nog een. Hij heeft immers geld genoeg. De buit uit het geldkistje van de boer van Vredenhof is zó groot, dat hij er lange tijd rijk van kan leven. Wat waren die lui lomp om dat geldkistje onbeheerd op het erf te laten staan. Tjonge, zo'n meevaller heeft hij nog nooit gehad.

Wel moet hij voorzichtig zijn. want de politie zal wel ingelicht zijn. Die zal beslist wel overal naar hem uitkijken, daar twijfelt hij niet aan.

En om zijn sombere gedachten te verdrijven, bestelt hij nog een paar glaasjes, die hij met één slok naar binnen werkt.

Langzaam maar zeker begint het in zijn hoofd te deinen en alles in de gelagkamer schijnt te bewegen. Tjonge, wat heeft hij toch een slaap. Hij hoort nauwelijks de waarschuwing van de kastelein, dat het tijd wordt om te vertrekken. Het is bijna tijd om te sluiten en hij heeft liever geen moeilijkheden met de politie.

De meeste stamgasten staan op. rekenen af en verdwijnen weldra in het donker van de nacht naar huis, waar vrouw en kinderen wachten. Hoevele malen reeds hebben zij hun weekgeld verdronken, zonder dat zij rekening houden met vrouw en kinderen? Hoevele malen reeds moesten de kinderen zonder eten en hongerig naar bed? Soms, als zij nuchter zijn, komen zachtere gevoelens op de voorgrond en hebben zij spijt dat ze vrouw en kinderen verwaarlozen. Niet zodra hebben de mannen wepr de beschikking over wat geld, of met één klap zijn alle goede voornemens vergeten en duiken zij de kroeg weer in. Zo gaat het, week in, week uit, zonder dat er enige verandering in komt. Enkele gasten doen alsof ze de woorden van de

Enkele gasten doen alsof ze de woorden van de kastelein niet hebben gehoord en gaan rustig door met hun kaartspel. (wordt vervolgd)

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's