Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herinnering aan de watersnoodramp 1 februari 1953 te Ooitgensplaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herinnering aan de watersnoodramp 1 februari 1953 te Ooitgensplaat

(ingezonden)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ieder die het meegemaakt heeft denkt terug aan die nacht en de daarop volgende dagen. Toen ik op zaterdag 14 september 1991 bij de toespraak van de oud­burgemeester dhr. Hordijk, aanvt^ezig was en naar de zeer boeiende vertelling en uiteenzetting kon luisteren, hoorde ik wat er allemaal gedaan moest worden om alles in goede orde te laten verlopen.

Ik heb toen pas gehoord wat voor werk er verzet is, er moest water en eten komen en dat was er niet, en wij waren op die euvele dag van berichten gewoon uitgesloten.

Dit alles heeft de oud­burgemeester van Ooitgensplaat, dhr. Hordijk op een boeiende wijze uiteengezet. Maar wat er in het dorp zelf afspeelde, dat moest je van zeer nabij meemaken. Persoonlijk heb ik dat vanaf het eerste uur meegemaakt, daar ik bij de Reserve Rijkspolitie was.

Wij moesten vrouw en kinderen achterlaten om hulp te bieden waar dat nodig was.

Om 3 uur 's nachts werden wij opgeroepen om met spoed naar de Kaai te komen om hulp te bieden.

Het was nodig een dam te maken zodat het water niet het dorp inkwam. Maar dit mocht niet baten, het water kwam er over heen en liep zo het dorp in. Dat was ook het teken voor de mensen

Dat was ook het teken voor de mensen om snel naar hun gezinnen te gaan. Juist op tijd om thuis te komen, want tien minuten later zouden zij door de vloedgolf die het dorp overspoelde waarschijnlijk verdronken zijn. Er was op dat moment niets meer te doen, wij liepen even weg om snel iets te regelen om vrouw en kinderen indien mogelijk naar de dijk te brengen, maar met de opdracht zo snel mogelijk terug te komen.

Ik heb toen snel, al door het water heen, vrouw en kind naar de familie Bom (sigarenwinkel) op de dijk gebracht, en ben gelijk daarna weer zoals afgesproken naar de Kaai gegaan. Daar waren wij weer snel bij elkaar met de plaatselijke politie. Eén man was er nog niet. Han van Kem

Eén man was er nog niet. Han van Kempen. Maar dezelfde dag al hoorden wij dat hij verdronken was. Dat was een grote schok voor ons, wij moesten dat wel even verwerken.

En zo stonden wij machteloos naar het water te kijken, dat met grote kracht de Voorstraat instroomde.

Plotseling zagen wij dat het water snel zakte, waardoor het de Voorstraat niet meer instroomde. We zeiden: „Er is wel ergens een dijk doorgebroken, want anders kan het water niet zo teruglopen". Plotseling werd er geroepen „Daar komt het water", maar het water kwam van een kant waarvan we het niet verwachtten.

We kregen van onze plaatselijke politie opdracht zo snel mogelijk een veilige plaats op te zoeken.

Zelf ben ik de Molendijk opgegaan naar de familie Bom. Dat viel niet mee. Het water perste zich met grote kracht door de brandgangen, het water kon niet weg door de huizen aan de overkant. Maar toen ik voor het huis van de fam. Bom stond, stond ik droog, want daar kon het water de dijk af. Daar hoorde ik pas goed hoe het water met angstwekkende kracht het dorp inliep. Plotseling kwam het water tot stilstand en stroomde niet meer de dijk af. Ik begreep dat de hoogste waterstand bereikt was.

Toen dhr. Bom mij voor het raam zag staan en mij binnen liet zag ik dat mijn vrouw en kind en andere aanwezigen het naar omstandigheden goed maakten. Tot mijn verbazing was mijn moeder daar ook.

Na korte tijd ben ik zoals afgesproken weer teruggegaan naar de Kaai en toen het een beetje licht werd zagen wij welk een enorme ramp er gebeurd was. Wij begrepen dat we het dorp in moesten, niemand wist nog wat er in het dorp gebeurd was, waren er misschien huizen ingestort?

Wij hadden geluk dat er twee schepen in de Kaai lagen met een roeiboot. Die werden vlug aan de andere kant van de Kaai gezet. IJs v. d. Vliet en ik werden aangewezen om met twee roeiers het dorp in te gaan.

Wij namen ieder een kant van het dorp waarbij we niet buiten het dorp mochten gaan in verband met de nog steeds zware storm.

Het was voor ons een moeilijke opdracht, want je wist niet wat er gebeurd was en daarbij hadden we de opdracht niemand mee te nemen als er geen direkt gevaar dreigde. We moesten wel rapport uitbrengen wie het eerst gehaald kon worden, maar dat was zo moeilijk want iedereen wilde zo vlug mogelijk mee. Dit was geen gemakkelijke tocht voor ons. De angst, de kou, de zorg om de kleintjes, geen voeding, geen water, hoe gaat het met de kinderen, hoe gaat het met de ouders, op al deze vragen wilde men antwoord hebben. Wij konden helaas toen nog geen antwoord geven.

Het was voor allemaal wel een geruststelling dat er geen huizen door het water vernield waren.

Na deze verkenning zijn wij begonnen de mensen uit hun huizen te halen. We wisten nu wie het eerst hulp nodig had, waar de gezinnen met kleine kinderen waren, de zieken en de bejaarden. Sommige bejaarden wilden gewoon niet uit hun huizen, ze konden het allemaal gewoon niet geloven. Daarbij de angst om uit een dakraam te klimmen en over te stappen in een roeiboot, dan speelden er zich wel eens emotionele taferelen af. De saamhorigheid was groot, als wij langskwamen zeiden ze vaak: haal ons maar later, daar is het harder nodig. Er waren ook mensen die in paniek raakten met al dat water om hen heen. Zij moesten ook zo snel mogelijk weggehaald worden.

Op het eind van de zondag waren de mensen wat geruster geworden, ze wisten nu dat hun kinderen of hun ouders niet in levensgevaar verkeerden.

Het waren dagen vol spanning en soms heel moeilijke reddingen. Bij huizen met ramen in de bovenverdieping ging het nog, maar moesten de mensen door een dakraam klimmen en een steil dak af, dat was een gevaarlijke zaak. Gelukkig zijn hierbij geen ongelukken gebeurd, dankzij de mensen die meegingen om te helpen de mensen in de boot te krijgen.

Dit is dan mijn verslag van de eerste twee dagen van de watersnood, ze waren verschrikkelijk zwaar, zowaar lichamelijk als geestelijk. Het was heel moeilijk te beslissen wie het eerst werd gehaald en wie later. We zijn twee dagen niet uit de kleren geweest. Maar het begrip en de steun en blijdschap van de mensen als ze uit hun huizen werden gehaald heeft ons op de been gehouden. Na deze twee dagen was dit werk voor

Na deze twee dagen was dit werk voor ons afgelopen omdat er veel hulp van buitenaf kwam. Ook kwamen er politiemensen uit Groningen en Drente om ons met andere dingen bij te staan. Wij hebben die weken als Reservepolitie prettig samengewerkt met de plaatselijke politie en die van buitenaf

Het waren moeilijke en angstige dagen voor ons allemaal. Toch denk ik met dankbaarheid terug dat ik daadwerkelijk mee heb mogen en kunnen helpen, lic geloof dat de Reservepolitie toen zijn bestaan goed bewezen heeft. Wij hebben alleen nooit gedacht dat wij in onze eigen woonplaats voor zo'n ramp zouden komen te staan.

Met dank voor plaatsing.

C. van Putten, Zwijndrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Herinnering aan de watersnoodramp 1 februari 1953 te Ooitgensplaat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's