Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 3 -

Als het weer omslaat, wat ik direkt nog niet verwacht, is het te laat en het hooi is nu mooi droog. Het is werkelijk ideaal hooiweer en het is een lust om ze op het land bezig te zien".

„Hoe was het met Tonia?" vraagt tante Marie verder. De oude boerin, de zuster van de boer, die haar broer sinds de dood van zijn vrouw trouw verzorgt, kijkt hem nieuwsgierig aan.

De boer haalt zijn schouders op en zegt: „dat weet ik niet, ik ben niet binnen geweest, het was veel te mooi weer om in huis te zitten".

„Ik heb er eerlijk niet aan gedacht en ik was ergens anders met mijn gedachten", antwoordt van der Zande moeilijk.

Tjonge, wat is hij moe, zijn benen wegen als lood en de pijn in zijn borst wil nog maar niet zakken.

„Dat doe je tegenwoordig wel meer, je hoort soms niet eens wat er gezegd wordt", klinkt het een beetje scherp.

De oude boer zwijgt en laat zijn zuster praten. Als zij eens wist hoe naar hij zich voelde, zou zij wel anders doen. Trouwens zij zou het toch niet gewonnen geven, want hij kent Marie al jaren. Opeens krijgt hij behoefte om haar alles wat op zijn hart ligt, te vertellen.

„Marie, luister eens?"

Van der Zande probeert zijn stem gewoon te laten klinken maar het lukt hem niet al te best.

„Wat is er?" Verwonderd kijkt tante Marie hem aan. Wat

Verwonderd kijkt tante Marie hem aan. Wat klonk de stem van haar broer raar.

„Marie..."

Even hapert zijn stem.

„Marie, ik geloof dat mijn aardse huis spoedig staat afgebroken te worden. Ik voel het, het wordt eeuwigheid en het zal niet veel maanden meer duren".

Tante Marie wordt bloedrood en siddert. Eerlijk gezegd heeft ze de laatste tijd al verschillende keren gedacht: wat gaat hij toch achteruit. Maar zij heeft het telkens van zich afgeschud, omdat zij het niet wil geloven. Het valt allemaal nog best mee, zo had zij bij zichzelf geredeneerd, maar toch was er diep in haar hart een zekere onrust gebleven.

En nu, op een tijdstip waarop zij het helemaal niet heeft verwacht, begint haar broer er zelf over.

Sprakeloos staart tante Marie hem aan en het is even stil in de kamer van het oude renteniershuis.

Dan zegt zij, terwijl haar stem beeft: „Je ziet altijd alles veel te somber in en niemand weet de dag en het uur van zijn sterven". Tante Marie zwijgt. Van der Zande kijkt met weemoed in het hart zijn

Van der Zande kijkt met weemoed in het hart zijn zuster aan en antwoordt: „Nee, Marie, maar het zou wel eens kunnen gebeuren, dat ik plotseling uit de tijd ging, tenzij de Heere nog iets anders met me voorheeft. Maar nu ik er nog ben, wil ik graag orde op zaken stellen. We weten inderdaad de dag en het uur van onze dood niet; het kan misschien nog wel maanden duren, maar wat gedaan is, is gedaan".

Er staan tranen in de ogen van de vrouw die zoveel jaren de scepter zwaaide op Vredenhof „Ik kan je niet missen, broer", steunt ze.

„Ik kan je niet missen, broer", steunt ze.

„Daar wordt niet naar gevraagd. Marie", klinkt het ernstig, terwijl hij er op laat volgen: „binnenkort is het kerkeraad en dan bedank ik als ouderling, terwijl ik binnen niet al te lange tijd ook de zaken met Adriaan zal afhandelen. Jij hoeft niet ongerust te zijn, dat er niet voor je zal worden gezorgd, ik bedoel financieel, maar laat dat maar aan mij over. Ik heb al lang mijn plannen klaar en.."

„Je had al veel eerder moeten bedanken, misschien zeggen ze wel, wat moet die oude van der Zande nou nog in de kerkeraad doen. Trouwens ik heb het je al meermalen gezegd, stop er toch mee, maar je wilde het natuurlijk van mij nooit aannemen. Zo is het altijd nog gegaan en nu gaat het weer zo", valt tante Marie hem in de rede. Zij heeft zich weer een beetje van de schok hersteld.

„Je hebt gelijk", antwoordt de oude boer, „maar het valt niet mee, om overal afscheid van te moeten nemen. Weetje nog hoe ergje het vond, toen je de hofstee moest verlaten en je werk aan een ander moest overlaten. Ik kan me nog heel goed herinneren dat het je moeite gekost heeft al dat vertrouwde te moeten achterlaten".

Van der Zande kijkt tante Marie vragend aan.

Deze knikt instemmend. Ja, dat was zo, dat moet zij eerlijk bekennen, en de

Ja, dat was zo, dat moet zij eerlijk bekennen, en de eerste weken in het renteniershuis waren niet best geweest.

„Weetje nog Marie, wat ik de laatste avond op de hofstee heb gelezen?"

„Ik kan het niet meer zeggen".

Tante Marie veegt eens langs haar voorhoofd. Wat was dat ook al weer? Als ze nou maar niet zo vergeetachtig was, dan zou zij het nog wel hebben geweten. Maar nu, nee, zij kan er niet meer opkomen.

„Het was Prediker 3, Marie. „Alles heeft een bestemde tijd en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien".

Tante Marie knikt. Ja, dat was het, nu herinnert

zij het zich weer. „Zoals ik zei. Marie", gaat hij verder, „het valt niet mee om overal afscheid van te moeten nemen, maar als de Heere het geeft, losgemaakt te worden van alle aardse beslommeringen, dan is dat zo. En dit is vanmiddag op de dijk gebeurd. Of je het begrijpt of niet, maar dan blijft er niets anders over dan gereedschap van vertrek te maken. Binnenkort is het kerkeraad en dan bedank ik als ouderling".

„Ga nog eens naar de dokter", raadt tante Marie aan, „misschien zie je het veel te somber in en zo heel oud ben je toch ook nog niet".

Met deze woorden tracht tante Marie het gesprek een andere wending te geven. Zeker, zij is wel godsdienstig en wil niet graag een kerkdienst missen, maar als haar broer over geestelijke zaken begint, wordt zij een beetje kriebelig. Zij begrijpt of liever gezegd, zij verstaat er niets van en och, zo zwaar op de hand als haar broer behoef je nou ook weer niet te zijn. En als het stemmetje van binnen wat al te veel op de voorgrond komt, dan is het beter om dit door hard te werken en aan andere dingen te denken, maar zo spoedig mogelijk het zwijgen op te leggen. Je zou er ongerust van worden. Anders kun je toch niet leven en dat moet toch ook doorgaan! Nee, zij houdt van rust en wordt daarin niet graag gestoord! Het valt allemaal best mee en met die zware termen kom je er toch ook niet.

Door al die sombere dingen is de gezondheid van haar broer ook achteruitgegaan, daar is tante Marie vast van overtuigd. Als hij wat opgewekter karakter had, zou hij er anders tegen aan kijken.

(wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's