Overdenking uit de Heilige Schrift
Ik ben
En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des Levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. (Johannes 6:35)
De Heere Jezus heeft brood gegeven aan een hele grote menigte mensen. Er bleven zelfs twaalf korven gevuld met brood over. De menigte is zeer enthousiast: „Hij is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou". Ze willen Hem tot Koning uitroepen. Maar Jezus ontweek hen.
Dit is het begin van het zesde hoofdstuk. En aan het eind? Dan is de schare mensen vertrokken. „Ze wandelden niet meer met Hem". Hoe komt dat? Door de prediking. Men wil Jezus niet als de Profeet, Die het Brood des Levens is.
Want zo heeft Hij hen gepredikt. Dat zij alleen door Hem behouden kunnen worden. Hij zegt: „Ik ben het Brood des Levens". Zo stelt Hij Zich voor. Je moet niet geloven in de wonderen maar in Mij. Want Ik ben het Brood des Levens. Door de zondeval is er geen leven meer. Dat is het oordeel van God over ons. Maar in Zijn geest en ontferming geeft Hij weer het Brood des Levens. Hij neemt de zonde weg en geeft het leven. Dat doet Hij door Zijn lichaam te laten verbreken en Zijn bloed te laten vergieten. Zo is Hij de spijze die blijft tot in het eeuwige leven.
Hij moet niet tot Koning worden uitgeroepen maar als Koning worden aangeroepen. Hij doet Zijn hand open om het Brood des Levens uit te delen. Hem als Koning erkennen en Hem over ons laten regeren. Als de Ik Ben. Maar daar ligt het breekpunt. Velen willen wel leven van Hem maar niet uit Hem. Dan is er geen deel aan Hem en aan het leven.
Toch zal God ervoor zorgen dat er tot Hem zullen komen en in Hem zullen geloven als de 'Ik Ben'. „Die tot Mij komt en die in Mij gelooft".
Komen en geloven horen bij elkaar. Hij alleen is het Brood des Levens. Ik Ben. Het gaat om Hem. En die tot Hem komen zijn alles kwijt, zij hebben geen eigen brood en eigen water meer. Ze komen niet als verzadigden, maar als hongerende en dorstenden naar Hem. Komen en geloven in Hem. Hij is het Brood des Levens. Ik Ben. Aan het komen tot en het geloven in Hem daar zegt de Heere Jezus geweldige dingen van. Een rijke belofte: die zal geenszins hongeren en die zal nimmermeer dorsten. Hij verzadigt. Door Zijn lijden en sterven heeft Hij het leven verworven. Ik Ben het Brood des Levens. Van Hem kun je leven, eeuwig leven.
Hij geeft mild en overvloedig. Hij zal een ontelbare schade voeden met het hemelse Brood. Voeden met Zichzelf En Hij doet het zo dat ze dan niet naar iets of iemand anders meer zullen hongeren en dorsten. Zij leren dan alles schade en drek achten om Christus wil. Een ding: verzadigd te worden met het Brood des Levens. Ik Ben het Brood des Levens. Tot wie zouden we anders heen gaan? „Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid
„Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven".
O. V.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's