Raad Dirksland in de clinch met College van Goedereede

Toen Dirksland's College dat in de Goereese notulen las (maandelijks worden die uitgewisseld), toen heeft Dirksland daar met een pinnig briefje op gereageerd en daar is van Goerees' zijde weer een pinnig briefje op terug gekomen met de boodschap dat ze (Dirksland) zich niet met Goerees' notulen moeten bemoeien, al had Goedereede het wat meer parlementair uitgedrukt, n.1. dat het 'ongebruikelijk is over de notulen in discussie te treden'.

Leen van Prooijen (Gem.belang) wond er zich kennelijk nog 't meest over op, heel kwalijk vond'ie het dat het Gemeentebestuur van Dirksland nu mikpunt geworden is van Goerees' pogen het eigen straatje schoon te vegen, want van dat laatste moest volgens dhr. van Prooijen overduidelijk sprake zijn: „juist Goerees' raadsleden hadden betere geïnformeerd moeten worden over de kansen die er lagen", verweet dhr. van Prooijen, verzekerend dat de belemmeringen die deelname van Goedereede hebben verhinderd niet aan de gemeente Dirksland te wijten zijn geweest. „We hebben ook niet de pretentie andere gemeenten naar onze hand te zetten", mopperde dhr. van Prooijen, maar hij eindigde in majeur: „...ik ben blij dat ik hier in de raad zit, waar openheid van zaken het parool is!"

't Was natuurlijk niet om de notulen-, maar om de gedane beweringen gedaan. zo bracht daarna de raadsvoorzitter burg. Boonstra in het midden: „we willen geen discussie over de notulen-, maar over de gedane uitspraken die de naam van de Gemeente Dirksland hebben aangetast", aldus de voorz. die verzekerde ten opzichte van Goerees' College niet anders te hebben gedaan dan hen te hebben gewezen op de feitelijke gang van zaken, zo hoort dat, vond dhr. Boonstra. In het Goereese antwoord had hij ook geen argumenten aangetroffen die de juistheid van de Goereese bewering zouden hebben bevestigd. „Wanneer onze goede naam wordt aangetast hebben we de plicht daarop te reageren", stelde de voorz. vast en aldus was dan ook geschied.

Openheid

Weth. A. J. Schouten, wars als hij is van onderling gekijf, was best gevoelig voor het compliment dat jegens het College was uitgesproken om de voldoende informatie die de raad wordt aangereikt. Ook nu gaf dhr. Schouten een explicatie van de gang van zaken waaruit moest blijken dat Dirkslands College slagvaardig heeft ingespeeld op de mogelijkheid die er was de jongeren niet zomaar kans op een uitkering-, maar juist een garantie op werk te geven! Toen de bij de Stichting Banenpool gevraagde offerte te lang was uitgebleven hadden de gemeente Dirksland en Middelharnis elkaar gevonden in het oprichten van de Stichting Werksaam, een voortvarend inspelen op de situatie in het kader van de Sociale vernieuwing, vond dhr. Schouten, met als resultaat dat alle daarvoor in aanmerking komende jongeren per 1 januari een arbeidskontrakt kon worden aangeboden. Dat andere gemeenten niet mee hebben willen doen is hun eigen vrije wil geweest, aldus dhr. Schouten en dat was, wat Dirksland betreft, het laatste wat er over gezegd werd.

Naamgeving fietspad

Een van de weinige agendapunten die nog wat bespreking ondervond was het vorostel tot straatnaamgeving (nou ja, straat) voor het fietspad over de Slikken van Flakkee. Het fietspad over de Slikken krijgt de naam 'Gorsingenpad', de weg näär de Slikken zal de 'Bieningenweg' worden genoemd.

Het zijn namen, die volgens dhr. van Prooijen, van grote creativiteit getuigen. Ze zijn te danken aan CDA raadslid Grootenboer die ze op een oude topo-grafische kaart heeft aangetroffen. Bieningen is een oude naam voor Grevelingen.

Door dhr. v. d. Vlugt werd geattendeerd op de begroeiing die het pad dreigt te overwoekeren. „Straks kun je door 't groen niet meer ontdekken waar het pad precies ligt", voorzag dhr. v. d. Vlugt.

Delegatie verkeersbesluiten

Het nemen van verkeersbesluiten werd door de raad aan het College gedelegeerd. Als enig bezwaar daarvan werd - door dhr. Robijn - verondersteld dat voortaan verkeersbesluiten niet meer in de raad zullen worden overwogen en beargumenteerd en ze daarom ook geen onderdeel meer van de raadsverslaggeving in de pers zullen vormen.

Toegezegd werd dat de gemeentenaren voor wie de maatregel het meest geldt tijdig in kennis worden gesteld. De mate van verstrekkendheid zal bepalend zijn voor de mate waarin de bewoners bij (het nemen van) een maatregel zullen worden betrokken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen