Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vallende Bladeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vallende Bladeren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 9 -

En nu, de Heere heeft leven gespaard, maar ook leven geschonken. Geef Hem er de eer van Adriaan".

En het klinkt als een snik als de oude boer zegt: „De oude bladeren beginnen te vallen en een nieuwe loot is aan de stam van de van der Zandes ontsproten". Dan zwijgt hij en gaat weer zitten. „Nou jullie komen maar eens spoedig kijken". Adriaan maakt aanstalten om te vertrekken.

De oude boer schudt echter zijn hoofd. Nee, hij wil niet tot morgen wachten en met iets van zijn vroegere veerkracht zegt hij: „Nee Adriaan, ik wacht niet tot morgen. Je kunt praten wat je wil, maar ik wil mijn kleinzoon vanavond nog zien en ook Tonia".

„Ik eigenlijk ook wel", bekent tante Marie, „maar ik wil niet hebben, datje loopt", zegt zij tegen haar broer.

„Dat hoeft ook niet", beslist Adriaan, „ik ga nu naar huis, of liever gezegd eerst nog even naar mijn schoonouders en dan zo spoedig mogelijk naar huis. Weet je wat, ik heb al een prachtige oplossing gevonden. Ik zal Kees vragen of hij jullie even met het rijtuig haalt en weer terugbrengt. Het duurt vanzelfsprkend nog wel even, maar ik zou zeggen, maken jullie je over een half uur gereed, dan zal Kees er wel zijn".

„Zou Kees het willen?" informeert de oude boer, „hij heeft vandaag hard moeten werken en nu komt dit er nog bij".

„Laat dat maar aan mij over, vader. Kees is zo kwaad niet en in deze omstandigheden zal hij het zeker niet weigeren", zegt Adriaan geruststellend. Tante Marie knikt en haar ogen glinsteren van genoegen. „Het is een mooie oplossing", vindt zij en ook Adriaans vader is er nu mee in zijn schik. En al was er geen rijtuig geweest, dan zou hij toch gegaan zijn, ondanks alle protesten van Marie. Hier heeft hij immers jaren naar uitgezien. Zeker, als Adriaan en Tonia een dochtertje hadden gekregen, dan zou hij ook blij geweest zijn, natuurlijk, maar nu het een stamhouder is geworden, is hij eerlijk gezegd nog blijder. Zijn dochters in Noorloos en Blesgraaf hebben enkel dochtertjes.

„Wie had dit ooit kunnen denken", zegt hij almaar.

Nog even blijft Adriaan staan, dan haast hij zich naar de familie Stam om daar het heugelijke nieuws te gaan vertellen.

Tante Marie lacht en zij denkt niet meer aan al dat sombere dat eigenlijk de avond had bedorven. Vlug gaat zij zich verkleden want zij wil niet in haar daagse kleren naar de Vredenhof gaan. Nooit zal tante Marie de straat op gaan zonder zich als statige boerin te kleden. Zo deed zij het vroeger toen zij nog boerin op de hofstee was en zo doet ze het ook nu. Je kunt toch niet als zo'n slonzige arbeidersvrouw over het dorp lopen, er moet afstand blijven, meent zij.

De oude Adriaan van der Zande blijft alleen achter.

Met bevende handen pakt hij zijn zilveren tabaksdoos van de tafel en stopt een pijp. Weldra stijgen grote rookwolken omhoog. De dokter heeft reeds een paar keer gezegd, dat het beter is dat hij stopt met roken, maar hij is er nog niet toe kunnen komen.

Weemoed vervult het hart van de oude boer. Zijn gedachten gaan naar de Vredenhof waar een stamhouder is geboren, jong leven op de hofstee. Wat een geluk dat alles goed is met moeder en kind. Als Adriaans moeder dit nog had mogen beleven, wat zou zij gelukkig zijn geweest of misschien niet...? Een pijnlijke trek vliegt over zijn gezicht. Wat was zijn vrouw altijd hoogmoedig geweest. Zij zou het Adriaan nooit vergeven hebben, dat haar trots, haar enige zoon met een arbeidersmeisje was getrouwd. Verdrietig schudt de oude boer het hoofd.

Het is waar Adriaans moeder deed niets liever dan buren en kennissen te prikkelen met haar rijkdom. Want rijk was ze, schatrijk. Een groot kapitaal bracht ze mee toen ze met hem trouwde. En dit kapitaal werd in de loop der tijden door erfenissen steeds groter. Maar... wat baat het een mens zo hij de gehele wereld gewint en schade lijdt aan zijn ziel? Dit geldt voor iedereen, dat gold, nu reeds zovele jaren geleden, óók voor de rijke vrouw van van der Zande. Afstand moest ze doen van al haar schatten, die op haar sterfbed slechts een gouden zeepbel bleken te zijn. Niets kon zij er van meenemen. Zo is zijn vrouw gestorven. Wat had hij gehuild bij haar sterfbed en haar graf Nooit was het in zijn gedachten opgekomen, dat dit zou kunnen gebeuren. Hoe dikwijls was hij als ouderling met dominee meegeweest naar sterfbedden en begrafenissen. Het waren altijd anderen geweest. Levendig komt alles weer voor zijn geest.

Maar waar blijft Kees toch, volgens hem had hij er al lang kunnen zijn.

Van der Zande haalt zijn horloge uit zijn vestjeszak en kijkt een beetje ongeduldig hoe laat het is.

„Kom", bromt hij, „het raakt zachtjesaan tijd". Het zal weer een Adriaan zijn, daar is hij vast van overtuigd en het zou hem bitter tegenvallen als het niet zo zou zijn, maar je weet nooit. Alle stamhouders van de van der Zandes heetten sinds mensenheugenis, Adriaan. Enkele ogenblikken later komt tante Marie, op

Enkele ogenblikken later komt tante Marie, op haar best gekleed, de kamer binnen.

„Moet jij je niet meer verkleden?" informeert zij met een blik op zijn daagse pak dat er nu niet bepaald verzorgd uitziet.

De oude boer schudt zijn hoofd en zegt: „Kees zal er zo zijn. Marie en het heeft geen zin om nog wat anders aan te trekken". En glimlachend voegt hij er aan toe. „Trouwens, we hoeven toch niet naar de burgemeester of zo".

Van der Zande zwijgt. Hij ziet wel dat zijn woorden in verkeerde aarde vallen, want tante Marie kijkt hem vernietigend aan.

Hij moet oppassen, dat er nu geen ruzie komt, want dat zou alles maar weer bederven. De oude boer komt overeind en klopt zijn pijp leeg in de asbak.

Met een blik op zijn horloge zegt hij: „Kees wacht lang, ik wou dat hij er was".

,Adriaan kan geen ijzer met handen breken, hij moest toch eerst nog naar zijn schoonouders", antwoordt tante Marie en haar stem klinkt stug terwijl zij naar zijn jasje kijkt waarop as en wat pijptabak is gemorst.

Dan wordt het stil in de kamer en beiden luisteren of zij een rijtuig aan horen komen.

„Hoor!"

Tante Marie steekt haar vinger op en springt van haar stoel op.

„Daar komt hij".

Van der Zande luistert met de hand aan zijn oor".

„Ik geloof dat je gelijk hebt".

Tegelijkertijd klinkt er hoefgetrappel en geratel in de stille Dorpsstraat. Het is inderdaad Kees, de knecht van Vredenhof met het rijtuig.

„Eindelijk dan", mompelt de boer in zichzelf (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Vallende Bladeren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's