Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Historie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Historie

Melissant (2e serie, nr. 10)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IV)

Over 't leven van een koeiewachter

In E.N. van 19-12-1986 stond in de rubriek van T. Knóps: In gesprek met... dhr. van Oudenaarden:

Als hij zo zit te vertellen over vroeger, zie ik in gedachten een jongen van elf jaar langs de dijken bij Melissant dwalen. Hij draagt een knapzak met wat stikken; in zijn hand heeft hij een onmisbare stevige stok; om de benen zitten sliklappen. De jongen drijft de koeien bijeen want hij is koeiewachter... Het polderland ligt wijd om hem heen, in de verte stroomt, als een zilv'ren lint, de Grevelingen. Dan, na enige uren te hebben rond gelopen, is het tijd om te schaften. Hij legt een strovuur aan en hangt er een koperen ketel boven; er wordt koffie gekookt...

Dat jongetje zit vanmiddag tegenover me: dhr van Oudenaarden, 79 jaar! Hij zegt: „'s Avonds kreeg ik vier koffiestikken van de boerin en soms ook melk. Twee jaar lang ben ik koeiewachter geweest".

Dhr. van Oudenaarden kon op school heel goed meekomen ondanks het feit dat hij vaak te laat kwam omdat hij eerst met moeder mee moest naar de slikken, waar ze voor dag en dauw zeekraal ging snijden... Op zijn elfde jaar had hij zes klassen doorlopen. Zijn kameraad mocht naar de Normaalschool en heeft daarna ook een goede funktie gekregen; voor hem, als oudste van zes kinderen, was dat niet weggelegd. Hij kon koeiewachter worden.

Enige gezegden:

„'n Melissants bakje".

„Blommetjes van 't kerkhof: bruine vlekjes op 't gezicht van oude mensen.

Een 's zondags Hek Maekt 't kerkhof riek.

Gorsbeesten; de jongens die van school af waren, gingen werken en 1 november kwamen ze op school terug tot het voorjaar.

Een deel van Dirksland noemden we 'Klein Parijs'.

We liepen na het dempen van de 'vóórvale' langs de Voorstraat over den 'gedempten Aoi', naarAoi van der Mast, die bij die demping een grote rol speelde. Voor de Voorvaete gedempt was zag de Voorstraat met de vaete er langs, er zó uit:

Mijn persoonlijk kontakt met Melissant

Mijn persoonlijk kontakt met Melissant vloeide vanzelf voort uit mijn geboorte en opgroeien aldaar.

Over mijn leven daar kunt u veel vinden in 'Mijn Familieboek', prijs ƒ 15,- zonder porto.

Over 't Melissantse leven in 't algemeen vindt u daar ook 't een en ander. Tenslotte nog dit stukje waarin ook het gevoelen van mensen, die niet emigreer-den, maar wel uit hun geboortedorp vertrokken, is te herkennen.

Vele volwassen emigranten kennen in hun nieuwe land van vestiging het heimwee naar de streek van herkomst, hun geboortedorp of -stad. Het nieuwe land is nog niet volledig hun tweede vaderland geworden en zij verlangen om hun geboortedorp of -stad terug te zien. Daarbij vergeten zij dikwijls, dat ook daarginds de tijd niet stilstaat, dat het oude en vertrouwde langzaam of zelfs snel plaats moet maken voor het nieuwe, onbekende en dat hun verwanten en vrienden overlijden of verhuizen. Na de vreugde van herkenning bij het weerzien is daar dikwijls een geleidelijk toenemend gevoel van vervreemding van het eerste vaderland. Vele emigranten keren daarom zonder heimwee terug naar hun tweede vaderland, waar zij zich nu beter thuisvoelen dan in hun eerste.

Dat gevoel van vervreemding, ja van verdriet over de teleurstelling van het weerzien met het verleden is aangrijpend tot uiting gebracht door de dichter Theun de Vries, beter bekend als romanschrijver, nadat hij zijn geboortedorp m Friesland had teruggezien. Hij was immers emigrant uit zijn vaderland: „heitelan Fryslan".

Hieronder volgt zijn gedicht over het weerzien.

Het dorp

Soms keer ik terug en ga als in droom langs de slingerpaden der ker de mannen en vrouwen van mijn geslac

de mannen en vrouwen van mijn geslac rusten onder hun grauwe zer

De zwarte ernstige velden dragen den eersten oog

Een reuk van rauwe vruchten waait Het voorjaar is op zijn hoogs Het gras geurt krachtig en pasgemaaid

Het gras geurt krachtig en pasgemaaid ah toen hier het leven begon

en achter de hreede hoeve staat nog een grote verblindende zo

Maar de steden, de nachten. ...en alles wat sinds is geschied

ik ben een ander geworden. de eenvoudigen groeten mi] ni Ik ga de korte grijze straat van 't verled

Ik ga de korte grijze straat van 't verled op en neer

J. L. Struik

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Uit de Historie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's