Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was voor haar opnieuw een bewijs geweest, dat Jan haar niet voor het geld had getrouwd zoals veel dorpsbewoners achter hun mg om beweren. Jan heeft het zich in het begin nogal aangetrokken dat de mensen zo over hen roddelen.

Maar alles wat van haar is, is nu ook van Jan. Zo heeft zij het zelf gewild, alhoewel de notaris haar heeft gewaarschuwd om het niet te doen. Zij heeft hem laten praten en toch haar eigen zin gedaan. Neel schrikt op uit haar gepeins, want plotseling wordt de keukendeur geopend en stappen Jan en de oude van der Zande naar binnen...

Neel staat vlug van haar stoel op en begroet de oude van der Zande hartelijk en feliciteert hem met de geboorte van zijn kleinzoon.

„Zo van der Zande", zegt zij, terwijl zij een stoel bijschuift, „dat is al een poosje geleden, dat u hier bent geweest. Ik heb wel eens bij mezelf gedacht, zou de oude boer uit het renteniershuis ons niet meer weten te vinden? Het is denk ik wel een maand of drie geleden."

„Dat zou ik denken", antwoordt de boer, „daarom dacht ik gistermiddag, ik moet binnenkort die mensen weer eens gaan opzoeken."

„Dat dacht u zeker, toen ik u op de dijk voorbijreed", lacht Jan.

„Je zou wel eens gelijk kunnen hebben, molenaar", knikt de boer.

„Bent u vanmorgen nog op de Vredenhof geweest?" informeert Neel nieuwsgierig.

„Dat zou ik denken, het was vanmorgen mijn eerste gang", is het antwoord, „want", zo laat hij er op volgen, „ik moet het nu nog doen, nu kan ik nog op de Vredenhof komen en wellicht straks niet meer. Jullie weet dat het met mijn gezondheid achtemit gaat en jullie mogen het gemst van me weten, ik geloof niet, dat ik het hier beneden nog lang zal maken. Als de herfst van het leven voor de mens komt, dan beginnen de bladeren te vallen en het wordt winter." Het wordt stil in de keuken van het molenaars

Het wordt stil in de keuken van het molenaarshuis. Neel en Jan voelen de emst die er in de woorden van de oude boer werd gehoord.

„Wij zijn gisteravond nog naar de Vredenhof geweest." Neel verbreekt de stilte en zij voegt er aan toe: „Jullie waren toen al naar huis gegaan." Het valt Neel op dat de oude boer er inderdaad slecht uitziet, hij is achtemit gegaan sinds zij hem de laatste keer heeft gezien. Hij is werkelijk een oude man geworden, maar dat van der Zande het nou zo somber inziet, nee, daar staat zij toch werkelijk van te kijken. Zij zou het zich niet voor kunnen stellen, dat hij.... nee, laat ze daar niet aan denken. De boer is altijd nogal somber gestemd, misschien valt het nog wel mee. Toch huivert Neel want opeens moet zij aan haar eigen vader denken die nu al verschillende jaren geleden overleden is. Even heerst er weer stilzwijgen, maar dan zegt van der Zande, en zijn stem klinkt weer beheerst: „Neel, gistermiddag was je nog bij Marie hoorde ik. Zij vertelde me, dat jullie de molen en het huis willen laten opknappen. Nu, dat is niet voor zijn tijd, molenaar van Driel heeft er vroeger nooit wat aan gedaan, alleen het allernoodzakelijkste. En ik zal nou maar gelijk open kaart spelen, want Jan heeft vanzelf weinig tijd om midden op de werkdag een uitvoerig verhaal van een oude man aan te horen. Om kort te gaan, toen Marie me dit vertelde, stelde zij voor om jullie zolang bij ons in huis te nemen, want de huisvesting tijdens de verbouwing van het huis gaf nogal wat problemen, heb ik begrepen. Neel komt in geen vreemd huis, dat is al een groot voordeel en tante Marie zou het erg op prijs stellen als jullie zolang bij ons intrek nemen. Van mijn part is er ook geen enkel bezwaar, dus wat mij betreft kan dit doorgaan."

De oude boer zwijgt en kijkt de beide jonge mensen aan.

„Als ik eerlijk ben, van der Zande, vind ik dit een prachtige oplossing", zegt Jan een beetje verbaasd, „maar is het voor u niet bezwaarlijk, want... eh.... ja, uw gezondheid ziet u. Als u er maar geen last van krijgt. Elk mens brengt zijn dmkte mee zegt men wel eens." Jan kijkt van der Zande vragend aan.

Jan kijkt van der Zande vragend aan. De boer schudt echter zijn hoofd. „Ik had zo gedacht, dat jullie de achterkamer

„Ik had zo gedacht, dat jullie de achterkamer nemen en wij de voorkamer, dan zijn wij vrij en jullie ook. Hoe denk jij er over Neel?"

„Ik wil het graag doen van der Zande, u weet dat ik heel goed met tante Marie kan opschieten. Ik vind het, zoals Jan reeds zei, een goede oplossing en had er eerlijk gezegd helemaal niet aan gedacht. Wat mij betreft gaat het door, wat denk jij ervan. Jan?" Neel kijkt haar man aan.

Neel kijkt haar man aan.

Deze knikt. Het voorstel van van der Zande lijkt hem wel.

„Ik zou zeggen, laten we het doen, Neel", zegt hij opgewekt, „dan zijn we ineens van een hoop zorgen af"

„Afgesproken dan en we horen wel wanneer het gaat gebeuren."

„Het duurt nog wel even, van der Zande", antwoordt de jonge molenaar, „eerst komt de molen aan de beurt, tenminste, dat is mijn bedoeling. Het kan zijn dat de plannen nog worden veranderd, maar dat hoort u zo spoedig mogelijk. Alvast vriendelijk bedankt voor het aanbod." „Niets te danken", weert de boer af, „het is niet mijn idee, maar dat van tante Marie geweest." Jan kijkt eens op de klok. Tjonge, hij moet opschieten, anders komt hij vandaag niet klaar, trouwens de wind is ook iets gedraaid, de kap moet nodig iets gedraaid worden.

„Als u het me niet kwalijk neemt, dan ga ik nu weer aan het werk", zegt hij tegen de boer. „Ga gemst je gang, jongen. Ik zei toch al dat ik je niet van je werk af wilde houden."

Na een korte groet verdwijnt Jan naar de molen. „Kom, dan ga ik ook maar."

De oude boer komt moeizaam overeind. „U hoeft van mij nog niet weg te gaan hoor!" De stem van Neel klinkt hartelijk. „Voomit dan maar, nog even dan", en van der

„Voomit dan maar, nog even dan", en van der Zande laat zich weer op zijn stoel zakken. „Ja, ja", zegt hij opeens, „het kan toch heel anders

„Ja, ja", zegt hij opeens, „het kan toch heel anders lopen dan je zelf hebt gewild. Weet je het nog Neel, dat je vader en ik als de grootste dwazen hebben gehandeld en wat is het, achteraf gezien, gelukkig dat er niets van al die plannen is terecht gekomen." Neel knikt.

Neel knikt.

„Ik weet het allemaal nog heel goed", antwoordt zij op zachte toon.

„Inderdaad", hervat de boer, „een mens denkt soms zijn eigen weg te kunnen bepalen, maar niets is minderwaar. Achteraf moetje zeggen, het is goed dat alles zo gelopen is, want zonder wederzijdse liefde was er misschien niet veel van terecht gekomen." „Ik ben niet voor boerin in de wieg gelegd", glim

„Ik ben niet voor boerin in de wieg gelegd", glimlacht Neel, „als molenaarsvrouw heb je minder met het bedrijf te maken dan een boerin op een hofstee."

(wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 maart 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's