Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Meer dan dat, ik ben gelukkig. Ik wil niet ontkennen, dat ik door je gedrag veel geleden heb, maar dat ben ik te boven. Ongelukkig ben ik niet geworden. Misschien stemt je dat kalmer". „Gelukkig", zei Hannes Schuit en zuchtte verlicht.

Trui stond op, trok een gemakkelijke stoel bij de tafel en bood hem die aan. Toen schonk zij hem een glas van de Spaanse wijn in, die zij zelf als medicijn moest gebruiken.

„Dat zal je voor een enkel keertje goed doen. Hannes, je ziet zo wit! En nu willen we over die oude dingen niet meer spreken. Daar worden we niet beter van. Vertel me wat van je vrouw en je kinderen. Ik heb van verschillende kanten gehoord, dat je een beste vrouw hebt en dat je huwelijk gelukkig is. Maar vertel me van je kinderen".

Zo, door Trui's toedoen werd Hannes kalmer en meer gewoon. Als een gelukkige vader vertelde hij van zijn vier gezonde kinderen, twee meisjes en twee jongens. Iets later lachten beiden samen over de guitenstreken van de jongens en toen de koekoeksklok half één sloeg, schrok Hannes op. „Zó laat, wat zal mijn vrouw zeggen!" riep hij, van zijn stoel opspringend. „Je zegt haar toch, waar je geweest bent?"

„Je zegt haar toch, waar je geweest bent?" Trui keek de boer van Lindenhof aan. „Ja zeker", antwoordde Hannes, „als de kinderen

„Ja zeker", antwoordde Hannes, „als de kinderen naar bed zijn, zal ik haar alles vertellen. Wij hebben anders geen geheimen voor elkaar, maar dit heb ik haar toch nooit verteld. Nu zal ik dat doen".

„Zo moet het ook", zei Trui.

Hannes nam afscheid. Hij gaf haarde handen zei met bewogen stem: „Ik dank je Trui, recht hartelijk. Het was meer dan ik mocht verwachten. De Heere mocht deze schuld willen vergeven".

Zo ging Hannes Schuit naar de Lindenhof waar zijn vrouw en kinderen reeds lang met het middageten zaten te wachten. Toen 's avonds de kinderen naar bed waren, vertelde Hannes alles eerlijk aan zijn vrouw. Haar antwoord was heel eenvoudig: „Wij struikelen immers allen wel eens, beste man. Ondanks dit heb ik je even lief'. Vol vertrouwen legde Maria haar hand op de schouder van Hannes en zo vond hen boer Frederiks. Deze beste vriend mocht wel alles weten en hem werd dan ook toevertrouwd, welke invloed de morgenpreek op Hannes had gehad. Een paar dagen later heeft Hannes het gehele verhaal aan mij verteld. Zo was ook Trui een graag geziene gast geworden op de Lindenhof en ik geloof dat zij er nog regelmatig komt, ook al zijn Hannes en Maria al uit de tijd.

Dat was het verhaal van Trui van der Steen en Hannes Schuit, Neel".

Met die woorden besluit de oude boer.

„Ben je nu tevreden gesteld?" glimlacht hij met een pijnlijk gezicht. O, wat doet zijn borst pijn, hij heeft veel te lang achter elkaar gepraat.

Neel knikten zegt: „Ik ben blij het gehoord te hebben, maar ik kan het niet helpen, hoor, voor Trui vind ik het heel naar, ook al is zij nu oud geworden. Dat mens is nooit meer getrouwd en heel haar levensgeluk is door Hannes Schuit verwoest.

„Zo'n fout is nooit meer goed te maken, maar met de jaren is alles gesleten", antwoordt van der Zande, „en ik geloof dat Trui er nog goed mee geweest is ook, en dat bedoel ik dan op geestelijk gebied. Er gebeurt immers niets bij geval, en wij kunnen nooit onze eigen wegen bepalen".

„Ik weet nu in elk geval hoe de vork in de steel zit", zegt Neel, „en ik ben van plan haar weer eens op te zoeken".

De oude boer kijkt Neel verwonderd aan. „Ken jij Trui van der Steen dan goed?" vraagt hij en er klinkt verbazing in zijn stem.

„Ja", knikt Neel, „toen ik nog verpleegster was, heeft Trui van der Steen in het ziekenhuis gelegen en toen heb ik haar regelmatig verzorgd. Ik vond het altijd een rustige en kalme vrouw, maar ik heb nooit geweten, dat zij zulke nare dingen heeft meegemaakt. Ik had er een tijd geleden bij u thuis iets van gehoord, waarover het precies ging weet ik nu niet meer, maar toen heb ik u gevraagd mij er iets van te willen vertellen".

Van der Zande glimlacht. „Nou weet ik, waarom je het zo graag wilde weten,

„Nou weet ik, waarom je het zo graag wilde weten, maar laat er aan Trui nooit iets van merken. Als zij het je op een gegeven moment zelf vertelt, is het tijd genoeg".

De oude boer haalt zijn horloge uit zijn vestjeszak.

„Wat! Is het al zó laat".

Zo vlug mogelijk staat hij op. „Marie zal niet weten, waar ik blijf Tjonge, ik heb mijn tijd zitten te verpraten. Zorg maar gauw dat er eten op tafel komt, Neel, anders ben ik er misschien nog de oorzaak van dat je ruzie met Jan krijgt".

„Dat zal wel loslopen", lacht Neel, „doet u de groeten aan tante Marie en vraag of ze eens gauw een kopje thee bij me komt drinken? Toen ik bij haar was hebben we niets afgesproken".

„Ik zal de boodschap overbrengen, Neel, nou tot ziens dan".

Enkele ogenblikken later wandelt de oude boer huistoe. Neel kijkt hem nog even na. „Een beste man", mompelt ze in zichzelf, „ik vind het fijn, dat ik nu het verhaal van Trui en de boer van Lindenhof weet, ook al is Hannes Schuit gestorven. Het lijkt wel een verhaal uit een boek". Dan gaat de jonge molenaarsvrouw over tot de orde van de dag en precies op tijd is zij met het eten klaar, als Jan binnenstapt...

HOOFDSTUK 8

Enkele weken later...

Het is zondag vandaag. En dat is ook in het dorp aan de Lek te zien. De straten zijn leeg en ook de zware voorhamer van de smid in de Dorpsstraat wordt niet gehoord, want 's zondags wordt er in het dorp aan de Lek en in heel de wijde omtrek niet gewerkt.

Alleen de boeren hebben deze zondagmorgen in alle vroegte de koeien gemolken, want dit werk moet altijd doorgaan, 's morgens en 's avonds. 's Winters moet het vee ook nog worden gevoederd.

Op deze zonnige zondag grazen de honderden koeien nadat ze gemolken zijn, weer in de uitgestrekte weilanden en het gerammel van melkemmers wordt niet meer gehoord. De melk is in de kelders gebracht om de andere dag te worden verwerkt, want de karnton op de boerderijen staat vandaag stil. Ook de paarden zijn zaterdag naar de weilanden gebracht. Zij kunnen een beetje van de vermoeienissen bekomen, want in de hooitijd wordt altijd veel van de dieren gevergd. Op de rivier is er weinig of geen scheepvaart. De meeste schepen hebben hun thuishaven opgezocht, of liggen tussen de kribben voor anker. Daar brengen de schippers met hun gezinnen de zondag door, terwijl velen in de dorpen aan de Hollandse rivieren ter kerk gaan.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1992

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1992

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's