Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vallende Bladeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vallende Bladeren

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 18 -

In het oude renteniershuis aan de Dorpsstraat zijn de bewoners vroeger dan andere zondagen uit bed. De oude van der Zande kon het niet meer op bed uithouden. Veel heeft hij trouwens deze nacht niet geslapen. Immers, deze zondag is voor hem een gewichtige dag en niet alleen voor hem, maar ook voor de bewoners van de Vredenhof. Op deze dag zal de kleine Adriaan, stamhouder van het oude geslacht van de van der Zandes, worden gedoopt. Voor de laatste maal zal hij deze zondag zijn plaats in de ouderlingenbank, links van de preekstoel, innemen.

Wat hij enkele weken geleden tegen tante Marie heeft gezegd, heeft hij ook uitgevoerd en het heeft hem meer moeite gekost, dan hij wil bekennen. De oude boer zou het tegen niemand durven zeggen. Enkele tientallen jaren heeft hij de gemeente als ouderling gediend. Hij is dan ook tot vandaag de oudste ouderling. In vroeger jaren had hij zich dit niet voor kunnen stellen, maar langzaam maar zeker was het gekomen. De een na de ander viel in de loop der jaren af Totdat hij zonder dat hij het wist, zelf de oudste ouderling was geworden. Ja, en na zo'n lange ambtsperiode vermenigvuldigen zich de gedachten en moet de oude boer van Vredenhof het bekennen, dat hij er totaal niets van terecht heeft gebracht en is er enkel schuld.

Vooral in de eerste jaren was hij hard geweest en eenvoudige zielen de pas afgesneden. Wat was hij wettisch geweest, steeds maar weer. Het is een wonder, dat de gemeente hem er nooit uitgestemd heeft, want er waren immers kandidaten genoeg, die graag ouderling wilden zijn. Zij hoorden in de ouderlingenbank, al was het alleen maar voor de eer, terwijl de diakenbank gevuld mocht worden met daggelders of boerenknechts.

En het is praktijk in het dorp aan de Lek, dit zijn niet de gemakkelijkste mensen in de gemeente, vooral niet als men boer is en geld heeft. Geld is macht, óók hierin, menen deze dwazen. Groot is dikwijls hun kritiek op zogenaamde mistoestanden en fouten in de kerk, vernietigende kritiek soms. Als zij het voor het zeggen hadden, dan zou het wel anders gaan. De dominee heeft echter altijd gezegd, dat hier alleen eigen eer en eigen belang een rol speelt, want zijn dergelijke mensen eenmaal ambtsdrager, dan hoort men ze meestal niet meer over hun vroegere problemen, die bijna als dogma's waren verheven. Ze hebben dan hun doel bereikt en plooien zich in alles. De dominee kent zijn pappenheimers wel, al zegt hij er nooit veel van. Een heel enkele keer heeft hij er met de oude boer over gesproken. Van der Zande kan het zich nog als de dag van

Van der Zande kan het zich nog als de dag van gisteren herinneren. Het schaamrood was hem naar de kaken gevlogen, want in die ogenblikken zag hij zich zo iemand waarover dominee sprak. Hij had het weer van zich afgezet en was doorgegaan zoals hij meende dat goed was. Hij, een van de rijkste boeren uit de omtrek en ouderling had altijd gelijk en duldde geen tegenspraak. Wat was het een groot wonder geweest, dat hij plotseling op deze heilloze weg werd stilgezet. Nee, dat deed hij niet van zichzelf, maar het was God die hem deed buigen, zoals hij nog nooit had gebogen. Toen heeft de rijke boer van Vredenhof zijn waardeloosheid en nietigheid leren kennen en hij, die alles zo goed wist, wist niets meer. Duidelijk zag hij, dat de Heere hem niet nodig had en hij slechts altijd een sta in de weg geweest is in Gods Koninkrijk. Ja, toen was hij ouderling af Wat was hij toen kneedbaar en als een nul en een niet heeft hij op een kerkeraadsvergadering zijn schuld beleden. Gewoontegetrouw vioeg de dominee tijdens de rondvraag ieder persoonlijk of er nog iets was. De meesten hadden het hoofd geschud maar hij, boer van der Zande, had op kalme toon gezegd: „Ja, dominee, dat heb ik net". Het was stil geworden in de kerkeraadskamer. Allen luisterden met stille aandacht Sommige ogen werden vochtig toen hij zijn dwaze schuld bekende en besloot met te zeggen: „Broeders, de Heere heeft mij doen zien in welk een rampzalige toestand ik heb geleefd, niet alleen persoonlijk, maar ook ambtelijk. Maar Hij heeft mij er uitgehaald en nu is mijn liefste wens, dat ik als de minste in uw midden mag zijn".

Het was nog stiller geworden in de kerkeraadskamer. Nee, zoiets was nog nooit gebeurd. Gebeurde het maar meer. Langer dan anders het geval was hadden de dominee en hij elkaar de hand geschud.

Het is voor de oude van der Zande een wonderlijke zondag, ook al heeft de dominee in de morgendienst nergens over gesproken. Het was hem meegevallen, maar nu het zachtjesaan tijd wordt om naar de kerk te gaan, ziet de oude boer er als een berg tegenop en het zweet breekt hem aan alle kanten uit.

Ook tante Marie voelt zicht anders dan anders en zij voelt het gewicht van deze ogenblikken. Wat zal het vreemd zijn, als haar broer geen ouderling meer is. De oude boerin voelt zich zo zenuwachtig dat zij tegen haar gewoonte in steeds in de kamer heen en weer loopt. Als zij zich maar goed kan houden in de kerk, vooral ook als straks Adriaan en Tonia voor het doopvont staan met hun eersteling. Van der Zande staat op.

Van der Zande staat op.

„Het is mijn tijd. Marie". En zacht voegt hij er aan toe: „Het is de laatste ure. Zo gaat het nu met een mens. Als een schaduw is dit alles voorbijgevlogen, maar ik moet toch zeggen, dat de Heere alles wonderlijk wel heeft gemaakt en ik besef in deze ogenblikken, dat een ambt niet zalig maakt. Want al ware het dat je de taal der engelen sprak en de liefde niet had, zo ben je een klinkend metaal en een luidende schel, niets anders dan steigerwerk".

„Sterkte broer, vanavond", zegt tante Marie haperend en terwijl de oude boer als een gebogen man weggaat, kijkt zij hem zo lang als zij kan na. Als de oude boer uit haar gezicht verdwenen is, zucht zij diep en maakt zij zich ook klaar om naar de kerk te gaan. Het duurt niet lang meer of de kerkgangers komen van alle kanten aanlopen en het lijkt wel alsof het drukker is dan anders. Iedereen weet, dat deze zondagavond de oude van der Zande afscheid neemt als ouderling. Enkele ogenblikken later begint de klok inde toren te luiden. Tot ver in de omtrek wordt het zware maar heldere geluid gehoord. Ze nodigt en roept de mensen uit het dorp aan de Lek uit ter kerk te gaan. En als de klokketonen langzaam wegsterven, is de kerk vol en slechts hier en daar is er nog een plaatsje, dat al spoedig door een verlate kerkganger wordt ingenomen.

Zacht speelt het oude kerkorgel. De organist speelt een bekende psalm die door verschillende mensen wordt mee geneuried.

Het geroezemoes verstomt als het orgel zwijgt en de deur van de kerkeraadskamer wordt geopend. Als eerste verschijnt de oude van der Zande, met daarachter de dominee en de andere kerkeraadsleden. Vlak voor de preekstoel zitten een drietal doopouders, waaronder Adriaan en Tonia.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 april 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Vallende Bladeren

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 april 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's