Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VALLENDE BLADEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VALLENDE BLADEREN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de Heere over dege nen, die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde, dat wij stof zijn. De dagen des mensen zijn als het gras; gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is hij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. Maar de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen. De Heere heeft Zijn troon in de hemelen bevestigd, en Zijn Koninkrijk heerst over alles. Looft de Heere, al Zijn engelen! gij, krachtige helden, die Zijn Woord doet, gehoorzamende de stem Zijns Woords. Looft de Heere, al Zijn heirscharen! gij. Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet! Looft de Heere, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Looft de Heere, mijne ziel!" Langzaam sluit de oude boer de Bijbel. Dan gaan

Langzaam sluit de oude boer de Bijbel. Dan gaan de bewoners van het renteniershuis in de Dorpsstraat naar bed. Er is een zondag voorbijgegaan om nooit te vergeten. Op Vredenhof ligt de kleine Adriaan stil te slapen. Hij weet niet wat er deze zondag is gebeurd. Later zal zijn moeder het hem vertellen.

Vertederd staren de jonge boer en Tonia op het slapende kind, hun kind!

Diep onder de indruk waren zij thuis gekomen. Zij hebben het vanavond gehoord, in eigen kracht zullen zij hun kind niet kunnen opvoeden zoals het behoort. En toch hebben beiden het beloofd. Vooral Tonia heeft het er te kwaad mee, zij denkt dieper door dan Adriaan. Wat is de verantwoordelijkheid groot! Ook de toespraak van de dominee tot haar schoonvader heeft de jonge boerin aangegrepen. Zij heeft de diepe ernst van het ogenblik aangevoeld en de nietigheid van de mens gezien. Wat Adriaans vader heeft, moet zij missen en dat betekent, alles te missen. Het deed haar goed, dat hij zo hartelijk werd toegesproken en wat was het stil in de kerk.

Als Adriaan naar buiten gaat om de deuren te sluiten, buigt de boerin van Vredenhof zich over haar slapende kind. Tranen druppen er op de wangetjes en zij stamelt: „O Heere, gedenkt toch dit arme kind, mijn kind, want wij kunnen niet doen wat we beloofd hebben. Wilt U het ons leren?"

Als Tonia gerucht hoort, staat ze vlug overeind en veegt haar tranen met haar schort weg. Adriaan mag niet zien dat zij heeft gehuild. Een kwartier later wordt het licht op de Vredenhof gedoofd.

Het wordt nacht. Hier en daar klinken nog de voetstappen van een verlate wandelaar en de zware stap van de veldwachter, die zijn nachtelijke ronde doet. Als hij over de Lekdijk de Vredenhof passeert, ziet hij dat alles donker is. Van der Steen moet nog denken aan de preek en de toespraak van de dominee vanavond. Het heeft hem meer aangegrepen dan hij zelf wil bekennen. Voor hem zal het ook niet meer zo heel lang duren, dat hij zijn werk zal moeten neerleggen. De burgemeester heeft pas geleden er nog op gezinspeeld, maar hij had net gedaan of hij het niet hoorde. Hij wil er nog niet mee stoppen en toch voelt hij dat zijn krachten minder worden. Daarom had hij vanavond gevoeld dat de dominee gelijk had, het is de waarheid al wil een mens er niet aan. Ja, zo gaat het leven spoeden, straks is zijn loop

Ja, zo gaat het leven spoeden, straks is zijn loop volbracht. En voor dat wij het vermoeden, is het het uur van middernacht. De veldwachter huivert en versnelt zijn pas...

HOOFDSTUK 9

De oude van der Zande is dood, plotseling overleden.

Als een lopend vuurtje gaat dit sombere bericht deze augustus door het dorp aan de Lek. De bewoners worden door dit bericht opgeschrikt, want niemand had dit verwacht. De oude boer van Vredenhof, dood! Je kunt de figuur van van der Zande haast niet wegdenken uit de dorpsgemeenschap. Nee, ook in dit stille dorp staat het leven niet stil. Het ene geslacht komt, het andere gaat. De dood vraagt niet naar stand, maar maait rusteloos de levenshalmen af van rijk en arm. Hoevelen zijn er al niet naar het kerkhof gebracht, ouden en jongen. Maar als alles weer voorbij is, dan duiurt het niet lang of het leven herneemt zijn gewone gang. Als een dief in de nacht was de dood voor de oude boer gekomen, zonder dat hij deze op dat ogenblik zelf had verwacht. Vooral de laatste jaren had hij seeds tot tante Marie en zeker ook tegen Adriaan en Tonia, gezegd de Heere te zoeken in de gezonde dagen, wanner er menselijkerwijs gesproken nog geen sprake of gedachte is van ziekte en ouderdom. Ernstig had hij er hen op gewezen, toch niet te wachten tot een ziekbed of tot de ouderdom, want dan is het meestal te laat. Hoe dikwijls had hij zelf niet aan ziekbedden gestaan, waar vanwege de vele lichaamspijnen geen gedachte aan geestelijke zaken meer was. Het kan ook zijn dat je ineens wordt weggenomen, zo, op het alleronverwacht. Hoe dikwijls is dat al niet gebeurd op het dorp aan de Lek. En nu... nu is zijn mond voorgoed gesloten en worden zijn welgemeende waarschuwingen niet meer gehoord. Gevallen is hij. als een blad van een boom tijdens een storm. Maar van der Zande had in zijn leven een Schuilplaats gevonden. Daarvan heeft hij bij windstilte van getuigd; toen het leven zijn gewone gang kon gaan. Elke dag, als het weer het toeliet, zag men de oude

Elke dag, als het weer het toeliet, zag men de oude van der Zande door de Dorpsstraat wandelen, zo nu en dan een praatje makend bij de smid, op weg naar de Vredenhof en omgekeerd. Want naar de hofstee trok nog steeds zijn hart Elke dag ook bewonderde hij zijn kleinzoon die als kool groeide.

De laatste tijd leek het wel alsof zijn gezondheid iets verbeterd was en toch, het was slechts een laatste opleving en de tijd naderde, zonder dat iemand het vermoedde, dat de plaats van de oude boer niet meer in het dorp aan de Lek zou worden gevonden. Zo gaat het in het leven. Plotseling en ongedacht kan de dood toeslaan, zo ook hier, maar toch was de oude van der Zande voorbereid en dat kan niet van iedereen gezegd worden. En het moet gezegd worden, het is ook een eeuwigheids verschil. Voor de oude boer was het een zalige overgang naar het vaderland der rust. Hier beneden was hij een gast en een vreemdeling gemaakt en zeker de laatste tijd had hij er naar uitgezien, thuisgehaald te worden. Dan trok zijn ziel naar God, Die hem uit die ruisende kuil van deze wereld had opgehaald, anders zou boer van der Zande ook nooit naar God hebben gevraagd. Wat was er gebeurd? (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 april 1992

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

VALLENDE BLADEREN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 april 1992

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's