Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERVOLGVERHAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERVOLGVERHAAL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziende op de grote eeuwigheid, die aanstaande is, is het maar een verdrukking van tien dagen. Houdt dan maar goede moed, want Christus is de eeuwige Overwinnaar en alle dingen zullen medewerken ten goede, degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn".

Tenslotte wekt de moedige prediker allen op om als David te vertrouwen op de Heere der Heerscharen.

De preek duurt bijna twee uur. Na het 'amen' buigt d'Hoorne opnieuw de knieën, gevolgd door de aanwezigen.

Tot besluit van deze eerste hagepreek op Walcheren zingt men op plechtige wijze Psalm 118 vers 1.

Dancket den Heer seer hoogh gepresen. Want groot is sijn vriendehckheyt, Syn goedertierenheyt sal wesen Bestendigh in der eeuwigheyt. Israel moet hem nu begeven Om te verkonden met bescheyt, Dat Gods barmhartigheyt verheven Geduert tot in der eeuwigheyt

Na het uitspreken van de oud­testamentische zegenbede is deze zo bijzondere godsdienstoefening in de open lucht ten einde. Alles was gelukkig goed afgelopen en de orde was niet verstoord. Van de meegebrachte wapens hadden de aanhangers van de 'nye leer' geen gebruik behoeven te maken.

Rustig gaat de menigte uiteen na afscheid van de prediker te hebben genomen, die naar 'Vlissingen zal gaan.

Lange Hans en de drie anderen gaan zwijgend terug naar de huifkar, die beneden aan het duin staat te wachten. Allen stappen in en de terugtocht naar Middelburg wordt aanvaardt. Stil zitten ze in de kar, totdat de heer Haeck het stilzwijgen verbreekt.

„Hoe is het toch mogelijk", zegt hij, „dat mijn ogen zo lang verblind zijn geweest, zodat ik werkelijk meende een goed werk te verrichten door iedereen te vei­volgen, die het Woord van God op deze wijze verkondigen. Mocht de Heere mij de kracht geven om goed te maken wat ik dwalende heb gedaan".

„Paulus was voor zijn bekering óók een vervolger van de gemeente des Heeren", antwoordt vrouw van der Meersch eenvoudig, „en wat een ijverig dienstknecht des Heeren is hij daarna geworden. De Heere geve u dezelfde genade". De tocht schiet goed op en het zal niet lang meer duren, of Middelburg is bereikt. Plotseling, een hevige schok.

De huifkar kantelt. Hij was in een kuil in de oneffen weg terecht gekomen. Dadelijk springt de voerman van de kar en voordat de paarden op hol kunnen slaan, grijpt hij ze bij de teugels. Van der Meersch snijdt met zijn mes de huif stuk en weet zich als eerste uit de kar te wringen. Zijn eerste werk is nu om zijn vrouw er uit te halen. Ook de heer Haeck en lange Hans kruipen nu op handen en voeten de wagen uit. Gelukkig blijkt niemand gewond te zijn, alleen de schrik zit hen danig in de benen. Er zit niet anders op, dan om te voet verder te gaan. Het duurt niet lang of zij passeren de poort waardoor zij vanmorgen vroeg waren vertrokken en wandelen naar het huis van de heer van der Meersch in de Langedelft, waar ze samen het noenmaal gebruiken. Uitvoerig wordt het gebeurde van vanmorgen herhaald en de preek van d'Hoorne besproken

Maar de tijd gaat verder, het werk roept. Tegen één uur in de middag verlaat lange Hans het huis in de Langedelft en gaat naar huis. Een kwartier later kan men hem met gekruiste benen op de kleermakerstafel zien zitten met naald en draad in de hand. Toch kan hij zijn aandacht niet bij zijn werk houden. De hagepreek in Dishoek is niet uit zijn gedachten te bannen. Tjonge, wat sprak die prediker zuiver. Zo lag het ook in zijn hart verklaard. De ogen van lange Hans worden vochtig als hij denkt hoe de Heere hem uit het diensthuis van Rome getrokken heeft en uit genade alleen, dat goede deel willen geven. Dat maakt voor de kleermaker van Middelburg nu het wonder uit, dat hij werd getrokken met liefdekoorden, waar anderen werden voorbijgegaan. Die prediker zei vanmorgen dat het voor de gemeente des Heeren een verdrukking van tien dagen is. En dat is waar, daar is lange Hans van overtuigd. Voor vele martelaren was die verdrukking al voorbij, juichend en biddend voor hun vijanden waren zij heengegaan om met Christus eeuwig te triomferen. Hoe had lange Hans gesidderd toen hij hoorde

Hoe had lange Hans gesidderd toen hij hoorde van de marelaren die hun leven gaven voor de Naam en de Zaak van Christus Zou hij staande blijven? Zou hij zijn Meester niet verloochenen, als men hem op de pijnbank zou vastklinken of op een brandstapel zou vastbinden om te worden verbrand? Toen was er een ogenblik in het leven van de

Toen was er een ogenblik in het leven van de kleermaker gekomen, dat hij gewillig gemaakt werd te lijden en te sterven, om zo de voetstappen te drukken van de Heere Jezus. Nee, lange Hans zal het martelaarschap niet zoeken, maar als het moest gebeuren dan, ..ja dan. Maar zou hij dan niet herroepen en terugkeren in de heilige moederkerk? Soms breekt het zweet hem uit als hij daaraan denkt. Dagelijks bidt lange Hans of de Heere hem daarvoor zou willen bewaren, want niet altijd kan hij martelaar zijn. dat zijn slechts ogenblikken in het leven. Plotseling wordt de kleermaker uit zijn gepeins opgeschrikt. Er komt iemand binnen. Het is een burger, die een nieuw wambuis wil laten maken. De kleermaker springt van de tafel en is weldra druk bezig met het helpen van de klant. Hij heeft nu geen tijd meer om aan de hagepreek in Dishoek te denken.

HOOFDSTUK 2

DE PASTOOR VAN KOUDEKERKE

Heer Joris, pastoor van Koudekerke, is geen vnend van vroeg opstaan. Wel houdt hij van een middagdutje na de noenmaaltijd, maar 's avonds kan het vrij laat worden, voordat hij naar bed gaat. Alleen in zijn studeerkamer, met zijn lievelingsboeken, de kerkvaders, gebeurt het dikwijls dat het middernacht wordt voordat hij naar zijn slaapkamer gaat. De uitgaande kaars herinnert hem er altijd aan dat het tijd wordt. Meestal is de pastoor zo verdiept in zijn boeken, dat hij niet eens de zware tonen van de dorpstoren hoort en dat wil toch wel wat zeggen. Het is geen wonder, dat heer Joris zo ijverig de

Het is geen wonder, dat heer Joris zo ijverig de kerkvaders bestudeert, want de leer der heilige moederkerk gaat hem boven alles aan het hart en hoe wordt ze in deze woelige dagen bestreden. De fundamenten der waarheid worden tegenwoordig ondergraven en daarom zoekt de pastoor van Koudekerke steun voor het gebouw van zijn geloof, dat door de stormen van de twijfel wordt aangevallen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 mei 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

VERVOLGVERHAAL

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 mei 1992

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's