De liembaene
Toen de visserij te Middelharnis nog in volle bloei was, waren er plaatselijk veel bedrijfjes, die met de visserij te maken hadden, zoals bijvoorbeeld de touwslagerij. De liembaene of beter gezegd de touwslagerij was te vinden aan het Beneden Zandpad. Bij de touwslagerij waren meestal zes mensen in dienst. De 'baes van de liembaene' woonde in het huis tegenover ode openbare school (zie foto). De lijnbaan was een touwfabriek zonder fabriekssfeer. Hier werden de beug en de verschillende soorten touw gefabriceerd, die nodig waren voor de tuigage van de Wsserssloepen. In de diepte bij het Zandpad lag de lijnbaan, door een heggetje gescheiden van het 'laege pad'. De lijnbaan was ongeveer acht meter breed, verhard met koolas en aan weerszijden geflankeerd door een rij zogenaamde 'kopbomen'. Tussen de bomen waren over de weg draden gespannen om het in elkaar draaien van het touw te vergemakkelijken. Het Zandpad bestond toen uit drie gedeelten, namelijk: de lijnbaan, iets hoger het schulppad en de dijk (Zandpad). Bij de lijnbaan was altijd wel iets te zien en te beleven. Zo stond de jeugd vaak op het Zandpad te kijken hoe de touwdraaier (meestal een jongen) de haakjes, die bevestigd waren aan het grote wiel, vliegensvlug liet draaien. Om die haakjes was de henn( p geslagen. Met een bundel hennep om hun middel gebonden sloften de 'liembaenders' al maar achteruit en achteruit. Het touw werd steeds langer en op kunstige wijze in elkaar gedraaid. Men 'sloeg' bendel en sneutjes, baaklijnen en dikke touwen, waaraan de sloepen gemeerd werden.
Nadat het touwwerk geslagen was, werd het getaand. Dat was een speciale bewerking aan de zeilen, touwen, netten en het want van een sloep. In een bak met bruinachtige verfstof van eikeschors werden de lijnen gedompeld en gekookt. Na zo'n behandeling waren de touwen en zeilen beter bestand tegen de regen en het zoute zeewater. Naast het vroegere pakhuis van reder Slis (thans Vingerling 23) bevindt zich nog het zogenaamde 'Taeneslop'. Na de snelle achteruitgang van de Men
Na de snelle achteruitgang van de Menheerse visserij verdwenen ook de beroepen die indirekt van de visserij afhankelijk waren, zoals de scheepstimmerman, de kuiper, de zeilmaker en natuurlijk de touwslager of liembaender. Rond 1925 werd het schulppad (Ben. Zandpad) afgegraven en de bomen gerooid. Ook het fraaie monumentale huis met schuur van 'd'n baes van de liembaene' werd helaas afgebroken. Hiermee is er weer een stukje historie en bedrijvigheid van het vissersdoip Middelharnis verloren gegaan. Middelharnis Jan Both
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1992
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
![De liembaene](https://www.digibron.nl/images/generated/eilanden-nieuws/reguliere-editie/1992/05/22/1-thumbnail.jpg)