Het Kijkvenster

blik op kerk en samenleving

- Onchristelijke praictljlcen

- Alle mensen

- Geen alternatief

De redaktie ontving een brief naar aanleiding van mijn overpeinzing over een Hindoe in het CDA. Ik had daar zo mijn vraagtekens bij geplaatst, voorzichtig gezegd. Maar de lezer(es) plaatst ook vraagtekens. „Een SGP­er die zijn broeder oplicht", kan dat wèl?

Ik zal u de détails besparen, het gaat over de kwaliteit van geleverde aardappelen. Maar dat is een zaak die ik natuurlijk op zo'n afstand niet kan beoordelen.

De lezeres lucht haar gemoed door de volgende woorden aan het papier toe te vertrouwen:

„Dit zijn dingen die de krant niet halen, maar ze gaan 's zondags wel in het zwarte pak naar de kerk, zouden ze denken dat God daar niet doorheen kijkt?"

* * *

De kwestie laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Altijd en overal zijn er, om de woorden van de Heidelbergse Catechismus te gebruiken, mensen die 'onder een christelijke naam een onchristelijk leven leiden'. Of dat nu gebeurt door een mindere kwaliteit aardappelen te leveren, of door een buitenechtelijke verhouding te hebben, of door het niet naar waarheid invullenvan het belastingbiljet ­ het mag allemaal geen daglicht zien. Daar zullen we het wel over eens zijn.

En dat deze praktijken in alle kerken en kringen voorkomen, ook dèt is buiten kijf Of mensen 'zwaar' zijn of 'licht', kerkelijk of onkerkelijk, SGP­er of Hd van 'Groen Links', overal wordt gelogen en bedrogen, gesjacherd en gesjoemeld. Let wel, niemand heeft daar de vrijheid toe, kerkmensen niet, maar onkerkelijken evenmin! De Prediker zegt aan het slot van zijn boek niet: „Vreest God en houdt Zijn geboden, want dat betaamt kerkmensen", maar: „Vreest God en houdt Zijn geboden, want dat betaamt alle mensen". Alleen ­ onder hen die zich christenen

Alleen ­ onder hen die zich christenen noemen, moest het niet voorkomen! Ook al hebben we een boos en zondig hart, en al zijn we tot alle boosheid in staat, we zouden zó moeten leven, dat er niets op ons aan te merken was. Dat door ons woord en onze wandel de heilige Naam van God niet gelasterd zou worden.

* * *

Ik hoop dat de briefschrijfster en ondergetekende het tot zo ver eens zijn. Maar wat haar eindconclusie betreft, daar gaan. vrees ik, onze wegen uiteen. Want zij schrijft: „Dan aanvaard ik die Hindoe in het CDA, want aan hem weet ik wat ik heb". Nee, zeg ik, want het dilemma is toch niet: iemand die zich christelijk noemt en zich onchristelijk gedraagt, óf een Hindoe in het CDA? Als we het ene afkeuren hoef ik het andere nog niet goed te keuren!

Ik heb ­ als ik een voorbeeld mag geven ­ eens een botsing gehad in het verkeer. De ander had geen voorrang gegeven, maar ik zat niet helemaal rechts op de weg. Tegenover de politie probeerde ik natuurlijk de fout van die ander te onderstrepen. Akkoord, zei die agent, maar zijn fout maakt die van u niet ongedaan! Waarvan akte!

Waarnemer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen