Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET KIJKVENSTER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET KIJKVENSTER

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

blik op kerk en samenleving

- Oproep tot normbesef - De kerk als zedemeester? - Een faktor van betekenis? Over de oproep van minister Hirsch Ballin aan de kerken is al zoveel gezegd en geschreven dat ik er maar het zwijgen toe heb gedaan. Maar een artikel in het blad Woord en Dienst werd voor mij de aanleiding om dat zwijgen toch even te verbreken.

Het is alweer een poosje geleden, waarschijnlijk kan het geen kwaad het geheugen even op te frissen. Genoemde minister konstateerde een steeds groeiende zedenverwildering in ons land, en vroeg zich af of het geen tijd wordt dat de kerken hun stem daartegen verheffen. Moeten de kerken het normbesef onder hun leden niet wat opvijzelen, zodat het verschil tussen goed en kwaad weer wat duidelijker wordt, en er een dam wordt opgeworpen tegen de almaar toenemende zedenverwildering?

* * * Op deze 'cri du coeur" is verschillend gereageerd. De één zei: „Waar bemoeit de minister zich mee?" De ander merkte op: „Eindelijk, ik heb het al zo vaak gezegd". Met uiteraard nog allerlei reakties daartussenin. Eerder heeft Dr J. Hoek, Hervormd predikant in Veenendaal, ook in Woord en Dienst, opgemerkt dat de oproep van minister Hirsch Ballin de kerken aanleiding mag geven tot grondige zelfkritiek. Volgens hem is de kerk al jarenlang tekortgeschoten in haar bijdrage aan het moreel beraad en besef in de hedendaagse samenleving. Wat de minister had gezegd was hem uit het hart gegrepen.

Het jongste nummer van Woord en Dienst - 27 juni - bevatte weer een reaktie daarop, van de hand van Ds. T. Poot, emeritus-predikant te Woerden (voorheen te Middelhamis). In eerste instantie valt hij zijn collega Hoek bij. „We hebben te maken met een zwaar gedevalueerd normen- en waardenbesef. We kunnen het dagelijks dicht bij huis konstateren. Erger nog, we hebben er als christenen allen in meerdere of mindere mate deel aan". * * *

Toch heeft Ds. Poot zijn vragen. Niet zozeer omdat hij zich lichtelijk geïrriteerd voelt. Want dan zou hij tegen de minister willen zeggen: „U weet ons kennelijk te vinden als u ons nodig hebt. Net als sommige aktiegroepen kerkgebouwen en kerkmensen plotsklaps weer zien staan, als ze voor hun goede doelen handtekeningen nodig hebben..."

Maar de vragen van Ds. Poot gaan dieper. Hij heeft zijn aarzelingen wanneer de kerk wordt geroepen tot de rol van zedemeester. En dan vervolgt hij: „Dat imago hebben we natuurlijk toch al. Als in een film of toneelstuk een dominee voorkomt, dan is hij vrijwel zonder uitzondering de figuur met het opgeheven wijsvingertje, die erop uit is het plezier van de mensen te bederven".

De kerken hebben allereerst - aldus Ds. Poot - een blijde boodschap te verkondigen. Daarbij hebben ze het nodige te zeggen „over normen en vormen van samenleving en persoonlijk en gezinsleven". Maar altijd vanuit het Evangelie. „Wij hebben als kerken geen moraal in de losse verkoop". Dat „verschraalt namelijk al spoedig tot gemiddeld burgerlijk fatsoen met een godsdienstig sausje. Daar zit de samenleving niet op te wachten, daar is ze ook niet mee gebaat". * * *

* * * Een tweede bezwaar van Ds. Poot is dat volgens hem de minister de rol van de kerken in onze samenleving overschat. Is de kerk nog in staat - ik citeer vrij - om door haar spreken moreel herstel te beweeken? En dan, letterlijk:

„De ontvankelijkheid voor een woord ten goede, dat er in vroeger tijden bij brede lagen van ons volk nog was, heeft plaats gemaakt voor onverschilligheid, hardheid, afkeer, losgeslagenheid, ontbinding. Om met Paulus te spreken: de dagen zijn kwaad. En ik vrees dat ze voorshands nog kwader zullen worden".

Ds. Poot ziet een andere en betere weg: als individuele christenen de binnenkamer opzoeken en een voorbeeld zijn in leer en leven.

„Er zijn tijden om de ongerechtigheid in de samenleving aan te grijpen en te weerstaan met woord en daad. Er zijn ook tijden om te lijden aan de ongerechtigheid, zoals tot in Sodom, het kwaad te dulden en te dragen voor Gods aangezicht en te wachten op licht".

Ik zou graag meer geciteerd hebben uit het artikel van Ds. Poot, maar zijn intentie moge duidelijk zijn. Mij gaf hij althans veel stof tot overdenking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

HET KIJKVENSTER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's