Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TAALPRAATJE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TAALPRAATJE

SLOF

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oorspronkelijk had slof de betekenis van trage voortgang, afgeleid van sloffen, langzaam en slepend lopen Uit die betekenis ontstond het grappige spreekwoord 'uit zijn slof schieten' Letterlijk traagheid, onverschilligheid, verslapping laten varen In dit verband stond in het Handelsblad van 15 februan 1914 'Alleen bij uitzondenng, als er parade is, schiet het Rijksgezag uit zijn slof

Onze bekende cabaretier Toon Hermans greep die kunst in een conference nog eens aan Hij had enorme bewondenng voor zijn grootvader, die letterlijk 'uit zijn sloffen kon schieten'

Thans alleen in figuurlijk gebruik voor onverwacht flink uit de hoek of voor de dag komen, zich ongewone moeite getroosten of onverwacht een royale bui hebben 'Hij kan zo ongineel uit zijn slof schieten, dat hij de hele boel aan het lachen maakt" 'Het diner was heel goed De gastvrouw was echt uit haar slof geschoten'

Ook de uitdrukking 'het is in de slof geraakt' (ook het blijft in de sloO heeft betrekking op de vroegere betekenis en wil zeggen, men maakt het werk met af, men komt niet tot een beslissing, maar dan wel met de bijgedachte aan slof in de zin van muil, pantoffel

'Onder de slof zitten' betekent nog altijd weinig in de melk te brokkelen hebben 'Het huispersoneel zat danig onder de slof Meiden en knechten beven voor het alziend oog van de bazinne' Bij overdracht gezegd van mannen, die mets te vertellen hebben en onder de pantoffel zitten Vandaar de hedendaagse benaming pantoffelheld

'Op sloffen', gebezigd na een beroep, duidde op gennge voortvarendheid of degelijkheid Van het laar nul zijn 'Je benta een echte kamferbroek, een pater op sloffen Als alle mannen zo stokkeng waren, zou Fijtje Brouwer, aldus Fijtje zelf, geen vroedvrouw zijn' Deze wel zeer krasse uitspraak lazen we in een oud boek over bakers Daartegenover staat 'hij kan het op zijn

Daartegenover staat 'hij kan het op zijn sloffen (slofjes) af Het kost hem weinig moeite, hij hoeft zich amper in te spannen Letterlijk zo gemakkelijk dat hij zijn sloffen aan kan houden en er zijn schoenen niet voor behoeft aan te trekken Daarvan getuigt ook het 'fraaie' voetballied uit de glonejaren van Ajax 'Op een slof en een ouwe voetbalschoen, wordt Ajax kampioen' Zo kende men in Vlaanderen de Ant

Zo kende men in Vlaanderen de Antwerpse zegswijze 'het gaat daar met de volle sloef Men neemt het daar goed van, men leeft er op grote voet Sloef was een oud woord voor een slappe pantoffel zonder hak

Zeer bekend is de nog steeds vaak gehoorde uitdrukking 'het vuur uit zijn sloffen lopen' De betekenis is zich veel moeite geven voor een zaak die eigenlijk zoveel omslag met waard is

Schimmel 'wat een dmkte, ik loop me het vuur uit mijn sloffen en wat brengt het op' Hendnk Jan Schimmel, Nederlands letterkundige, geboren in 1823 in 's­Graveland, overleden in 1906 in Bussum Zeer produktief schnjver. medeoprichter van de Vereniging het Nederlandse Toneel en de Amsterdamse Toneelschool

Vroeger speelden de kinderen, gezeten in een knng, het ouderwetse spel slofje onder, waarbij zij een verborgen slof heten rondgaan De bedoeling was dat de speler buiten de knng moest proberen de slofte ontdekken en te bemachtigen Andere benamingen ervoor waren slofken steken en slofken jagen Slof heeft veel andere betekenissen We

Slof heeft veel andere betekenissen We noemen slechts, behalve de naam van een schip met een smalle, boven het voorschip uitstekende kajuit, de naam van een langwerpige, aan de hoeken afgeronde bruinkoolbnket Van de samenstellingen noemen we

Van de samenstellingen noemen we alleen de in sommige oostelijke dialekten voorkomende schimpnaam 'slofhak', iemand die slecht opschiet, een teut, een lijs of sul Zo noemde men in Noord­Holland een slons, die de boel verwaarloosde een slofkoker, zowel gezegd van mannen als van vrouwen We besluiten met de waarschuwing 'jongen loop met zo te sloffen, til je voeten op'

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

TAALPRAATJE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's