Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De soepkokerij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De soepkokerij

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de Oostelijke Achterweg te Sommelsdijk was naast het stempellokaal een soepkokerij gevestigd. Beide gebouwtjes vormden de achterzijde van het perceel van het in 1772 gebouwde gemeentehuis aan de Voorstraat. De soepkokerij werd in de crisisjaren, waarvan die in 1929 t/m 1926 de ergste waren. beheerd door Comelis (Kees) Kieviet. Deze man had er veel werk aan. Reeds in het vroeg najaar ging hij de

Reeds in het vroeg najaar ging hij de boer op en verkocht aan landbouwers en aan 'gegoede lui' speciale kaarten è ƒ 2,50 perstuk. Elke kaart gaf op de uitdeeldagen recht op een scheplepel ter grootte van een liter soep. De kaarten waren genummerd. Vele werkgevers kochten deze kaarten en verstrekten die aan hun personeelsleden. Zij waren dan gedurende de wintermaanden verzekerd van tweemaal per week gratis erwtensoep en eenmaal per week gratis gortepap.

Zij die geen personeel in dienst hadden en toch één of meer kaarten kochten, verstrekten deze aan armen mensen. De voorziening geschiedde onder de noemer van Armenzorg. Deze zorg was geregeld in de Armenwet die in 1965 werd ingetrokken en plaats maakte voor de nog steeds vigerende Algemene Bijstandswet.

Voorbereidingen

Thuis bij de familie Kieviet in de Hofstraat werden stek-uien geschild, gewassen en versnipperd. Een emmer vol!

's Maandags- en vrijdagsmiddags werd zo'n volle emmer uien plus het benodigde zout naar de soepkokerij gebracht. Daar werd alles in gereedheid gebracht voor de volgende dag. De erwten werden droog in een tobbe gedaan; die werden dus niet vantevoren geweekt. Verder werd in de meer dan een meter diepe oven spaanderhout gelegd dat de volgende morgen als aanmaakhout dienst kon doen. Het hout werd betrokken van de bakkers.

Boven de oven bevond zich een grote ketel waarop een afneembaar deksel lag. Het deksel bevatte twee handvaten en in het midden nog een kleine, ronde deksel dat met een scharnier was bevestigd. De ketel was stevig ingemetseld In de ketel werden zeven emmers van 15 liter water gedaan. Dat water werd geschept uit de tras van het gemeentehuis.

Aan de kook

Elke dinsdag en zaterdag werd er erwtensoep gekookt. Kees Kieviet met zijn zoon Cornelis begonnen dan om 6 uur in de morgen. Cor deed het soms ook wel alleen. Het vuur werd aangestoken en als de

Het vuur werd aangestoken en als de brand er goed inzat werden stukkolen opgegooid. Het duurde ongeveer een uur eer het water begon te koken! In die tussentijd werd een vijftal kilo's vet spek in dobbelsteentjes gesneden.

Als het water kookte werden de erwten door het kleine deksel in de ketel gestort. Daarna de uien, het spek en het zout. In het begin moest er met een houten spatel flink geroerd worden want de massa mocht ^liet aankoeken en zeker niet aanbranden! De familie Kieviet besteedde er echter alle zorg aan en klachten werden niet gehoord.

Het uitdelen

Op de dinsdag en zaterdag was het om ongeveer half twaalf bij de soepkokerij ene drukte van belang. Vrouwen, mannen en ook wel kinderen stonden met hun emmertjes gereed. Dan ging de deur open en werd begonnen met de uitdeling van de hete, vers gekookte erwtensoep. Aan de muur binnen de kookruimte hing een bord met gaatjes. In die gaatjes, die genummerd waren, zat een stokje. Bij het afroepen van het nummer op de aangereikte kaart werd het daarop betrekking hebbende stokje verwijderd. Het beeldscherm was er dus eerder dan de computer....

Een verwijderd stokje betekende dat de klant zijn portie had afgehaald. De schoonzuster van C. Kieviet, mevrouw C. Kieviet-Berkhof, hield de emmertjes gereed waarin haar zwager de grote scheplepel voorzichtig ledigde. Wanneer alle stokjes van het bord waren weggenomen, begon men met de verdeling van de rest. Wie niet de beschikking had over een kaart kon dan eveneens gratis een portie soep afhalen. Deze verdeling was uiteraard minder gemakkelijk, maar de familie Kieviet heeft altijd getracht de rest van de soep zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het is nooit tot scheldpartijen of iets dergelijks gekomen. Eens stond ik er ook met mijn emmertje. „Van wie bin joe een joon", vroeg

„Van wie bin joe een joon", vroeg mevrouw Kieviet-Berkhof, maar voordat ik kon antwoorden, zei één der omstanders: „Ken je dat niet zieje van wie dat ter één is?"

Gemeentepolitieman Uijl die met zijn gezin in het gemeentehuis woonde, behoorde ook tot een van de afnemers van de heet opgediende erwtensoep. Kieviet kreeg dan altijd een sigaartje toegestopt.

Nadat de ketel was leeggeschept en het volk uit de Oostelijke Achterweg verdwenen was, begon de familie Kieviet met het schoonmaken van de ketel en wat daarbij hoorde. Ook de vloer van de soepkokerij werd grondig gereinigd.

Gort

Werd op dinsdag en zaterdag erwtensoep uitgedeeld, op de donderdag stond er wat anders op het menu. Dan werd er door de familie Kieviet gortepap uitgedeeld. Deze gort was niet in melk doch in water gekookt. Wel was er in de gort het spek niet vergeten. De aan dobbelstenen gesneden stukjes spek waren in de gort vanwege het geringe kleurverschil minder goed waar te nemen dan in de erwtensoep. Niettemin was het spek wel degelijk aande gortepap toegevoegd. Wie het op tafel had staan, bracht er met stroop of andere zoetstoffen een extra smaakje aan. Van de gort kwam evenmin iets in de varkenstrog terecht. Het werd door de gretige monden van de rneestal talrijke kinderschare bepaald niet met lange tanden weggewerkt.

Crisisboter

Werkloze mensen die zich dagelijks in het stempellokaal aan de Oostelijke Achterweg moesten melden, kwamen in de crisisperiode in aanmerking voor bonnen waarop een pakje margarine tegen gereduceerde prijs kon worden afgenomen. Zo'n pakje crisisboter kostte 11 cent. Bij het stempellokaal stond aangegeven waar men de margarine kon afhalen. Van week tot week verschilde dat, want iedere winkelier, ook de kleinste onder hen, werd de verkoop van de boter gegund. Veel werd daaraan niet verdiend, maar elk dubbeltje is er nog altijd één geweest. Er waren vele winkeltjes zodat men echter niet gauw aan de beurt kwam.

Enige van deze winkeliers waren Pietertje de Bij, de gezusters Van der Haart, Dana van der Sluis, Aoi de Gans, Job van Gulik, Joh. Kastelein, Toon Krijgsman, Huib Verbrugge en anderen.

Busvlees

Op dezelfde manier werden bonnen voor conservenblikken met vlees en gehakt aangeboden. Een bus gehakt kostte 35 cent en vlees 25 cent. Cornelis Kieviet Czn. weet zich deze prijzen nog goed te herinneren, ook al hadden zij daar verder geen bemoeienissen mee. De produkten waren afkomstig uit het veraf gelegen Argentinië!

„Boiled Beef' stond er op de etiketten. De kwaliteit achtte men goed tot zeer goed. Protesten van veeboeren of plaatselijke slagers werden hier niet gehoord. Handel geschiedt nu eenmaal internationaal en de omzet van het busvlees betekende geen gevaar voor de plaatselijke slagers die overigens werden ingeschakeld bij de verkoop op het bonnensysteem. Wij vroegen als kinderen bij moeder om de lege bussen. Met water gevuld konden de staartkikkertjes erin en verder gebruikten wij ze voor het steltlopen. Twee gaatjes door de wand geslagen, een touwtje erdoor gehaald en klaar was Kees. Met de opening op het plaveisel gekeerd stapten we over de hobbelkeien.

Brood en turf

Eens per week werd aan de arme mensen brood en turf uitgedeeld. Dat gebeurde vanuit het Waaggebouw aan de noordkant van de Ned. Herv. Kerk op het Marktveld. Deze waag is afgebroken.

De bijna 92-jarige Jan Troost Lzn. weet zich nog te herinneren dat hij met nog een andere jongen de turven per 20 of 25 van de zolder door een houten koker moest laten zakken. Hij was toen 11 jaar en zijn loon bestond uit wat stukken of halve turven...

Dat was dus nog vóór de Eerste Wereldoorlog. Hansje Rixoord had er de leiding van.

Wat het brood betreft: het waren ronde mekkebroodjes met een gewicht van 4 ons.

Ik hoop later hierop terug te komen. Degenen die over foto's beschikken van soep uitdelen of brood en turf, worden vriendelijk verzocht deze ter leen te willen stellen. De redaktie is bereid deze foto's op te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De soepkokerij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1992

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's