Het Kijkvenster

­ Nogmaals de kleine oecumene

­ Een smet of caricatuur?

­ Het kerkprobleem

Via de redaktie bereikte me een brief van de Vrijgemaakte predikant van Middelharnis, ds. J. B. de Rijke, die reageerde op mijn bijdrage van 4 september j.1. Het onderwerp dat ik toen aan de orde stelde betrof de zogenaamde 'kleine oecumene', de pogingen om kerken van Gereformeerde belijdenis nader tot elkaar te brengen. Terloops ging ik ook in op de problemen die gerezen zijn tussen de Christelijke Gereformeerden enerzijds en de Vrijgemaakten en de Nederlands Gereformeerden anderzijds. De laatstgenoemde samensprekingen zijn in het slop geraakt en dat was voor ds. J. H. Velema aanleiding om de suggestie te doen er voorlopig maar een punt achter te zetten. Dat ongeveer was de inhoud van mijn beschouwingen. Terecht signaleerde ds. De Rijke, dat deze rubriek 'geen ruimte geeft om met veel argumenten te komen'.

Wat we hier bieden is slechts een beperkte blik op kerk en samenleving. En zeker in een interkerkelijk blad komt het niet te pas partij te kiezen voor de ene of de andere kerk.

* * *

Het bevreemdt me dan ook meer dan ik hier aan het papier kan toevertrouwen, dat ds. De Rijke mij ervan beschuldigt 'een smet geworpen' te hebben op de kerken waartoe hij behoort en waarin hij dienaar van het Woord is. Ik heb mijn eigen schrijverij nog twee keer overgelezen, maar ik kan nergens ook maar iets ontdekken dat denigrerend zou kunnen zijn voor de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Ook van 'een caricatuur' die ik van deze kerken zou hebben geschilderd kan ik geen spoor terugvinden. Ik heb alleen gesignaleerd dat de Christelijke Gereformeerde Kerken zowel de Vrijgemaakten als de Nederlands Gereformeerden 'gewogen en te licht bevonden' hebben, omdat zij van mening zijn dat in beide kerken te gemakkelijk gedacht wordt over 'de toëeigening van het heil'. Voor alle duidelijkheid: dat was niet mijn visie, maar die van de Christelijke Gereformeerden. En ik heb er nota bene nog bij gezegd dat ds. Velema een beetje boter op zijn hoofd heeft ­ met excuus voor het beeld! ­ omdat de manco's die hij bij de anderen signaleert in zijn eigen kerk ook kunnen worden gekonstateerd. Afstandelijker had ik, dunkt me, over dit probleem niet kunnen schrijven.

* * *

Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet goed begrijp hoe ds. De Rijke tot deze kritische opmerkingen komt. En wat ik helemaal niet snap is dat ik de suggestie zou hebben gewekt 'dat de Gereformeerde Kerken de kerken zijn die gescheiden zijn van de Hervormde Kerk'. Waar staat dat in mijn artikel? Eén keer gebruik ik de aanduiding 'de gescheiden kerken', daarmee aanduidend alles wat niet Hervormd is. Maar dat is toch een gangbare uitdrukking'?

Moet ik dan ds. De Rijke bijvallen als hij 'stelt dat die kerken 'gescheiden zijn van het instituut dat Hervormde Kerk heette, een wederkeer naar de zuivere bediening en handhaving van Gods Woord?' Als ik dat doe, denk ik dat ik alle rechtgeaarde Hervormden over me heen zou krijgen! Voelt u hoe ingewikkeld ons kerkelijk probleem is?

* * *

Het grootste deel van de brief van ds. De Rijke gaat verder over het Verbond, in z'n belofte en eis. En wat hij daarover schrijft beaam ik ten volle. Als hij er dan echter aan toevoegt 'De God van het verbond wordt elke zondag, in belofte en eis, gepreekt in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt', dan zou ik hem willen vragen: 'en anders nergens?"

Waarnemer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen