Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

Arend Jansz de scheepsjongen van de Tyger

6 minuten leestijd

HOOFDSTUK 10

Het is een hele drukte op de Tyger'.., Schipper Adriaen Block staat op de kampagne. Zijn ogen schitteren. Met zware stem deelt hij zijn bevelen uit. De matrozen klimmen als katten in het want. De zeilen worden gehesen. Het anker komt druipend boven. De uitkijk neemt plaats in het kraaiennest. Arend staat achter het grote stuurrad. Hij is roerganger. Naast hem zit stuurman Hendriksz.

Het grote ogenblik is gekomen. Vandaag vertrekt het schip naar het vaderland.

Nog even, dan komt er beweging in de koopvaarder.

De wind perst de zeilen bol. Meeuwen drijven krijsend mee. De afstand tussen wal en schip wordt steeds groter.

De reis is begonnen.

Langzaam maar zeker verdwijnen de america's uit het gezicht. Een tijdlang is er nog een streep te zien, maar deze verdwijnt plotseling achter de horizon.

Het weer is prachtig. De zon schijnt en de zee is kalm. Met een mooie snelheid schiet het schip door het water. De mannen hebben eer van hun werk want de nieuwe 'Tyger' blijkt sneller te zijn dan het andere schip. „Oost­noordoost...!"

„Oost­noordoost...!"

De stuurman roept de juiste koers tegen de roerganger.

„Oost­noordoost...!"

Arend herhaalt het bevel en draait aan het grote wiel. Het schip draait direkt in de gewenste richting.

De stuurman kijkt op het kompas en zegt: „Dat is te ver Arend, iets meer stuurboord. Ja, zo is het goed, houden zo".

Trots staat Arend achter het stuurrad. Zijn ogen glimmen van genoegen. Hij alleen heeft het schp in zijn macht. Als vader het eens kon zien. Dit is nog wat anders dan een botter besturen. Op een botter is het maar kinderspel.

Hij heeft nu echt matrozenwerk gekregen. Lambert moet nu alles alleen doen in de kombuis. Het ene ogenblik is Arend uitkijk, het andere ogenblik roerganger. De schipper heeft hem zelfs de hondenwacht niet gespaard. Maar de nieuwe matroos doet alles even graag, behalve roerganger zijn, dat is hij het liefst. Zo rijgen de weken zich aaneen... het worden maanden...

Met een regelmatige gang doorklieft de Tyger" de golven van de Atlantische Oceaan'. Het water bruist om de boeg. Een school haaien volgt hen op de voet. Het zijn er een stuk of vijf Al het afval verdwijnt in de hongerige magen. Wee degene die over boord valt. De haaien kennen geen pardon. Op een dag wordt de koers gewijzigd. De koopvaarder nadert het Kanaal. Het weer is ondertussen wat ruwer geworden. Er

Het weer is ondertussen wat ruwer geworden. Er staat een stevige deining en donkere regenwolken komen over zee aangedreven. De Tyger' vordert nu langzaam. De wind draait

De Tyger' vordert nu langzaam. De wind draait en staat in de verkeerde hoek. Het schip is enkele graden uit de koers geslagen. Vlak langs de Ierse kust varen zij het Kanaal in. Ondanks deze tegenslag is schipper Block niet

Ondanks deze tegenslag is schipper Block niet ontevreden. Liever een halve storm dan een ontmoeting met de Duinkerker kapers. De uitkijk in het kraaiennest kijkt scherp uit.

De uitkijk in het kraaiennest kijkt scherp uit. Als...?

Als...?

De mannen hebben echter niets te vrezen. De zee is te onstuimig voor de galeien. Zonder moeilijkheden varen zij dan ook door de gevaarlijke zone.

Het volk van de Tyger' slaakt een zucht van verlichting als het schip Duinkerkern passeert. Een opgewonden stemming maakt zich van hen meester.

Zij naderen het vaderiand...!

De koopvaarder vaart nu dicht onder de kust van Engeland. De witte krijtrotsen zijn duidelijk te zien.

Opnieuw wordt de koers gewijzigd en met een grote boog gaat het op Den Helder aan.

Nog één nacht varen en dan...

De volgende morgen is de bemanning al vroeg present. Het duurt allemaal veel te lang. Veel werk is er niet meer te doen. De meeste matrozen hangen over de verschansing. Voortdurend turen zij in de richting van Holland.

Maar dan...?

„Land! Land!"

De uitkijk springt overeind en gilt het uit.

Land...

Holland...

Eindelijk... eindelijk...

De tranen springen Arend in de ogen. Er schiet een brok in zijn keel.

Ja, nu ziet hij het ook. Een vage streep wordt zichtbaar.

Een halfuur later kan hij de blonde duinen duidelijk onderscheiden.

Enkele matrozen klimmen na een kort bevel van de schipper in het want en minderen zeil.

Het schip begint nu langzaam vaart te minderen. Iets voorbij de uiterton wordt het anker uitgeworpen. Hier moeten ze op de loods wachten.

Arend kijkt naar de uiterton. Wat is er allemaal niet gebeurd sinds zij het baken van de thuishaven in de tegenovergestelde richting voorbij voeren.

Een kleine barkas brengt de loods aan boord. Stomverbaasd neemt hij plaats achter het stuurrad. Hij weet niet hoe hij het heeft.

Het anker wordt opgehaald en langzaam vaart de Tyger" twintig minuten later het Marsdiep op. Nog enkele ogenblikken, dan geeft de schipper het bevel om het anker te laten vallen. De matrozen klimmen in het want en op de ra's. Alle zeilen worden gereefd en stevig aan de ra's vastgebonden. Gelukkig... de grote tocht is ten einde. Arend vergeet alles. Met ontroering kijkt hij naar zijn geboorteplaats. Zijn ogen zoeken het huisje aan de voet van de zeedijk.

Enkele botters varen voorbij.

Zou vader er ook bij zijn?

Ja, daar ginds vaart vader met de botter. Hij herkent het vissersscheepje van zijn vader direkt.

„Vader...!"

Arend roept met de handen aan de mond. Het is echter niet meer dan een snik.

Nogmaals roept hij, maar de afstand is te groot. Vader Jansz hoort het niet en met een wijde boog vaart de botter de haven in.

„Arend".

Arend draait zich om en ziet de schipper wenken.

„Ja schipper?"

Arend kijkt de schipper verwonderd aan.

„Je gaat straks van boord Arend, maar ik geef je de raad, doe het thuis voorzichtig aan. Laatje ouders niet al te veel schrikken. Zeg maar. dat ik in de loop van de avond kom. We kunnen vandaag toch niets meer doen. Morgen bij leven en welzijn varen we door naar Amsterdam. Jij blijft thuis totdat we terug komen. Je kunt dan als matroos aanmonsteren. O ja, dat is waar ook, je gage zal ik dan ook betalen. Begrepen?"

„Jawel schipper".

De schipper verdwijnt naar zijn hut.

„Wat zei de schipper Arend?"

Lambert komt nieuwsgierig aanlopen. „Ik mag thuisblijven totdat jullie weer terug komen. Morgen vaart de Tyger" door naar Amsterdam, Ik denk dat de schipper de lading daar wil gaan verkopen". (wordt vetyolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1993

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1993

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's