Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

6 minuten leestijd

- 10 -

\. Wolf kan echter veel harder lopen, en het zal niet lang duren of de hond heeft hem ingehaald. Plotseling loopt Sirnon naar een boom en begint er in te klimmen. Juist op tijd, nee ... toch niet...!

Woedend springt Wolf tegen de stam op en bijt naar Simons been. De hond krijgt de broek van Sirnon te pakken. De beeldjeskoopman brult het uit van de angst. Na een tijd van heen en weer getrek scheurt de broek tot grote opluchting van de verrader. Nu is hij veilig. Haastig klimt hij mnhoog en is buiten het bereik van Wolf. Jankend loopt deze enkele keren rond de boom. Dan tilt hij even de kop op, en met enorme sprongen rent hij weer naar het strijdtoneel. Evert ziet het en slaakt een zucht van verlichting. Gelukkig, Wolf is weer terug ...

Drie soldaten zijn nu ondanks de enorme pijn bezig om uit de kuil te klimmen. De andere twee blijven op de bodem liggen. Zij zijn bewusteloos geworden en zijn dus uitgeschakeld.

Het begint er niet al te best uit te zien voor de dappere Evert. Hij kan het nooit volhouden, en wat zal het einde zijn? ...

Twee soldaten richten hun musketten op hem, trekken af. Er gebeurt niets ... De geweren ketsen allebei. Een teleurgesteld gehuil klinkt op. Voordat zij er echter op verdacht zijn, springt Evert naar voren en slaat er op los. Opnieuw tuimelen zij naar beneden en tot grote blijdschap van Evert blijven zij roerloos liggen. Maar ... er dreigt een nieuw gevaar. De hellebaardier heeft intussen kans gezien om uit de put te kruipen. Evert schrikt als hij de soldaat op zich ziet toelopen met zijn gevaarlijk wapen in de aanslag.

"Heere, bewaar me, help me".

Een stil gebed stijgt op uit zijn hart. Er zit voor hem niets anders op dan nu te vluchten. Hij kent alle wegen en paadjes en de soldaat zou hen nooit kunnen inhalen. Plotseling schiet Wolf langs hem heen en valt de soldaat verwoed aan. Nijdig begint deze met zijn hellebaard te slaan. Het dier springt wel opzij, maar de hond is door het dolle heen. Hij duikt en springt om de vijand heen om hem bij de keel te grijpen, en dat lukt hem niet. Een paar keer krijgt hij een grote klap van het moord werktuig. Die brengen het arme dier tot razernij. Het schuim staat op zijn bek. Wolf geeft de strijd niet op. Maar dan ... dan waggelt de hond. De punt van de hellebaard )Jeeft hem in één van zijn ogen getroffen. Het is een vreselijk gezicht. Het bloed druipt langs zijn kop. De Spanjaard komt nu weer op Evert af. Met de hond heeft hij afgerekend. Nu die ketter nog. Evert denkt er niet meer aan om te vluchten. Nooit zal hij Wolf in de steek laten. Met zijn ene oog ziet Wolf dat zijn baas weer wordt aangevallen. Met een sprong schiet hij vooruit en valt de Spanjaard opnieuw aan. Deze loopt naar Wolf met zijn wapen recht vooruit. De hond ziet het waarschijnlijk niet en loopt rechtdoor. In volle vaart loopt hij op het wapen in. Dit is het einde ...

"Wolf!" schreeuwt Evert ontzet. Hij wordt doodsbleek.

"Wolf, pas op! Wolf toch ... !" Wolf luistert niet. Met ontzetting ziet Evert, dat de Spanjaard de trouwe hond zonder pardon doorsteekt. Wolf valt op de grond. Nog enkele sekonden, dan is hij dood:

"Wolf', roept Evert. Het is niet meer dan een snik. En zonder te weten wat hij eigenlijk doet, stormt hij op de onverlaat af, grijpt het hellebaard en trekt het de verbaasde Spanjaard uit de handen. Het is te begrijpen, dat deze het hier niet bij laat zitten. Hij springt Evert op de rug, zodat deze genoodzaakt is om het wapen te laten vallen. De tranen springen hem in de ogen. Met inspanning van alle krachten vecht hij om zich te bevrijden en soms lijkt het alsof hij de Spanjaard baas kan. Het duurt echter niet lang, of zijn krachten beginnen uitgeput te raken. Hij heeft de laatste uren te veel van zijn krachten moeten vergen. Toch houdt hij vol. Het gaat immers om zijn leven. Als de Spanjaard wint, dan is hij verloren.

Nog een ogenblik, dan valt hij met een smak op de grond. Onmiddellijk laat de Spanjaard zich op hem vallen. "Dat is het einde", flitst het door Evert heen. ·

In da~ vreselijke ogenblik ziet hij vader, moeder en Geerte voor *h. Hij krimpt in elkaar van ontzetting. Hij moet ste~ven, en sterven ·betekent God ontmoeten. En dat kan hij niet. 1\!ee, o, nee ... ! De Spanjaard grijpt Evert bij de keel. Het is duidelijk, dat hij hem wil wûrgen. Nog eenmaal probeert hij de Spanjaard van zich af te schudden. Het lukt niet meer.

"Heere", gorgelt hij. .

Een waas trekt over Zijn ogen.

Nog enkele ogenblikken, dan zal de Spanjaard de overwinning hebben behaald. En dan ... ontzettend. Denken kan hij niet meer. Hij voelt zich wegzinken in een bodemloze put.

Plotse! ing ... ! De Spanjaard slaakt een grote gil...

De Spanjaard slaakt een grote gil... Hij tracht nog op te springen, maar waggelt op zijn benen. Dàn valt hij met een bons op .de grond en blijft liggen.

Evertopent de ogen ... Hij kan opeens weer ademhalen. Waar is de Spanjaard ge91even?

"Wat?'' Dan ziet hij zijn vader, die zich over hem heen buigt.

"Vader! - mompelt hij - vader. .. gelukkig". Een groot gevoel van blijdschap komt er in zijn hart. -Hij moet niet sterven! "Evert!" Boer Hendriksz heeft de hellebaard van de Spanjaard in de hand. Na enkele ogenblikken komt Evert overeind. Even duizelt het hem. Van blijdschap kan hij geen woord uitbrengen.

"Wat is er allemaal gebeurd, Evert?" Bezorgd kijkt vader Evert aan.

Evert antwoordt niet. De spanning is te groot geweest. Het dringt niet tot hem door.

Vader zegt niets meer en grijpt Evert bij zijn arm en brengt hem in huis en laat zijn zoon wat drinken. Tjonge, hij had niet veel later moeten komen.· De grote en sterke boer biggelen de tranen over de wangen. In een woordeloos gebed dankt hij de Heere dat hij Evert uit de klauwen van de moordenaar heeft mogen redden.

"Hoe is het nu?''

"Gaat wel", fluistert Evert. Hij maakt een pijnlijke beweging naar zijn hals.

Bezorgd kijkt Hendriksz. door het raam. Er is niets te zien en te horen. Nee, er is geen gevaar meer. "Ben je gewond?"

"Nee, ik ben niet gewond, alleen mijn hals doet zeer en mijn hand is een beetje verbrand". Plotseling begint Evert te beven en barst in snikken uit. Hij kan alles niet meer verwerken.

Vader laat hem uithuilen, wel wetende dat dit hem goed zal doen. Het duurt niet lang of de tranen zijn gedroogd. Met grote ogen kijkt Evert naar zijn vader. Hij kan het eigenlijk nog niet geloven. "Waarom bleef je zolang weg, vader?'' Het klinkt als een verwijt.

"Ik kon niet eerder komen, jon.gen. Wat een geluk, dat ik juist op tijd kwam om je te redden. Geef de Heere de eer er van, Evert. Het had niet langer meer moeten duren". (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 februari 1994

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 februari 1994

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's