De hobby van ... Cor van der Velde, panfluitist te Dirksland
Het vps in 1982 dat Cor van der Velde uit Dirksland een concert bijwoonde van organist Sander van Marion en panfluitist Fred Mann. En mooi dat-ie het vond! Cor was zo geraakt door de tonen van de panfluit, dat hij meteen bij thuiskomst tegen zijn vrouw Alie zei: "zo'n panfluit ga ik ook kopen!" Nu heeft Cor nogal wat ambities op allerlei gebied. Eerst was hij acht jaar lid van de zwemclub, hij fietste, hij schaatste, alles even gedreven. Tegenwoordig heeft hij behalve zijn achtertuin ook nog een volkstuin, hij skeelert, hij maakt al jarenlang modelbouwwerkstukken van motoren, auto's, schepen en huizen (waarover op zich al een rubriek te vullen zou zijn) en hij is pas begonnen met schilderen. Maar als Cor iets zegt, dan doet hij het ook, en dan doet hij het ook goed.
"Ik sprak met een vriend af, dat we samen zouden gaan fluiten. De panfluit was in die tijd nog nauwelijks bekend, en nergens op Flakkee te koop. Dat viel wel even tegen. Maar ja, als je echt iets wilt, geef je niet zomaar op en uiteindelijk lukte het, via Arjo Verspuy, die toen nog op Flakkee zat, om er één te bemachtigen. En toen begon ik met mijn eerste pogingen om er geluid uit te krijgen. Nog helemaal ongeoefend, dacht ik: "dat doe je even". Maar dat viel tegen zeg. Verschrikkelijk. Ec was al bang dat ik een verkeerde fluit had gekocht. De zei tegen Alie: "dit wordt niks". Toch, na een poosje begreep ik wel dat het niet aan die fluit lag, maar dat ik gewoon iemand nodig had om de kunst onder de knie te krijgen; met andere woorden: ik moest gewoon les nemen. Dus ging ik op zoek naar iemand die panfluitles gaf. Ja, wat denk je? Nergens op Flakkee! Uiteindelijk vond ik inl985 iemand in Brielle; een lerares die was afgestudeerd op het conservatorium, ten tijde dat de studie panfluit daar nog te volgen was. En toen begreep ik waarom het me zelf niet was gelukt. Het bleek een gigantische klus om de techniek onder de knie te krijgen. Voor het bespelen van de panfluit heb je om te beginnen een heel lange adem nodig. Wel zes maal zo lang als bij een blokfluit en wel drie maal zo lang als bij een dwarsfluit. Je moetje adem vervolgens goed kunnen vasthouden en ook nog eens goed kunnen verdelen. Ook de aanzet die je geeft bij het blazen is belangrijk. Je blaast niet zomaar een eind weg, maar gebruikt je tong daarbij: je tuft als het ware de luchtstoot de pijpjes in. Ook is de opening die je met je mond maakt van belang. Bij de smalste pijpjes is die natuurUjk niet even groot als bij de bredere. Lastig is ook, dat je je instrument niet ziet. Je doet dus alles op het gevoel. Je moet dus wel in één keer de goede toon pakken! De panfluit is ook het enige instrument waarbij voor de bespeler de noten van rechts naar links lopen. Anders dus dan bij een orgel of zo. Dat is raar in het begin, maar het is ook weer snel genoeg gewend. In het begin was het ook niets anders dan ademtechniek en oefeningen, en warempel: na een poosje ging het toch beter. Gelukkig maar, want een panfluit kost je al gauw zo'n slordige 600 gulden."
De panfluit die tijdens het gesprek op tafel ligt is afkomstig uit Waddinxveen. Het is een gebogen exemplaar, gemaakt van bamboe, dat afkomstig is uit Roemenië, het land waar de panfluit oorspronkelijk vandaan komt. De meneer die dit instrument maakte, weet exact welke bamboe het beste geschikt is voor dit instrument en gaat deze bamboe zelf in Roemenië snijden. Na een speciaal droogproces kan het gewas dan worden verwerkt tot een goed klinkend instrument. Bamboe die te vochtig is weegt wel drie maal zo zwaar als haar goed gedroogde soortgenoot, en geeft tenslotte geen heldere, maar gedempte klanken. Cor vertelt rustig, maar met verve over zijn instrument. De panfluit is één van de eerste fluiten die bespeeld werden. Toch is er niet zo bar veel muziek voorhanden voor panfluit, en al zeker geen klassieke muziek. De meeste muziek die op papier staat, vond zijn oorsprong in Roemenië, maar er is ook Griekse, Russische en Israëlische muziek verkrijgbaar. Panfluiten worden in diverse toonsoorten gemaakt. Huize van der Velde telt (naast een orgel) drie panfluiten: één van vader Cor, en twee van de dochters Fryda en Linda, die respectieveUjk 3 jaar en 7 maanden door hun vader in de kunst worden onderwezen. De panfluit van Cor heeft een zogenaamde concertmaat en telt 22 pijpen. Ooit had hij een panfluit met 25 pijpen. Die was hem echter te onhandig, voornamelijk met het zogenaamde kantelen, een beweging die je moet maken om een halve toon te kunnen fluiten. De panfluit van Cor is een G-gestemde, dat wil zeggen dat de # F ( voor ingewijden, de Fis) er automatisch zit 'ingestemd'. Dat is handig, want bijna alle panfluitmuziek is gebaseerd op de toonladder met een Fis en een deel van het kantelwerk is daarmee bij deze fluit overbodig. De rest van het kantelwerk vindt plaats bij het blazen van een kruis of mol. Alleen is het lastig, dat je een toon op de panfluit niet kunt 'verhogen'. Je bent dus genoodzaakt om dan de volgende toon te pakken, en dan te kantelen, zodat je die toon verlaagt (dus een mol speelt.) Zodoende blaasje toch de toon die in de muziek staat. Je hebt ook C-gestemde panfluiten; die geven weer een andere toonladder te horen.
"Een panfluit moet ook wel eens gestemd worden. Dat is op zich een vak apart", vertelt Cor. Zelf doet hij dit dan ook nog maar sinds een jaar of vijf. "Mijn eigen panfluit is gestemd met speciale apparatuur. Aan de hand daarvan stem ik ook de fluiten van mijn leerlingen als dat nodig is. Om precies af te stemmen gebruik ik bijenwas. Is de toon te laag, dan moet er iets bij; is hij te hoog,
dan moet er iets uit. Dit gebeurt met een speciaal apparaatje, zodat de binnenkant van de panfluit niet beschadigd raakt; anders moet hij terug naar de bouwer. Al met al is het stemmen van een panfluit iets waar veel tijd in gaat zitten." Verder bestaan er ook de zogeheten Baspanfluiten. "Heb je die wel eens gezien", vraagt Cor. "Je weet niet wat je ziet, zo'n groot ding."
Na tien jaar les te hebben genomen, vond Cor het welletjes, en zette een punt achter de ritjes naar Brielle. Hij kon natuurlijk nog wel meer en hoger, maar, zo zegt hij eerlijk: "Zoveel talent als Liselotte Fennema of Noortje van Middelkoop heb ik niet. En het moet een hobby blijven hoor. Tenslotte ben je er nooit in klaar. Die vriend waar ik samen mee zou starten is, na twee weken proberen, afgehaakt. Ja, voor het leren bespelen van de panfluit moet je echt wel doorzetten. Het leuke is, dat ik nu zelf les geef Voor zover ik weet als enige op Flakkee. Eerst heb ik dat zes jaar lang gedaan en had ik op den duur 18 leerüngen in de twee weken. Ik zorgde zelf voor lesmateriaal uit klassieke muziek en de kinderen, die toch wel een jaar of tien of twaalf moeten zijn, deden niets anders dan oefeningen, oefeningen en nog eens oefeningen. Dat moet gewoon, wil je het onder de knie krijgen. Later komen er dan liedjes, en kun de oorspronkelijke panfluitmuziek gaan spelen. Na zes jaar was ik het lesgeven een beetje zat en ben ik ermee gestopt. Maar na een pauze van twee jaar, waarin ik veelvuldig werd benaderd door ouders die hun kinderen graag op Flakkee wilden laten doceren ben ik weer begonnen, en geef ik 1 avond per twee weken les, waarbij ik zelf naar de 5 leerhngen toe ga. Dat is te behappen.
Een ander leuk aspect van deze hobby is dat van de uitvoeringen. Wanneer hij zijn eerste optreden had, weet hij niet meer zo precies. Wel weet hij dat dit eerste optreden plaatsvond met het Dirkslands Mannenkoor, op basis van vraag en aanbod zowel van zijn kant als van de kant van het koor, waarin hij al jaren zong. "Je staat dan wel te bibberen hoor", zegt Cor. "Maar gaandeweg krijg je ook daarin steeds meer plezier en doe je het wat makkelijker." Ook met andere mensen werkte hij wel samen. Plaatselijke organisten, dirigenten en trompettisten, waaronder Jaap Hollaar en Jaques van Broekhoven. De diverse krantenknipsels, ergens op zolder vanachter een gordijn gehaald, tonen de aankondigingen, verslagen en foto's, waarop Cor, samen met mannen als Karel Boogert, en de gebroeders Herman en Henk-Jan Drost te zien is. Ook optreden met dochter Fryda is fijn. Dochter Linda is nog niet zover, maar ze doet haar best, zowel op de tenorblokfluit als op de panfluit. Soms wordt er opgetreden bij zomerzangavonden of kerstzangavonden. Maar ook speelt hij op avonden die worden belegd voor een goed doel, zoals afgelopen 14 april, toen een optreden plaatsvond ten bate van Mozambique in de R.K. kerk van Oude Tonge. Verder hebben lezers hem mogeUjk gezien en gehoord in één van de vele kerken in Dirksland, Goedereede, Herkingen, Middelhamis, Nieuwe Tonge, Oude Tonge, Sommelsdijk, in de Dirkslandse Serviceflat Vroonlande of mogelijk zelfs Kapelle-Biezelinge.
Ook maak je verrassende dingen mee, zoals afgelopen zomer op de camping in Assen, waar Cor met zijn gezin al jaren op vakantie gaat met de caravan. Nog nooit ging de panfluit mee op vakantie; dit jaar echter wel. En zo gebeurde het, dat hij in een interkerkelijke kerkdienst op de camping, samen met nog andere instrumenten, de zang tijdens de dienst en in het drie kwartier 'vrij' zingen na de dienst, begeleidde op de panfluit! En.. .voor volgend jaar ligt er alweer een uitnodiging!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 augustus 2000
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 augustus 2000
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's