Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijzen uit het Oosten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijzen uit het Oosten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het gebeuren rond de geboorte van de Heere Jezus Christus, treffen wij ook de Wijzen uit het Oosten aan. Opmerkelijk dat juist de Evangehst Mattheus, die toch zijn Evangeüe vooral voor Chnstenen uit de Joden schreef, van de komst van deze heidenen melding maakt. Opmerkelijk ook het feit zelf: reeds spoedig nadat het Kind geboren is, komen heidenen uit een ver land om de geboren Koning der Joden te aanbidden en geschenken aan te bieden.

Aanvankelijke vervulling van meer dan één profetie, zoals o.a. Jesaja 60:6 en Psalm 72:10. De psalm waarin we berijmd zingen:

"Ja, elk der vorsten zal zich buigen. En vallen voor Hem neer. Al 't heidendom Zijn lof getuigen, Dienstvaardig tot Zijn eer".

WIJZEN UIT HET OOSTEN

De Roomse Kerk heeft van de wijzen 'koningen' gemaakt. Ze viert op 6 januari het feest van Driekoningen, o.a. met verwijzing naar Psalm 72:10, waarin wordt gesproken over de koningen van Tarsen en van Scheba en Seba, die geschenken aanbieden en vereringen toevoeren. De Heilige Schrift houdt het bij wijzen.

En IS in haar mededelingen over hen zeer sober: 'Wijzen uit het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen'. Duidelijk is... zij kwamen uit het Oosten. Ze kwamen waarschijnlijk uit Perziè.

Hoeveel wijzen zijn er geweest? Mattheus noemt geen aantal. De latere volksoverlevering geeft grotere en kleinere getallen op: van twee tot twaalf. Meestal wordt aangenomen, dat er drie zijn geweest. Waarschijnlijk op grond van het drietal geschenken dat de wijzen aanboden. Zelfs weet men hun namen te noemen. De ene heette Melchior, een Semiet. De tweede, Caspar, vertegenwoordigde, zei men, de niet Semietische blanken en Balthazar was een neger.

Wat was het beroep van de wijzen? Het waren natuurkundigen, die zich in het bijzonder met sterrenkunde bezig hielden. Sterrenkundigen dus. In aloude tijden meende men, dat bijzondere gebeurtenissen op aarde konden worden afgelezen uit de stand van de sterren. Neen... het was geen 'waarzeggerij' die, uit wat 'm de sterren geschreven staat', de mensen hun toekomst voorspelden, een bezigheid, die in onze 'verlichte' eeuw, zijn tienduizenden verslaat. Het waren achtbare mannen van wetenschap, die 'magiërs' of 'wijzen' werden genoemd.

DE STER nkundigen de

Als op zekere nacht deze sterrenkundigen de hemel afzoeken, trekt een ongewone lucht verschijning hun bijzondere aandacht. Zij zien een ster van meer dan gewone afmeting en straling. Is het een komeet?

Na uitvoenge observatie komen de magiers tot de conclusie: 'het is de ster, die de geboorte van de Koning der Joden aanduidt'. Welke ster ging hun op? Daarover is veel gegist en zijn veel vermoe

Daarover is veel gegist en zijn veel vermoedens uitgesproken en berekeningen gemaakt. Men heeft er zelfs de sterrentafels van de oude Chinezen bij gehaald. Kepler, een beroemde Duitse sterrenkundige (1571- 1630), dacht dat het hier ging om een conjuctie (samenvoeging) van Jupiter en Saturnus. Anderen hebben de ster vereenzelvigd met de komeet van Halley of dachten aan een nieuwe ster. Men is er niet uitgekomen. Het meest waarschijnlijke is, dat het in Mattheus 2 gaat om een geheel wonderbaar verschijnsel, dat met kan worden ondergebracht in de vaste wetten van een natuurlijk hemelverschijnsel. Ook de kanttekening op de Statenvertaling wijst in die richting. Zij zegt, dat deze ster: 'geen gewone ster des hemels geweest is, maar een bijzonder geschapen licht, gelijk de vuurkolom was, die de kinderen Israels door de woestijn leidde'. En daCosta zegt in zijn: 'Bijbellezingen' er over: 'De ster was geen gewone ster, maar een buitengewone, een vonk uit de schechina, een sprank van de ongeschapen heerlijkheid Gods, die verscheen en verdween en zich laag in de dampkring tot geleidster nederliet'.

Maar... hoe konden de wijzen bij het zien van deze ster haar herkennen als die van de koning der Joden? Wat wist men in het verre Perzië reeds van te voren af van een koning der Joden, die in Palestina als Verlosser werd verwacht? Ook daar heeft men een verklaring voor gezocht. Zo heeft men verondersteld, dat men daar de Messiaanse voorspellingen van Daniël heeft doorgegeven van geslacht op geslacht. Wellicht hebben ze ook iets geweten van de wijdverbreide mening, in vele heidenlanden, dat in Judea een machtige koning zou opstaan. Ook kunnen zij van de Joden, die in de verstrooing leefden, hebben gehoord welke verwachtingen onder het Joodse volk leefden. Zeker is, dat in Oosterse landen als Perzië en Medië Joden woonden. Dat ze daar zelfs een plaats van betekenis innamen. Zo kan de verwachting van een komende Koning der Joden ook in de kringen van de Oosterse sterrenkundigen zijn doorgedrongen. Het zijn veronderstellingen die onzeker zijn. Zeker is, dat een ster naar Goddelijk bestel het onbedriegelijke teken werd voor de wijzen, dat de Messias was gekomen. Het bracht hen ertoe, om de lange en moeilijke weg te gaan van het Oosten naar het Westen, dat is naar Jeruzalem.

IN JERUZALEM

De wijzen verzamelen hun schatten en wat ze voor onderweg nodig hebben, zadelen hun kamelen en vertrekken. Hen wacht een lange weg, vol beproevingen. Ze zijn gegaan dwars door de wildernis, moeilijkheden en gevaren trotserend. Tot ze Jeruzalem bereiken. Waar anders zouden zij een Koningskind moeten zoeken?

Maar wat een teleurstelling! Als zij informeren waar zij de geboren koning kunnen vinden, is er alleen verbazing. Niemand weet er iets van af. 'Koning der Joden'... dat is Herodes. Wel ziekelijk en oud, maar niet van zins om voor een eventuele mededinger opzij te gaan. Herodes, de wrede, de meervoudige moordenaar. Had hij niet om poUtieke redenen zijn eigen vrouw en twee van zijn zonen gedood? Een tijdgenoot van deze Herodes oordeelde over hem: 'Hij stal zijn troon als een vos; hij regeerde als een tijger en hij stierf als een hond'.

De komst van het vreemde gezelschap bracht Jeruzalem in opschudding! Het gonst van de geruchten. Ook Herodes hoort er van. Hij 'werd ontroerd en geheel Jeruzalem met hem' (Mattheus 2:3b).

Hij ontbiedt de Overpriesters en Schriftgeleerden met spoed ten paleize. Hij vermoedt namelijk, dat met het geboren Kind, de door de Joden verwachten Messias wordt bedoeld. Hij wil weten waar die Messias zou geboren worden. En daarvoor moet hij bij de mannen van het vak, de theologen in Israël zijn. Want die kennen de letter van het Oude-Testament op hun duimpje. Wil de koning weten waar de Christus geboren zal worden? Wel, dat is na te lezen bij de profeet Micha (5:1). 'En gij Bethlehem Éfratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen, die een Heerser zal zijn in Israël...' Aangrijpend is, dat deze geestelijke leidslie

Aangrijpend is, dat deze geestelijke leidslieden wél weten waar Jezus geboren is, maar dat ze zelf niet meegaan naar Bethlehem. De interesse ontbreekt om nader onderzoek te doen in een plaats, die maar 2 uur is verwijderd van Jeruzalem.

'Het verlangen van de wijzen vindt in hun versteende ziel niet de minste weerklank'. Vreselijk... hun kennis van de Schrift is enkel hersenwerk. Het hart blijft er buiten. Ze zijn dode wegwijzers.

NAAR BETHLEHEM

Herodes weet genoeg. Bethlehem dus. Met list zal hij het Kind uit de weg ruimen. En de wijzen zullen hem daarbij helpen. In he geheim verzoekt hij hen, bij hem te komen. Minzaam ondervraagt hij de wijzen op welke tijd en in welke plaats de ster verschenen was. Dan zegt hij: 'Ga naar Bethlehem, en kom dan bij mij terug met nadere gegevens. De wil dat Kind ook aanbidden'. Veinzerij in de hoogste graad... huichelen in de godsdienst uit eigenbelang.

Als de wijzen zich opmaken om naar Bethlehem te gaan, is er verwondering en blijdschap. Verwondenng... want niemand in Jeruzalem gaat met hen mee. Blijdschap... want de ster, die zij in het Oosten gezien hadden, staat weer te stralen en gaat voor hen uit. Hun geloof wordt er door bevestigd. God laat de ster weer lichten om hen te verzekeren, dat ze op de goede weg zijn. Zo komen ze aan in Bethlehem.

AANBIDDING

In Bethlehem is alles anders dan ze gedroomd hadden. Er is geen paleis met pracht en praal. Wel hebben Jozef en zijn gezin de grot van de geboorte verlaten en hebben ze onderdak gevonden in een huis, misschien van een van de herders. Maar dat huis is armoedig en armoedig zijn de omstandigheden. Ze vinden een eenvoudige moeder en een arm kind in doeken gewonden. Hemelse majesteit straalt er niet van af. Maar hun ogen mogen door de nederige uit

Maar hun ogen mogen door de nederige uitwendige verschijning heenzien en aanschouwen het Woord, de grote Gave van God. En diep buigend met het aangezicht naar de aarde, hebben zij het Kind aangebeden, hun schatten ontsloten en Hem geschenken aangeboden: goud, wierook en mirre. Het kostbaarste wat ze bezitten leggen ze voor Hem neer. 'De kostelijkste dingen, die in hun Icind

'De kostelijkste dingen, die in hun Icind gevonden werden' (kanttekening). De eerste hulde uit de heidenwereld. Gaven die dankbaar werden aanvaard. Die in hun armoedige omstandigheden zeer welkom waren, mede met het oog op de aanstaande vlucht naar Egypte.

Al spoedig gaan de wijzen terug naar hun land.

En Herodes wordt uitgeschakeld. Zijn boze opzet mislukt. God waakt over Zijn Kind. Door God in een droom gewaarschuwd niet naar Herodes terug te gaan, vertrekken zij via een andere weg, die Jeruzalem en Jericho niet aandeed. Zo onverwacht de wijzen kwamen, zo onverwacht zijn zij verdwenen en horen we niet meer van hen. Maar... zij hebben het teken verstaan!

"Het teken hadden zij verstaan: Zijn ster stond schitterend te stralen; Zij zijn de lange weg gegaan, door woeste paden en door dalen.

Zij kwamen in de hoofdstad aan en gingen van het heil verhalen: Het teken hadden zij verstaan. Zijn ster stond schitterend te stralen.

Jeruzalem was zeer ontdaan, en ieder zweeg in alle talen, Want niemand had de ster zien staan, die opviel door haar helder stralen.

De wijzen hadden het verstaan ". (Marinus Nijsse)

B. H.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2000

Eilanden-Nieuws | 48 Pagina's

Wijzen uit het Oosten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2000

Eilanden-Nieuws | 48 Pagina's