stroomopwaarts boeren
Boeren worden afgerekend op doorzettingsvermogen. Als het jaar voorbij is, wordt balans opgemaakt. Eigenlijk doen cijfers er dan weinig toe; het is een keuze tussen doorgaan, tobben en bungelen of stoppen. Boeren willen het afgelopen jaar snel vergeten, maar is dat hetzelfde als "einde verhaal"?
De rekenmeesters van het Landbouw Economisch Instituut in Den Haag hebben de werkelijkheid van de land en tuinbouw blootgelegd. Op een klinische wijze worden de euvelen getoond: boeren verdienen nauwelijks het zout in de pap. Wie als boer naar de beloning van zijn arbeid kijkt raakt zwaar gefrustreerd. De tuinder die groenten teelt in de kas of onder glas komt amper aan een euro per uur; de varkenshouder heeft per uur zelfs niets verdiend. De melkveehouder ging het in 2001 iets beter af: hij verdiende ongeveer vijf euro per uur. Volgens het LEI mogen de boeren die vleeskuikens hielden niet klagen; zij komen er in 2001 het beste van af. Én bijna niet te geloven zelfs de akkerbouwers zaten in de lift gedurende het afgelopen jaar. Dat hadden zij te danken aan de hogere pieperprijzen en de uitbetaalde prijs voor suikerbieten. Je wordt er als boer niet vrolijk van. Als je
Je wordt er als boer niet vrolijk van. Als je ervaart hoe de kosten op het bedrijf zijn gestegen (en nog steeds omhoog gaan), valt er weinig te "balansen". Als je aan de keukentafel zit te rekenen nadert al ras het cruciale keuzemoment. Een keuze tussen doorgaan, tobben tegen beter weten in of stoppen. Boer, samenleving en markt
Boer, samenleving en markt
Wat burgers en buitenlui nauwelijks beseffen zijn de emoties van de boer en zijn gezin. Het zijn gevoelens die achter de kille LEIcijfers schuilgaan. De rekenpartijen zijn veelal het resultaat van een optelsom die slechts kommer en kwel bevat. De leek neigt al gauw tot het oordeel dat boeren immer klagen. Maar daar is de kous allerminst mee af.
Boeren doen hun best om zich aan en in te passen in een veranderende en steeds kieskeuriger wordende samenleving. Consumenten hechten aan een hoog kwalitatief voedselproduct en staan op gegarandeerde voedselveiligheid. De boer levert ook zgn. groene diensten: toegevoegde waarde van natuur en landschap. Boeren beheren landschap en trachten duurzaamheid van het landelijk gebied inhoud te geven. Boer als producent van voedsel en groen: iedereen weet het, landbouwminister Brinkhorst schreeuwt het uit, maar een fatsoenlijke beloning voor deze boereninspanning blijft uit. Opbrengstprijzen voor agrarische producten blijven onder de maat en die andere functie van de boer (productie en levering van groene diensten) levert niets of in het gunstigste geval slechts een fooi op.
Gelukkig beseffen boeren dat zij hun heil moeten zoeken op de markt. Tot nu toe hebben zij te veel geleund op de (Haagse en Brusselse) overheid. Boeren trekken met hun organisaties op en smeden coalities met andere belangenorganisaties die zich bezig houden met consument, natuur en milieu. De coalities proberen hun posities in de samenleving te winnen en te versterken. Het is merkbaar in de praktijk van elke dag: boerenorganisaties worden meer en meer plattelandsorganisaties en werken samen met Consumentenbond, Stichting Natuur en Milieu, Natuurmonumenten en Provinciale Landschappen. De coalities richten zich op het marktbaar maken van agrarische resultaten. Er waait een nieuwe wind over het boerenerf; met vallen en opstaan gaat de boer verder. De vraag rijst echter of die 80.000 ä 90.000 agrarische ondernemers ook in het nieuwe jaar hun weg of koers kunnen vervolgen. Zij worden voortdurend bedreigd door een overheid die met regels en wetjes van geen ophouden weet. De regeldrift is te rangschikken onder het hoofdstuk "boertje pesten".
Boertje pesten
Boeren raken gefrustreerd bij de pas verschenen Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Deze nota claimt in de komende jaren ruim 450.000 ha landbouwgrond voor natuur, recreatie, woningbouw, industrieterreinen en waterberging. Een dergelijke claim betekent het einde van duizenden agrarische ondernemingen. Ruimtelijke ordening is ongetwijfeld een goede zaak, mits duidelijkheid, overzicht en zekerheid worden geboden. Maar helaas blijven boeren jarenlang in een wurgende onzekerheid. Zij worden depressief als ze merken hoe de overheid (lees: ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)het boerengetob sanctioneert De nasleep van de mkzcrisis en de vergoedingen van geruimd vee spreken boekdelen: administratieve futiliteiten (foutjes in de administratie) moet de veehouder beboeten met tienduizenden soms zelfs honderdduizenden guldens. Vanaf 1 januari worden boeren die hun mestafzet niet contractueel hebben geregeld met flinke boetes opgezadeld. Minister Brinkhorst dreigt met zware straffen. Het is niet moeilijk om de regeldrift van de overheid te illustreren met voorbeelden.
Boeren die 2001 snel willen vergeten staan nu voor nieuwe onzekerheden. Kille beulen hebben daar een oplossing voor: maak snel de keuze voor doorgaan of stoppen. Het kan uiteraard, maar er is ook nog zoiets als boerensentiment en boerentrots. Mag dat, of niet soms?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 2002
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 2002
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's