Middelharnis weert tereclit 180.000 kippen

Het plan voor de bouw van het omvangrijke complex met vijf pluimveestallen komt van het akkerbouwbedrijf van De Winter en Hennink. Zij vingen bij de rechtbank in Rotterdam eerder al bot en beproefden in mei hun geluk in hoger beroep bij de Raad van State in Den Haag. De hoogste bestuursrechtbank onderschrijft de besUssing van de gemeente dat het gewenste intensieve veebedrijf niet in overeenstemming met het bestemmingsplan Landelijk gebied Middelhamis/Sommelsdijk. De belangrijkste reden van de geweigerde bouwvergunning is dat De Winter en Hennink te weinig grond hebben om straks hun kippenmest uit te rijden.

De advocaat van de akkerbouwers vindt dat de gemeente dit argument niet mag gebruiken in een bestemmingsplanprocedure. Daarin mag de gemeente alleen ruimtelijke argumenten aanvoeren zoals bijvoorbeeld het oppervlak of de hoogte van een stal. De mestafzet is een kwestie die beoordeeld moet worden op grond van de miüeu­ en mestwetgeving, stelt de advocaat. Zowel de rechtbank als de Raad van State verwerpen deze stelling. De twee rechtscolleges redeneren dat ook de mestafzet ruimtelijke gevolgen heeft. Want als een akkerbouwer veel eigen grond heeft om zijn mest uit te rijden, kan hij grotere stallen bouwen met meer dieren erin. De gemeente heeft de eis van mestafzet op eigen grond dan ook terecht gesteld. De gemeente Middelharnis sprak zich jaren geleden al uit tegen nieuwe vestiging van intensieve veehouderijen. In 1994 keurde de toenmalige Kroon dit bestemmingsplan goed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen