Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

Schoon

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, dan ik zal witter zijn dan sneeuw." (Psalm 51:9)

Vuil

Hier is een mens die zich smerig voelt. Hij voelt zich vies, onrein, besmet. Het is koning David, Waarom voelt hij zich zo'' Dat komt door zijn zonde. Hij heeft overspel gepleegd met een vrouw. Hij heeft haar man laten doden. Al een jaar heeft hij geleefd met deze vrouw zonder naar God te willen luisteren. Maar nu is de profeet Nathan gekomen en die heeft hem glashelder verteld wat de Heere ervan vindt.

Nu voelt David zich onrein. Hij kan zich nergens meer vertonen. Hij kan zeker niet meer met de andere mensen in het Huis van God komen. Hij hoort er niet meer bij.

Hij zegt: 'Mijn zonde is steeds voor mij.' Hij ziet het steeds maar voor zich. Hij kan het maar niet loslaten. Dat geeft hem het gevoel onrein te zijn. Vuil door zijn eigen zonden. Herkent u dat gevoel? Je wilt gaan bidden, maar je hebt het gevoel dat je schijnheilig bent; dat God niet hoort. Je zit in de kerk en je zingt, maar je denkt: 'De mensen moesten eens weten hoe ik ben en wat ik heb gedaan.' En God weet het in ieder geval.

Schuldig voor God

In psalm 51 legt David op veel manieren uit hoe hij zich voelt voor God. Hij zegt ook dat hij 'een gebroken en verslagen hart' heeft. Zolang je hart nog heel is, kun je nog leven met je zonden. Dan voel je ze misschien vaag. Maar als de Heere je hart breekt, dan houd het op. Dan voel je er verdriet over. Dan schaam je je. Dan drukt het je neer. Je kunt er ook niet mee verder. Er moet dan iets gebeuren. Dat is het werk van Gods Geest. Door een paar simpele woorden wordt het voor mij heel duidelijk wat David bedoelt: 'Tegen U, U alleen heb ik gezondigd.' Zonde is niet zomaar een gevoel. En zeker geen vaag gevoel.

Zonde is tegen de Heere. Er is Iemand die naar je kijkt. Iemand die je gemaakt heeft. Die alles aan je geeft. Het is de God. Hij kijkt naar mij. En Hij ziet watje doet. En je geeft Hem de eer niet. Je denkt te weinig aan Hem. Je bent ondankbaar. Je denkt dingen waarvoor je je moet schamen. En Hij heeft het gezien. Je doet dingen die tegen Hem ingaan. Je hebt de Heere bedroefd. Je bent niet waard voor Hem te leven. Tegenover Hem ben je onrein.

Berouw

David bidt om vergeving. Telkens roept hij het weer. 'Wees mij genadig', 'Was mij wel', 'Reinig mij', 'Ontzondig mij', 'Verlos mij.' Het is voor ons ook nodig om te bidden om vergeving. Dat is nodig om met de Heere te kunnen leven. Dat is nodig om naar de kerk te kunnen gaan. Het is nodig om zelf uit de Bijbel te lezen. Een christen die niet smeekt om genade is geen christen.

Maar ik wil hier twee dingen bij opmerken. Meestal staat er met precies boven wanneer de psalm is gemaakt. Hier wel. Dat is niet voor niets. Er staat: 'Toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan.'

Dat is nogal wat. Je kunt zeggen: maar we zijn allemaal even zondig. Ja, dat is waar. Je kunt zeggen: maar al die zonden zitten ook in ons. Dat ben ik met u eens. Maar toch mag je niet alles op een hoop gooien. De ene zonde is de andere niet.

Daarom is het ene berouw ook dieper dan het andere. Dat opschrift boven psalm 51 waarschuwt ons om psalm 51 niet als meetlat te gebruiken. De psalm toont aan hoe diep het kan gaan met een mens en dat de Heere zelf dan nog redt.

Het tweede is dat we in 2 Samuel 12:14 lezen dat Nathan aan David de boodschap van de Heere brengt. David roept uit: 'Ik heb gezondigd tegen de Heere.' En dan lees ik tot mijn verbazing: 'En Nathan zeide tot David: De Heere heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven.' Psalm 51 is daarna door David gemaakt.

Dat betekent, dat psalm 51 niet aan het begin van een bekenngsweg staat. We mogen uit deze psalm dus niet de conclusie trekken dat iedere mens die tot de Heere wordt geleid zo begint in de diepte van dit lied. Dat kan wel, maar met David gaat het zo niet. Hij kent de Heere al jaren. Hij is zelfs een mens die vervuld is met de Heihge Geest. Hij heeft al vele psalmen gezongen. Hij heeft de Heere lief. En dan komt psalm 51. Ik begrijp daaruit ook dat in psalm 51 geen echt wanhopig mens spreekt. Het is niet zo dat hij totaal geen weet heeft

Het is niet zo dat hij totaal geen weet heeft van verlossing. Hij denkt in psalm 51 niet dat hij verloren moet gaan. Want hij weet dat de Heere hem al vergeven heeft. De zeg deze dingen om een eerlijke voorstelling te geven van wat er in de psalm staat. Maar geen mens kan leven met de Heere zonder oprecht berouw over zijn zonden.

Gewassen

De dichter zegt dat hij gewassen moet worden. Letterlijk staat er niet zomaar wat afspoelen, maar wrijven, schrobben, heel grondig wassen. Het zijn beelden van de dichter. Hij bedoelt: Ik ben zomaar niet schoon. Ik moet grondig schoongemaakt worden om niet meer onrein te zijn. In de tijd van het Oude Testament kon een priester hysop nemen. Daarom sprenkelde hij bloed van een offerdier over iemand die onrein was. Ik kan u schnjven, dat u schoon wordt door het bloed van de Heere Jezus Christus. Als u gewassen wordt door het bloed van Christus dan is het vuil weggenomen. Christus heeft Zichzelf gegeven als Offer voor uw zonden. Hij is gedood op Golgotha. En Zijn bloed heeft gevloeid. En God heeft de zonden van u op Hem gelegd. Heel bewust is Hij daarom gestorven. Hij heeft uw zonden meegenomen aan het kruis. En de Heere heeft de straf daarover uitgesproken en Hem het oordeel gegeven. De Heere Jezus Zelf heeft gezegd: 'Het is volbracht'. En toen Hij op de derde dag opstond was ook duidelijk dat de Heere God het genoeg vond. Hij gaf Zijn Zoon het leven terug.

Dat vraagt wel om geloof. Het is nodig dat u gelooft dat de Heere uw zonden vergeven heeft, omdat Chrisms ervoor gestrafd is. Dat zegt de Heere m Zijn Woord. Een zondaar die zijn zonden belijdt en van Christus vergeving vraagt, mag horen uit de Bijbel dat de Heere niet meer aan zijn zonden denkt. De Heere rekent ze met meer toe. En dat mag u ook geloven vanuit Zijn Woord.

Witter dan sneeuw

Dat is toch prachtig. Je voelt je zo bedorven en zo onrein en je hebt een vreselijk jaar achter de rug en dan is het nog mogelijk dat je daarna rein bent en witter dan sneeuw. Dat je zo weer voor de Heere kunt zijn. Dat je dag mag weten: Ik ben schoon voor de Heere. De ben rein. Er is geen vlek meer over. Het kleeft niet meer aan me. Ik voel dat het weg is. De HeiUge Geest wil die zekerheid ook in ons geven. Hij wil ons volgieten met grote blijdschap. Omdat we voelen dat er vrede is met God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's