Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Ramp van 1953

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ramp van 1953

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het totale woningbezit van Oude Tonge in 1953 werd op ongeveer 750 huizen gesteld. Daarvan werden er 172 geheel verwoest en 30 woningen werden onherstelbaar beschadigd. Door de Ramp zijn veel slecht gebouwde woningen verwoest; woningen die overigens niet zo lang meer bewoond hadden gebleven. Doch dat was een zaak van bouwtechnische aard.

Ook de bewoners van de Schoolstraat werden door de springvloed midden in de nacht opgeschrikt. Klokgelui is lang niet overal in Oude Tonge te horen geweest. De felle noordwester joeg immers de waarschuwende klanken slechts één richting op. Bovendien zijn er altijd mensen die 'overal doorheen slapen'. In de schoolstraat op nummer 19 ontdekten de bewoners zelf wat er aan de hand was. Op dat adres woonde Aren van Noord die gehuwd was met Maria Luijendijk. Zij hadden vier dochters van wie de jongste, Lijda, alleen nog thuis was. De andere dochters waren al gehuwd. Elisabeth was gehuwd met Marinus Donkersloot, zij woonden met drie kinderen in de Kerkstraat van Oude Tonge. Anna was gehuwd met Nico Vroegop en woonde in Delft en de andere dochter, Willy was gehuwd met Marinus van Baaien. Zij woonden in Middelburg. Vier dochters. Is dat zo bijzonder? Nee, maar de moeder Maria Luijendijk kwam ook uit een gezin met vier dochters en de moeder daarvan eveneens. Een genealogisch aardigheidje. Het was bij de familie Van Noord de gewoonte om 's zaterdagsavonds naar de familie Donkersloot in de Kerkstraat op bezoek te gaan. Dat de stormwind door de straten van Oude Tonge joeg was niet voor de eerste keer en die kon de mensen niet van hun bezoek weerhouden. Na terugkeer gingen zij naar bed. Men had geen weet van het algemene gevaar dat in de Grevelingen en de Krammer door het stijgende water steeds groter was geworden. De Schoolstraat lag als het ware aan de voet van de Molendijk te sluimeren. Vader en moeder Van Noord sliepen beneden in de bedstee en Lijda sliep boven. Het preciese uur is niet bekend waarop Van Noord wakker werd van rare, ondefinieerbare geluiden. Die bleken afkomstig te zijn van murmelend water dat door een luchlrooster naar binnen drong. Van Noord sloeg alarm en riep: "Laten we naar boven gaan!" Maar daar wilde zijn vrouw niets van weten. Zij was van nature erg bang van water en daarom antwoordde ze: "we gaan het huis uit, we gaan naar het dorp!" Lijda was intussen ook beneden gekomen. Men had zich vlug aangekleed. Nog even ging Van Noord naar boven om zijn pak en zijn portemonnee te halen. Daar stonden ze met zijn drieën in het portaal maar de buitendeur kon niet meer worden geopend door de druk van het water dat rijkelijk vanuit de Molenpolder over de Molendijk de Schoolstraat binnenstroomde. Gelukkig was er een zijraam dat nog open geschoven kon worden en daar kropen zij doorheen naar buiten.Tot hun middel in het water waadden ze hand in hand recht toe recht aan naar het talud van de dijk. Maar beneden langs de Molendijk lag een flinke greppel. Vrouw Van Noord plonsde daar pardoes midden in. Zij ging kopje onder. Onmiddellijk werd zij door haar man en dochter eruit getrokken waarna ze alle drie een klein eindje langs de dijk bleven lopen tot het punt waar een looppad over de greppel lag. Dat paadje lag tegenover het zogenaamde Hogerhuis, een blokje van vijf woningen op de Molendijk. Vanuit een bovenraam bij Jan van Kempen werd op twijfelachtige toon geroepen: "dat jullie daar doorheen gaan". Het antwoord luidde: "komen jullie er ook maar uit!"

Maar het verlaten van een woning behoorde inmiddels in de Schoolstraat al tot de onmogelijkheden, daar het water in snel tempo aan hoogte begon te winnen. Er dreven al pakken stro rond die ondanks de duisternis toch goed te onderscheiden vielen. Het kleine gezin liep over de Molendijk naar het dorp. Moeder en dpchter gingen rechtstreeks naar opoe Luijendijk die met haar dochters Pie en Oer op de Kaai woonden. Opoe had een manufacturenwinkeltje en verkocht ook kleren en ellegoed. Van Noord zelf wandelde in zijn natte plunje naar zijn dochter Bets in de Kerkstraat. Schoonzoon Marien Donkersloot was niet meer thuis. Hij was met de schop onder de arm naar de Kaai gegaan waar de strijd tegen het water moest worden gevoerd, een strijd die in die nacht steeds hopelozer werd. De kinderen van Donkersloot werden gewekt en aangekleed. Ook zij zouden gaan vluchten naar opoe Luijendijk. Eemaal buiten gekomen moesten zij nog gaan rennen ook om op tijd op de veilige plaats van de Kaai te komen. Het huisje op de Kaai zat al gauw vol mensen en daar zou een dag later de familie van Marien van Kempen nog bijkomen. Van slapen kwam niet veel terecht. In de resterende uren van deze rampnacht was het wachten meer op het ochtendgloren van de komende dag.

"De ga eerst eens kijken wat er vannacht is gebeurd", zei Van Noord en verliet evenals zijn schoonzoon het winkeltje op de Kaai. Hoe zouden zij hun dorp aantreffen? Zouden er slachtoffers zijn gevallen? Deze vragen leken misschien overbodig maar wat wisten zij op dat moment? De angst was enorm groot voor de gevolgen van de storm en het wassende water. Maar dat het zo erg zou zijn!

Na terugkeer wist Van Noord te vertellen dat hun huis aan de Schoolstraat er niet meer stond. Ook de vrijstaande woning van Jan van Kempen stond niet meer overeind. Weg! Dat betekende dat ze alles aan aardse goederen waren kwijt geraakt. Maar Van Noord had op de Molendijk ook vernomen dat zijn moeder EUsabeth van Noord-van de Berg in de Molenweg in haar eigen bedstede zou zijn verdronken. Het bij haar inwonende echtpaar had tijdens hun vlucht geen tijd gehad om de 84-jarige vrouw 'mee' te nemen... Ook Donkersloot kwam thuis met vreselijke berichten. Zijn ouders Cornells Donkersloot en Willemina Munters van de Stationsweg zouden zijn verdronken. Er volgden nog veel meer berichten. Lijda van Noord vond het op die zondagochtend heel ontluisterend dat men elkaar niet eens condoleerde met zulk een verlies. Kwamen deze berichten zo gelaten over? Misschien Ugt het antwoord in het feit dat er nog zoveel andere farmüeleden, buren en kennissen waren verdronken. Dat het medeleven daardoor een vanzelfsprekende aangelegenheid was geworden want nie- mand staat immers onverschillig tegenover de dood! Wat was er bijvoorbeeld gebeurd bij hun naaste buren? Jan van Kempen op nummer 18 die de vorige nacht nog geroepen had: "gaan jullie daar nog doorheen?" Zijn vrouw Johanna Hille was met hun bijna vijfjarig zoontje Pieter onder het dak van het huis terecht gekomen toen de woning door de druk van het water in elkaar stortte. Deze arme zielen hebben geen kans gehad om zelfs maar ergens aan vast te grijpen. De vrouw was in verwachting wat de tragiek alleen maar had verergerd! Johanna Hille was afkomstig uit Schiedam en was naar Flakkee gekomen om als kinderjuffrouw bij dokter De Man in Nieuwe Tonge te gaan werken. Haar man. Jan van Kempen, heeft zich met het jongste kind weten te redden. Na de Ramp is Jan van Kempen met zijn zoontje naar Canada geëmigreerd maar keerde later terug naar Flakkee. Op nummer 30 van de Schoolstraat woonde een bejaard echtpaar met een inwonende oude man. Het echtpaar was Willem de Gast die gehuwd was met Dina L. Sluimer. De inwonende man was Aren van der Spaan. Alle drie mensen zijn verdronken. Een geheel ander verhaal, maar even droevig als alle andere, betrof de familie Fris uit dezelfde straat op nummer 29. Daan Fris met zijn vrouw Ger Hartman en de kinderen NeUy, Laura, Kees en Gerda waren toen het water binnen hun woning sloop, naar boven gevlucht. Gedurende hun verblijf op zolder vielen stenen van het schoorsteenkanaal naar beneden. Vallende stenen troffen de bijna vijQarige Gerda. Een afschuwelijke gebeurtenis en dat onder die vreselijke omstandigheden. De moeder is urenlang met haar kind in de armen bUjven zitten. Het aantal slachtoffers van de Ramp in de Schoolstraat kwam daarmee op zes. Wat is er toch ook binnen de muren van Oude Tonge gebeurd? Aan de Schoolstraat heeft ook nog een blokje van zes woningen gestaan. Ook deze huizen werden een prooi der golven. Echter de bewoners ervan hebben hun huis op tijd kunnen verlaten. Overigens maar net op tijd, dankzij het reddingswerk van Cor van de Tonnekreek die thans (hoe kan het zo) in de Schoolstraat woonachtig is. Later hierover hopelijk meer.

Enkele dagen later vertrokken de famiües Van Noord en Donkersloot per schip uit het rampgebied. Zij voeren niet naar Dintel maar rechtstreeks naar Rotterdam alwaar zij in de Ahoy-hal werden opgevangen. Na eerst nog een nachtje te hebben doorgebracht bij Piet Kroon die met Tanny van Kempen uit Oude Tonge was gehuwd, kregen zij een evacuatie-adres aangeboden bij de famiUe Koning in de Indische buurt van 's-Gravenhage. Daar hadden de Oude Tongenaren het niet naar de zin. Aren van Noord wist al gauw een huisje te huren in de Molenstraat achter de molen van Oude Tonge. Hun eigen huis lag immers in puin. Na wat heen en weer getrek bij de gemeente Oude Tonge over de grond die eigendom was van Van Noord, werd tenslotte als compensatie gekozen voor een perceel grond op de hoek Schoolstraat-Jozefdreef Daar werd in 1955 een nieuw huis gebouwd waarvoor Lijda de eerste steen heeft mogen leggen. Pas veel later vertrok het echtpaar Van Noord naar Ebbe en Vloed. Aren van Noord bereikte de zeer hoge leeftijd van 95 jaar en zijn vrouw Maria Luijendijk mocht zelfs 99 jaar oud worden. In het huis aan de Schoolstraat woont thans Jan Mackloet uit Nieuwe Tonge.

Lijda van Noord is gehuwd met Jan Mackloet uit Sommelsdijk. Zij kregen drie zoons, Aart, Erik en Daan. Aart is op jeugdige leeftijd door een verkeersongeluk om het leven gekomen.

De schoolstraa

De naam verwijst naar een gebouw waarin oorspronkelijk onderwijs werd gegeven. Echter door vernieuwing van het onderwijs en de gestelde eisen inzake huisvesting werd dat schoolgebouw verlaten. Meestal wordt zo'n verlaten schoolgebouw voor andere doeleinden in gebruik genomen. Een gedeelte van het gebouw heeft zelfs nog dienst gedaan als noodslachtplaats maar de meeste Oude Tongenaren zullen het als Verenigingsgebouw hennneren. Vooral in de jaren na de Ramp toen mevrouw Hartog-van Sint Annaland de beheerster was. Zij werd bijgestaan door Bets Bierbooms. Deze vrouw leefde samen met haar oude vader. Tijdens de Ramp heeft Bets zich ontfermd over haar nichtje Maria Bierbooms uit de Julianastraat toen zij als enige van haar famiUe de Ramp had overleefd. Haar vader Petrus Bierbooms, haar moeder Jozina M. Legierse, haar zusjes WiUemina en EUsabeth alsmede haar broertje Petrus zijn allen in de JuUanastraat omgekomen. Deze mensen waren de naaste buren van Bas de Boet (zie deel 13). (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

De Ramp van 1953

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's