Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven van Luther

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven van Luther

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Luther's dagen dreigde Europa overweldigd te worden door de Turken. In Zuid- Oost Europa werd het ene volk na het andere onderworpen. Ook het Duitse Rijk werd bedreigd. "Nivellerend en barbariserend trokken de Turkse legers voort, de verschillende volken verlammend door terreur en angst." Ook Luther leefde met deze gebeurtenissen mee. Niet minder dan 12 grote en kleine geschriften heeft hij er aan gewijd. Hij zag de inval van de Turken als een straf van God. Van deze visie en van de angst voor de Turken, gewaagt een brief, die hij aan Käthe schreef, toen deze verbleef op het landgoed Zülsdorf.

Aan Käthe Luther in het landgoed Zülsdorf'

Wittenberg, 18 september 1541. "Ik stuur Urban naar je toe, opdat je

"Ik stuur Urban naar je toe, opdat je niet zult schrikken, als je geschreeuw van Turken hoort. Ik verwonder mij, dat je helemaal niets van je laat horen. Weet wel, dal wij grote zorg over je hebben. Want Mainz, Heinz en velen van de adel in Meissen ') zijn ons zeer vijandig. Verkoop de opbrengst van het land en kom naar huis. Ik vrees, dat het modder gaat regenen. Onze' zonden wil God thuis zoeken, door de roede van Zijn toorn ". ')

') Het landgoed Zülsdorf lag aan de grens met Meissen.

-) Door de Turkse oorlog. Een moedeloze brief is die van 28 juli

Een moedeloze brief is die van 28 juli 1545. Het is alsof Luther zijn einde voelt naderen. Hij raadt zijn vrouw aan, om het grote 'zwarte klooster' te verlaten en zich in Zülsdorf te vestigen, 't Is beter nu hij nog leeft, de zaken te regelen.

"Ik wil het daarheen leiden, dat ik niet meer naar Wittenberg behoef terug te keren. Er is eeri verkoeling in mijn hart gekomen en ben niet graag meer in die stad. Ik wil, datje de tuin en hoeve, huis en hof verkoopt: zo wil ik mijn genadige heer het grote huis weer teruggeven. Het is het best, dat je naar Zülsdotf gaat, nu ik nog leef. Weg uit Sodom. Ik belt de stad moe en wil er niet meer komen. Overmorgen wil ik naar Merseburg reizen: de vorst George van Anhalt heeft mij dit dringend gevraagd".

Zeitz, 28 juli 1545

Hoe gelukkig was Luther, toen in 1526 zin 'Hansje' geboren werd. Een zware slag trof het gezin Luther, toen het op 10 december 1527 geboren tweede kind, Elisabeth, na 8 maanden overleed.

Maar in 1529 was er weer oudervreugde, toen er weer een dochtertje geboren werd. Het was Magdalena, in de wandeling Leentje genoemd. Luther hield zielsveel van zijn Leentje, "Ze had", zei hij, "hem nooit verdriet gedaan". Diep ingrijpend leed trof hen, toen Leentje, 14 jaar oud, overleed. Na Magdalena werden nog drie kinderen geboren: Martin, Paul en Gretchen. Luther zelf heeft een zeer strenge opvoeding gehad. Wellicht mede daardoor, was de opvoeding die Luther zijn kinderen gaf, een stuk milder. Hij meende: "naast de stok moet ook de appel liggen". Een vader moet niet alleen maar straffen, maar ook teer en lief zijn tegenover zijn kroost. Deze grote man kon klein zijn met de kleinen. Kind met de kinderen. Hij kon zich verplaatsen in de kinderlijke sfeer en wist de

juiste kindertoon te treffen. Het natuurlijke en ongedwongene in kinderen trok hem aan. Veel heeft hij ook van hen geleerd. Zij waren zijn: 'professoren'. Dat hij veel van kinderen hield, blijkt ook uit zijn brieven. Telkens heet het: "Kus mijn Hansje". Later ook: "kus en groet Leentje". Telkens ook belooft hij zijn kinderen, als hij thuiskomst, een cadeautje voor hen mee te brengen. En als hij in Torgan op de jaarmarkt niets ge-schikts voor zijn kinderen kan vinden, schrijft hij:

Aan Käthe Luther.

Torgan. 27februari 1532 "Ik slaap zeer goed, soms 6 of 7 uur aan één stuk. en daarna nog 2 of 3 uur. Het is de schuld van het bier denk ik. Maar ik ben even nuchter als in Wittenberg. Ik kan in deze stad, hoewel het jaarmarkt is, niets vinden om voor de kinderen te kopen. Wanneer ik niets bijzonders meebreng, zorg jij dan, dat er iets voorhanden is ".

Hoe zuiver Luther de kinderlijke toon wist te treffen, blijkt uit een brief, die hij in 1530 uit Coburg aan zijn hartelijke geliefde zoon Hans schreef.

Aan zijn vierjarige zoon Hans,

Vesting Coburg. 19 juni 1530 "Genade en vrede in Christus, lieve zoon.

ook in de tuin komen. Flip en Joost (zoontjes van Melanchton en Jonas) ook. En wanneer zij er allen zijn, krijgen ze ook fluiten en trommels. Ze zullen ook dansen en met kleine bogen schieten ". Toen toonde hij mij een mooie wei in de tuin, ingericht om te dansen. Daar hingen allemaal gouden fluiten, Ik hoor gaarne, datje goed leert en vlijtig bidt. Doe alzo mijn zoontje en ga zo verder. Wanneer ik thuis kom, zal ik een mooie Jaarmarkt (op de jaarmarkt gekocht geschenk) voor je meebrengen. Ik weet een prachtige tuin, waar veel kinderen komen. Ze dragen gouden pakjes en zoeken mooie appels onder de bomen, en peren, kersen en pruimen. Ze zingen, springen en zijn vrolijk. Ook hebben ze mooie, kleine paardjes. met gouden teugels en zilveren zadels. Ik vroeg aan de man van wie de tuin is, "wie zijn die kinderen?" Hij zei: "Lieve man, ik heb ook een zoon, hij heet Hansje Luther. Zou hij ook niet in de tuin mogen komen, en ook zulke mooie appels en peren eten en op die mooie paardjes rijden en met de kinderen spelen?" Toen zei de man: "als hij ook graag bidt, leert en vroom is, mag hij

trommels en fijn zilveren handbogen. Maar het was nog vroeg en de kinderen moesten nog even. Ik kan daarom niet op het dansen wachten. Toen zei ik tot de man: "Och lieve meneer, ik moet nu weg om alles aan mijn lieve zoontje Hansje te schrijven, dat hij goed moet leren, bidden en vroom moet zijn, opdat hij ook in deze tuin komt. Maar hij heeft een tante Lena, die moet hij meebrengen ". Toen zei de man: "Dat is goed, ga heen en schrijf hem dat". Daarom lief zoontje Hansje, leer en bid en zeg het ook tegen Flip en Joost, dat zij ook leren en bidden, dan zullen jullie met elkander in de tuin komen. Hiennee zijt de Almachtige, lieve God bevolen en groet tante Lena, je lieve vader Martin Luther.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 2002

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Brieven van Luther

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 2002

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's