Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ingrid onckels verwoestend water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ingrid onckels verwoestend water

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ze past er niet door, Marieke. Het gat is te nauw!" brult hi wanhopig. "Maak het gat dan groter Janus, moeder zal zo verdrinken!" Haar laatste woorden gaan verloten in het stormgeweld. Het kind in haar armen voelt ook haar afschuweüjke angst en klappertandend kijkt het betraande gezichtje haar aan. "Alles komt goed. Henkle. Ma komt zo bij ons", sust Marieke, maar dan klinkt er plotseling een hels kabaal. Het dak begint te bewegen en in een flits beseft Marieke wat er gebeurt. Ze beginnen allemaal te gillen en proberen zich vast te klampen aan elkaar en aan het houten raamwerk. Kolkende golven slaan over hen heen en dan glijdt het dak van hun boerderijtje langzaam in het water. Janus, Dirk, Kees, Wim... Een voor een verdwijnen ze schreeuwend in de zwarte, schuimende diepte. Voordat Marieke beseft wat er gebeurt, begint ze ook zelf weg te gUjden, met kleine Henkle in haar armen.

HOOFDSTUK 3

Marieke verdwijnt onder water, maar snel komt ze weer boven. Nog steeds heeft ze kleine Henkle vast en angstig kijkt ze of hij nog leeft. "Henkle, HenMe", schreeuwt ze wanhopig, terwijl het zoute water telkens in golven over haar heen spoelt. Gelukkig begint het kleine kind te krijsen. Boven het lawaai van de storm en de kolkende golven, probeert Marieke haar broertje te kalmeren. "Stil maar", hijgt ze bevend van de kou en watertrappelend met haar benen. "Marieke is bij jou." In doodsangst kijkt ze om zich heen, want ze is een slechte zwemmer. Misschien is er iets waar ze zich aan vast kan houden. Rondom haar ziet ze drijvend hout en strobalen en tot haar grote ontzetting drijft er een dode koe tegen haar aan. "Janus!" gilt marieke in paniek. "Janus waar ben jeT' Haa stem gaat verloren in het natuurgeweld. Met stijve armen drukt ze haar broertje nog steviger tegen zich aan, terwijl haar ogen het wateroppervlak afzoeken. 'Elske, Dirk!" schreeuwt Marieke zo hard als ze kan, maar het gehuil van de wind overstemt haar schorre stem. Henkle is gestopt met schreeuwen en Marieke kijkt naar zijn blauwe lipjes. Er gaat maar één gedachte door haar heen, ze moeten snel op het droge, anders zullen ze beiden verdrinken in het ijskoude water. Ineens ziet Marieke hun redding. Een kapotte deur drijft haar kant uit en ze steekt haar ene arm uit, terwijl ze Henkie met de andere omklemt. Met alle kracht die ze heeft, trekt het meisje de deur naar zich toe en duwt kleine Henkle erop. De peuter ügt nu met zijn buik op de deur, snikkend en bibberend, maar Marieke laat hem niet los. Beschermend slaat ze haar arm om zijn rugie en probeert hem te troosten. Met haar andere arm leunt ze op de drijvende deur, terwijl haar stijve benen een zwempoging doen. De stroom is echter te sterk en marieke voelt hoe haar krachten afnemen. "Janus, Dirk, moeder!" gUt ze nog eens, maar haar zwakke stemgeluid wordt niet beantwoord. Marieke begint paniekerig te huilen. Het koude water verkleumt haar tot op het bot en woeste golven slaan over haar primitieve vlot heen. "O God, help me", stukt ze wanhopig, "red ons toch snel..." Dan ineens, als door een wonder ügt de deur vast en voelt ze iets scherps langs haar benen strijken. Zerichtzich wat op en staart naar een kleine dijk, midden in het schuimende water. "O, Henkle", stamelt ze klappertandend, "we zijn gered!" Henkle geeft geen kik. Zijn witte, natte gezichtje Ugt op de deur, terwijl zijn lipjes paars zijn geworden. Marieke grijpt een eenzame struik vast, de enige die het dijkje nog heeft en tilt haar broertje van het vlot af. Het lij^e van het kleintje schokt en voelt ijskoud aan. "Henkle, niet doodgaan", huilt Marieke en rillend omarmt ze het ventje. Hopend op wat bescherming tegen de koude, snijdende wind gaat ze met haar broertje achter het struikje zitten, maar het is tevergeefs. In een poging het lichaampje wat warm te krijgen begint ze kleine Henkle hard over zijn rugje te wrijven. "Stil maar Henkle", sust ze bevend, "stil maar, Marieke is bij jou, alles komt goed." De woorden klinken vreemd uit haar mond, alsof een ander ze uitspreekt. Dan ziet ze weer het beeld voor zich van haar broers en zusjes, één voor één wegglijdend in het zwarte water. Als een film spelen de gebeurtenissen zich opnieuw voor haar af. Ik hoop dat de anderen zich ook hebben kunnen redden, denkt ze verdrietig, Dirk, Janus en Kees kunnen zwemmen, misschien hebben zij wel de jongsten geholpen. "Ze zijn vast niet verdronken", mompelt ze voor zich uit en zachtjes wiegt ze Henkle in haar armen. De ijzige wind bijt door haar natte kleren heen en het zoute, opspattende water beukt tegen het smalle dijkje. Wanhopig kijkt het meisje om zich heen. Kon ze maar ergens wat meer beschutting zoeken, ze zullen sterven van de kou en alsof het nog niet guur genoeg is, begint het ook nog zachtjes te sneeuwen. Ze voelt Henkle hevigrillenen met stijve vingers probeert ze opnieuw haar broertje warm te wrijven. Ondertussen gaan er vreselijke gedachten door haar heen. Zou zij de enige zijn die het heeft gered? Waarom is vader niet op zolder gekomen? Wat zal er met moeder zijn gebeurd, zij kon tenslotte niet weg. Het instortende dak... Janus die schreeuwend in de golven verdwijnt.., Dirk, Elske. .. het krijsen van de anderen... Ineens wordt Marieke opgeschrikt door een geluid. Boven de gierende wind uit, hoort ze een kinderstem. "Help... help!" Marieke probeert te gaan staan. Ze wankelt, haar benen zijn stijf van de kou, maar toch lukt het haar overeind te blijven. Met Henkle in haar armen, tuurt ze naar het zwarte, schuimende water om haar heen. "Is daar iemand?" schreeuwt ze schor. Er komt geen antwoord, maar in het licht van de maan, die nu weer achter een wolk tevoorschijn komt, ziet ze vlakbij het dijkje een kleine gestalte. Het is een kind, dat zich vastklemt aan een sti-obaal. Marieke aaraelt geen moment en achter het lage struikje zet ze Henkle op de grond, om snel redding te bieden aan het kind. Haar broertje wU haar echter niet loslaten, maar Marieke spreekt hem troostend toe. "Henkle, Marieke moet iets pakken. .. mooi blijven zitten, üc kom zo temg." Met grote ogen van angst kijkt Henkle haar niet-begrijpend aan, maar Marieke heeft een idee. Ondanks haar stijve vingers ziet ze kans om haar zilveren kettinkje los te maken. Ze weet hoe graag Henkle ermee speelt, als hij op haar schoot zit. "Hier Henkle, pak maar... Marieke is zo temg." Terwijl Henkie het sieraad grijpt, haast ze zich naar het water, waar het kind nog steeds half liggend op een strobaal, wacht op hulp. Bij iedere golf beukt de baal tegen he dijkje en Marieke beseft dat ze snel moet zijn. Het hulpgeroep is nog maar zwak te horen. Bang, dat ze zelf in het woeste water zal güjden, gaat marieke op haar buik liggen. "Kom maar!" schreeuwt ze naar de drenkeling. "Geef mij je hand maar!" Het kind draait het hoofd en kijkt haar aan. Plotseling slaakt Marieke een kreet. "Elske!" gilt ze vol vreugde en op het witte gezichtje van haar zusje verschijnt een vermoeide glimlach. Het meisje steekt haar hand uit en Marieke's hand sluit zich om die van haar zusje.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2002

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

ingrid onckels verwoestend water

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2002

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's