Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Haar handen zijn compleet gevoelloos als ze klaar is met het karwei, maar juist als ze terug wil lopen, valt haar oog op een appel, die vlakbij het dijkje wild dobbert op het wateroppervlak.

Marieke aarzelt geen moment en zet één been in het kolkende water. Voorzichtig buigt ze voorover, in een poging de appel te grijpen, maar tegelijkertijd slaat een golf ijskoud zeewater over haar heen. Ze geeft echter niet op want de appel drijft nog steeds binnen handbereik en hij zal goed zijn tegen de dorst. Haar stijve vingers graaien opnieuw naar de vrucht en deze keer weet ze hem te pakken. Dankbaar kijkt ze naar de rode appel, alsof het een geschenk uit de hemel is.

"Kijk Henkle en Elske, ik heb wat te eten voor jullie!" roept ze zielsgelukkig. De kinderen staren haar met paarse lippen aan, hun rillende lichaampjes stevig tegen elkaar gedrukt. Marieke pakt de deken en slaat die over hen heen. Hij is nog wel erg vochtig, maar het is beter dan niets.

Met haar totaal verkleumde vingers lukt het haar niet om de appel te delen en daarom bijt ze net zolang in de vrucht, totdat ze twee helften heeft. "Hier Henkle, pak maar Elske", zegt ze bibberend, terwijl ze de stukken uitdeelt. Henkle neemt een klein hapje, maar Elske aarzeh nog. "Moet jij niks Marieke?" vraagt ze zacht. "Nee, eet maar lekker op", antwoordt Marieke. "De heb niet zo'n trek hoor."

Elske valt hongerig aan op de appel en Marieke is blij, dat haar zusje niet kan horen, hoe haar eigen maag knort. Tevreden kijkt ze toe hoe ze allebei gulzig aan het fiuit knagen.

Ondertussen blijft de gemene wind door haar natte kleding heen, prikken op haar huid. Ze moet eigenlijk wat bewegen, want de kou is bijna niet uit te houden.

"Luister eens Elske", zegt ze kordaat, "jij moet even goed op Henkle letten. Ik probeer wat wrakhout te verzamelen om wat beschutting om ons heen te bouwen, begrijp je dat?"

Elske knikt, zuigend op het vrachtvlees van de appel. Ze is pas negen, maar in de stormnacht lijkt ze jaren ouder geworden.

Maneke probeert weer rechtop te gaan staan, maar al haar botten doen zeer en ze voelt zich zo stijf Haar tenen en vingers zijn wA van de kou en haast gevoelloos. Met haar handen tegen haar mond, tracht 7t met wat warme adem de levenloze vinger warm te maken. De snijdende wind teistert haar lichaam echter keer op keer.

Hoe gezellig en warm was het uren geleden nog geweest in hun boerderijtje. Ze hoort moeder nog tegen vader zeggen: "Wat hebben we het toch goed zo, hè Teun?" Nee, nee ze wU niet aan vader, moeder en de rest denken,

Nee, nee ze wU niet aan vader, moeder en de rest denken, ze moet sterk zijn. HenMe en Elske hebben haar meer nodig dan ooit.

Klappertandend recht ze haar mg en strompelend, soms bijna uitgUjdend in de modder, zoekt ze op het dijkje naar aangespoelde spullen. Marieke vindt kapotte planken en strobalen en alles wat maar enigszins bruikbaar is, draagt ze naar de plek waar de twee kinderen zitten.

Ondertussen murt ze onophoudelijk naar de horizon, hopend op een boot die hen zal komen bevrijden.

Hijgend verzamelt ze genoeg materiaal om wat beschutting om hen heen te bouwen. De vier strobalen zet ze achter de kinderen neer, waardoor ze uit de wind kunnen zitten en met het wrakhout bouwt ze een verhoging aan beide kanten, zodat Henkle en Elske beter beschut zijn tegen de bijtende kou.

Als Marieke eindelijk klaar is met haar werkzaamheden, spreidt ze haar benen en neemt de kinderen tussen zich in. Dan grijpt ze verkleumd de klamme deken en gooit die over hen heen.

Henkle rüt onophoudelijk en maakt zielige geluidjes. In een poging hem iets meer warmte te geven, begint Marieke opnieuw over zijn armpjes te wrijven.

Elske kijkt haar grote zus even aan, maar zegt niets. Ze hoeft ook niets te zeggen, want Marieke leest een groot verdriet in haar ogen, een verdriet dat zo groot is, dat niemand het zal kunnen begrijpen.

Hoeveel uren zitten ze nu alweer op het dijkje, Marieke heeft geenflauwbenul. De nacht is overgegaan in de dag en het water is nog steeds wild. Het hjkt zelfs steeds hoger te komen. Nee, ze verbeeldt het zich niet. Het wordt langzaam vloed en het smalle, lage dijkje zal hen misschien niet lang meer kunnen beschermen tegen het water.

In paniek gooit ze de deken van hen af en probeert te gaan staan. Wankelend kijkt ze om zich heen en haar angst hjkt waarheid te worden. Het water staat nu anderhalve meter lager dan het stniikje en het dijkje lijkt een miezerig eiland in een woeste zee, vol dood en afval.

Plotseling begint Elske te gillen en wijst naar de golven. "Wat is er Elske?" vraagt Marieke geschrokken. Dan ziet ze waarom haar zusje zo overstuur is, een kind drijft hun dijkje voorbij, een lijkje, waarvan het gezichtje is gekeerd naar de diepte van de zee. Het slachtoffertje is te ver weg om aan de kant te trekken.

Bevend van ontzetting hurkt Marieke weer en sluit haar zusje in de armen. Samen snikken ze zachtjes, allebei met hun eigen droevige gedachten.

Dan maakt Elske zich los uit de armen van haar zus en staart bezorgd naar Henkle, die gelukkig in slaap is gevallen. Een warme traan valt op Henkies gezicht, maar het uitgeputte kind verroert zich niet. "Marieke... zijn ze bij ons ook verdronken?" vraagt ze aarzelend.

Marieke veegt de tranen van haar wangen en aait haar zusje over het lange, vochtige haar. "Elske, laten we bidden da ze het allemaal hebben gered. Wij hebben het toch ook gered!"

"Maar Wim, Joke, Wiesje en moeder kunnen niet zwemmen. .. Misschien zijn zij ook wel verdronken?" "Jij kunt toch ook niet zwemmen", antwoordt Marieke zacht.

Elske schudt haar hoofd. "De had een strobaal Marieke, misschien hadden de anderen dat niet!"

Marieke bijt op haar onderhp, ze wil liever niet denken aan de anderen, van wie ze zoveel houdt. "We moeten dapper zijn", zegt ze ineens vol zelfvertrouwen, "alles zal goed komen, dat weet ik zeker".

Elske krukt en zacht begint Marieke een lied te zingen. Ondertussen houdt ze haar blik op het water gericht, dat hoger en hoger tegen hun dijkje aanbeukt. Haar keel begint pijn te doen en dorstig kijkt ze naar de zee. Ze haatte de natte sneeuw,die afgelopen nacht in haar gezicht sneed, maar nu zou ze willen dat er wat water uit de hemel kwam. Ze likt over haar stijve, zoute lippen en slaat opnieuw de deken zorgvuldig om hen heen.

"Marieke, zouden ze ons nu aan het zoeken zijn?" "Namurhjk", antwoordt haar zus zelfverzekerd, "het is vast allang bekend dat de polder is ondergelopen... Het kan niet lang meer duren, of we worden hier weggehaald met een boot!"

Op Elske's gezicht verschijnt een vage glimlach. "Dan mag ik toch nog een keer varen op de boot, dat had ik niet durven dromen!"

Ondanks alle ellende moet Marieke nu lachen. Elske, haar jongensachtige zusje, die altijd zo graag mee wilde varen met de mosselvissers. Wat had ze niet gezeurd bij oom Hendrik, maar vader wüde er niets van horen. "Jij bent toch geen jongen!" had hij half lachend geroepen. "Word jij maar boerin of schooljuffrouw."

Marieke slaakt ineens een diepe zucht. Ze ziet vaders beeld duidelijk voor zich, vader met zijn verweerde gezicht, zijn vriendelijke ogen en zijn zwarte pijp bungelend in zijn mond. ( {wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 2002

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 2002

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's