Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wereld van Rien Poortoliet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wereld van Rien Poortoliet

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ter gelegenheid van de zeventigste geboortedag van Rien Poortvliet, de in 1995 overleden schilder, kwam september j.1. een gedenkboek uit. Hierin wordt voor het eerst een beeld geschetst van Rien als kunstenaar, mens en jager. Lezend, en zeker kijkend, krijgt men zicht op de wereld van Poortvliet, een wereld waarin de zeggingskracht van zijn werk boven alle twijfel verheven is. Een tot nu toe verborgen wereld openbaart zich. In het gedenkboek worden de gedachten- en leefwereld van dé schilder van de twintigste eeuw voor ons duidelijk.

Doorsnede Acht auteurs hebben door middel van hun bijdragen de tot stand koming van het boek mogelijk gemaakt. Horst Reetz, voormalig hoofdredacteur van het Duitse ‘Wild und Hund’ nam de Duitse uitgave voor zijn rekening. Rias Olivier, bewonderaar en familielid, stelde de Nederlandse versie samen. Van bovengenoemden, maar ook van de hand van Godfried Bomans, zijn beide zoons Tok en Harm Poortvliet, Dr. Günther Heinemann en Egbert Reinders van het Loo zijn bijdragen opgenomen. Ook een interview met Corrie Bouman, Riens echtgenote, mocht niet ontbreken.

In het gedenkboek is een geslaagde poging gedaan, door middel van de diversiteit van afbeeldingen, een doorsnede te krijgen van de veelzijdigheid van de nalatenschap van Poortvliets werk. Van illustrator naar dierenschilder. Uniek is in dit boek de combinatie van Rien zijn schilderijen met de pennevruchten van anderen. Zo ontstaat een totaal beeld van de schilder, teken beeld van de schilder, tekenaar, schrijver, verteller en jager. Een beeld dat onderbouwd wordt met zijn eigen uitspraken, zoals men die nooit eerder las.

"Zijn liefde voor de natuur, voor alles wat groeit en leeft, zijn buitengewone opmerkingsgave èn fantasie, en zijn grote talent, hebben samengewerkt om ons een oeuvre na te laten waarvan wij en al degenen die na ons komen zullen blijven genieten’, schreef prins Bemhard in zijn voorwoord.

De tovenaar met de tekenpen

Rien Poortvliet wordt wel eens de Rembrandt van de twintigste eeuw genoemd. Nou, ze hadden in ieder geval wel dezelfde ambitie. Ze wilden tekenend en schilderend een verhaal zo goed mogelijk vertellen. Ze wilden allebei de acteurs van hun verhalen ‘de meeste en natureelste beweeglijkheid (of bewogenheid) meegeven', zoals Rembrandt het in een brief schreef. Juist in hun beider werk speelt de spontaniteit van beweging een grote rol(...).

Rien bezat een ‘fotografisch oog’. Alleen wat hij met eigen ogen had aanschouwd legde hij vast op het doek. Zodoende duurde het bijvoorbeeld enige tijd eer hij een vos tekende, die hij in Nederland nog nooit had gezien. Via de door velen zo bewonderde pentekeningen belandde Rien bij het ingehouden, gevoelige palet van het aquarel, waarna vanzelf het schilderen met olieverf aan bod kwam. Hierbij kwam hij tot een heel persoonlijke stijl, aldus Horst Reetz.

Wie het gedenkboek tot de laatste bladzijde heeft bekeken, zal tot de eenduidige conclusie komen dat Rien Poortvliet de tovenaar met de tekenpen was.

De schilder die van zijn schilderijen boeken maakte

Rien Poortvliet maakte zijn boeken helemaal alleen. Hij deelde ze pagina voor pagina zelf in, vanaf de omslag tot en met de hele inhoud. Zelfs de olieverven voorzag hij van in te kopiëren teksten. Voor een typograaf viel er doorgaans weinig meer te doen. Tussen 1971 en 1996 verschenen er 17 boeken van zijn hand. Dierenboeken: Jachttekeningen, De Vossen hebben holen, het Brieschend Paard, Braaf, de Ark van Noach en Aanloop. Fantasieboeken: De Kabouters I en II, het Boek van Klaas Vaak, Kabouter kinderversjes en Kabouter Spreekwoorden. Zijn passie voor het verleden uitte zich in: Langs het Tuinpad van mijn Vaderen en de Tresoor van Jacob Jansz. Poortvliet. Hierover zei Rien: ‘Deze twee boeken over het leven van mijn voorouders gaven mij in het begin het gevoel op mijn buik te liggen, niets te zien, met mijn hand naar het duister van voorbije eeuwen te tasten, de vingertoppen van mijn voorouders te beroeren om een vermoeden te krijgen van het leven in vroeger eeuwen’.

In: Te Hooi en te Gras en Van de Hak op de Tak gaat Poortvliet terug naar het platteland en zijn jeugdherinneringen. Zijn verblijf op het steetje van ome Dirk in Dirksland op Flakkee maakte op het elfjarige stadskind grote indruk. ‘Ik genoot van de prak met uitgebakken spekkies, van de lucht van gedroogde appeltjes op zolder waar mijn bed stond, van het klompenklossen naar mijn school waar ze nog met de griffel schreven, van de Flakkeese praat die ik me zo gauw mogelijk eigen maakte- ik genoot’. In deze en talloze andere boeken ligt wereld van Rien Poortvliet opgesloten. de

In de traditie van de Hollandse meesters

In het hoofdstuk met deze titel benadrukt Günther Heinemann de Nederlandse voorkeur voor het afbeelden van het zichtbare. De zeventiende eeuw, de bloeitijd van de Hollandse schilderskunst, was een tijd waarin het portret, het landschap, het genrestuk en het stilleven zich volledig konden ontwikkelen. Men wijdde zich aan de realistische schildering van de werkelijkheid. Hoewel er drie eeuwen zijn verstreken geldt deze typering ook voor Rien Poortvliet. Wat hij doet is door de Hollandse meesters overgeleverd: Frans Hals met zijn briljante enscenering, Adriaen van Ostade die de boerenbevolking schilderde met een directe realiteit en fijn afgestemd koloriet, Jan Steen die de burgers sprekende gebaren en uitgesproken gelaatstrekken gaf. De grote landschapsschilders als Meindert Hobbema, Ruysdael en Van Goyen naast de landelijke dierschilders Albert Cuyp en Paulus Potter. Heinemann schrijft: En dan treedt uit dit al wat schemerige verre verleden een man van onze tijd naar voren, die bijna al deze traditionele waarden bezit. Hij heeft ze niet gezocht, hij heeft er ook niet schools naar gestreefd- hij vond ze als geschenk en is daarom ook bescheiden genoeg om de goede god daarvoor te danken. Zijn diversiteit is groot: zij reikt van de potloodtekening die met arceringen modelleert, via krachtige studies met de pen of krijt tot aquarelzachte impressies, die de stemming en het moment duurzaamheid verlenen, en expressieve olieverven. Op technisch gebied staat zijn werk zij aan zij met de Hollandse meesters. Het werk van Rien laat niet los, het dwingt ons tot een dialoog met het werk van God.

Rien Poortvliet als jager ‘U, lieve Heer, bovenal dank voor de prach

‘U, lieve Heer, bovenal dank voor de prachtige dieren die U maakte. Ik ben me ervan bewust dat het Uw dieren zijn- geen musje valt zonder Uw weten- en als ik mag jagen wil ik dat “eerbiedig” doen en ik zal m’n best doen om niet te versimpelen tot schieten’. Deze ontboezeming in Jachttekeningen (1971) was kenmerkend voor Rien zijn hele leven. Eerbied voor de schepping- en schijnbaar haaks daarop staand zijn passie voor de jacht. Als scheppend kunstenaar en jager stond hij voortdurend voor dit dilemma. Hoe, en in welke mate, mag de jager in de natuur ingrijpen, en welke beperkingen moet hij zichzelf opleggen! Rien vond dat jagers nooit unfair mochten zijn, en ondanks alle enthousiasme verantwoord behoorden te handelen. ‘Om elke dag in de spiegel te kunnen kijken’, nen kijken’, bekende hij. De mens verliest steeds meer zijn betrokkenheid tot de natuur, tot het natuurlijke. Rien:’Wie de dieren en de natuur te weinig kent verliest de eerbied en het gevoel voor de natuurlijke samenhang, en als hij moet Idezen zal hij zich eerder voor de verwording van zijn rijkdom inzetten dan voor het behoud van de natuur. Wat me wel verbaast als ik een jager op z’n zeventigste nog begerig zie jagen. Bij die leeftijd zag ik liever wat meer lankmoedigheid. Het zou heel goed zijn voor een jager om bijvoorbeeld een achtergebleven jong met de fles groot te brengen. Maar als ik op de uitkijkpost zit en er komt een ziek wild zwijn langs, dan ben ik blij dat ik een geweer bij me heb’. Wie de maand december van de Rien Poortvliet ___ kalender 2002 nog niet heeft omgesiagen leest onder het schitterende winterlandschap met de fazanten de volgende tekst: De strenge winter was niet normaal en het wild leed eronder. In plaats van te jagen heb ik voortdurend voer naar buiten gesleept. De sneeuw lag al gauw kniehoog met een ijskorst en het was bitter koud. Ik heb geen mens gezienniet eenmaal iemand van het Anti-jacht Initiatief of iets dergelijks.

Een vleugje humor

Met zijn bijdrage Passie voor het verleden neemt Rias Olivier de eerder genoemde boeken Langs het Tuinpad van mijn Vaderen en de Tresoor voor zijn rekening. Daar Poortvliet zich altijd de oorsprong van alles afvroeg, of het nu om gebruiken, voorwerpen, woorden of uitdrukkingen ging, kon het niet uitblijven dat hij een boek hierover zou maken. Hij besefte onderdeel te zijn van een keten van geslachten, voor hem, maar ook na hem. Bijna haaks hierop is de bijdrage Een vleugje humor waarin Olivier de humoristische en originele kant van Poortvliet toont. Afbeeldingen en teksten die de toeschouwer vol bewondering en verwondering een lach op het gezicht doen toveren. Bijvoorbeeld de auarel uit Kabouter Spreekwoorden bij ’men moet zijn benen niet verder uitstrekken dan het laken lang is’. De uitstekende zwemvliezen van de zieke kikker trekken direct de aandacht door de blik van de kabouter. Maar wie verder kijkt ziet in plaats van een mandje fruit een pan met insecten; enkele afgekloven poten al op de grond. Rien gaat nog verder: aan de muur hangt een jeugdportret van de patiënt...een kikkervisje!

Dat ouderwetse, sinterklazige koekplankachtige gevoel

In 1965 verscheen in het boek Van de hak op de Tak (!) van Godfried Bomans een lofspraak van hem op de toen nog voor het grote publiek onbekende Rien Poortvliet. Bomans en Poortvliet kenden elkaar. Rien illustreerde de serie schoolleerboekjes Pim, Frits en Ida door Bomans geschreven. Meer dan 250 tekeningen maakte hij hier voor. Godfied Bomans: “Eindelijk weer eens een man, die ons niet zijn eigen zieltje presenteert, maar ons gewoon verblijdt met de in deze dagen buitengewone gave, dat hij voortreffelijk tekenen kan(...). Bekruipt u ook, als u die Bekruipt u ook, als u die plaatjes bekijkt, dat ouderwetse, sinterklazige koekplankachtige gevoel waarmee u als kind de prenten van Doré of de schitterende illustraties bij de gebroeders Grimm bezag? Men werd daarbij niet verondersteld naar de bedoeling van de tekenaar te vragen, want de man kon iets, namelijk tekenen. Dat was punt één en daar- na zagen we weer verder. Op het ogenblik worden wij door alle beeldende kunstenaars dringend verzocht toch vooral verder te zien, zonder dat ons het punt geboden wordt waar we om te beginnen zien kunnen. —

Deze ontwikkeling leidde tot een steeds ijler abstractie van de gegeven werkelijkheid, totdat deze tenslotte geheel werd losgelaten. Nu betreur ik dit niet. Die houding lijkt mij even onjuist als een verzet tegen hagel en regen. Dergelijke gebeurtenissen overspoelen de aarde, daar is geen houden aan. Maar wél vind ik het aardig, dat er in deze vloedgolf plotseling één boom blijft staan. Ik voel mij aan hem verwant. Daar is er weer een, die het verrukt noteren van de pracht om hem heen eenvoudig niet kan laten. Het zijn er niet veel meer, de gelederen slinken.” Afronding

Vanzelfsprekend mochten een interview met Corrie Poortvliet-Bouman en een bijdrage over het Rien Poortvliet Museum in Middelharnis niet in het gedenkboek ontbreken. Beide artikelen werden reeds in eerdere jaren door Rias Olivier in Eilandennieuws gepubliceerd. Het hoofdstuk Herinneringen aan onze vader is een bijna logische afronding van het 160 pagina’s tellende boek.

In Het Jachtboek vertelt de jongste zoon Tok over zijn vaders Jachtdagboek dat dateert vanaf de eerste dinsdag na Pinksteren 1962. Het staat vol tekeningen en begeleidende teksten. Vanaf 1964 (zes jaar oud) mocht Tok voor het eerst mee op eendenjacht. Hij bleek een blijvertje te zijn. Dat mondde uiteindelijk uit in een eigen jachtveld bij Dirksland. Het Jachtdagboek eindigt met een slotwoord geschreven vlak zijn vaders dood in september 1995. Mijn vader maakte graag iets af, schrijft Tok. Hij had net een nieuw bril gekocht, want achter “het dikke montuur van zijn oude bril “konden hele groepen eenden ongezien langs vliegen.” Knap dat mijn vader het luchtig hield. De laatste zin luidt: “Wat graag had ik niet met Tok naar Dirksland gereden (met m’n nieuwe eendenbril op) en een mooie hoge duif of een voorbij suizende eend geschoten...”

In Persoonlijk Woord is de uitgesproken tekst van zoon Harm tijdens de Dienst van Woord en Gebed op 20 september 1995, voorafgaand aan de begrafenis van zijn vader, opgenomen. Hij belicht zijn vader aan de hand van drie aspecten van zijn leven: zijn vader als gelovige, zijn vader als kunstenaar en zijn vader gewoon als vader, als mens. Een foto van de grafzerk op de begraafplaats in Soest met de tekst: Ik ben wel benieuwd hoe de Eeuwige eruitziet (Riens laatste woorden) en de tekst van psalm 146- God de enige Helper- besluiten het gedenkboek op zeer passende wijze.

Zeven jaar nadat Rien Poortvliet zich bij zijn voorvaderen voegde, verscheen het hier belichte boek: De wereld van Rien Poortvliet. De omslag spreekt boekdelen. Temidden van zijn eigen wereld staat Rien als lakei van de Gouden Koets afgebeeld tijdens Prinsjesdag 1977. Bescheiden en vol eerbied voor de wereld waarin hij leefde. Een wereld die hij door middel van zijn tekeningen en schilderijen aan ons heeft nagelaten

Rias Olivier

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 2002

Eilanden-Nieuws | 46 Pagina's

De Wereld van Rien Poortoliet

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 2002

Eilanden-Nieuws | 46 Pagina's