Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vangstbeperking minder dan gevreesd; toch wordt het nooit meer zo als vroeger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vangstbeperking minder dan gevreesd; toch wordt het nooit meer zo als vroeger

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanuit Brussel zijn de quota (vangsthoeveelheden) bekend geworden welke de vissers in 2003 mogen binnenhalen. Benieuwd naar wat de gevolgen zijn voor de vissers van de Goereese vloot, bezochten we de heer H. Tanis van Goedereede-Havenhoofd.

Ruwweg komen de vangstbeperkingen, die vanuit Brussel voor de EU worden vastgesteld, hierop neer: de vangst van Tong moet met 1% verminderd worden, schol met 5%, kabeljauw 45%, wijting 61% en de makreel 14%.

Tanis, eigenaar van de GO 11, benadrukt, dat naast het bekend worden van de vangsthoeveelheden er nog veel onzeker is. “De eerste week van januari zal duidelijkheid brengen over verdere afspraken die nog gemaakt moeten worden. Dat wordt een heel spannende week”, volgens Tanis. Want er moeten nog afspraken worden gemaakt over de zogenaamde ‘zeedagenregeling’ waarin geregeld wordt hoe lang de visserschepen van de EU-landen op zee mogen zijn.

De afgelopen weken gaven de voorspellingen over de uitkomst van de onderhandelingen op EU-niveau, geen reden tot optimisme; begin vorige maand werd er zelfs nog gesproken over een totaal vangstverbod op Kabeljauw. Tot opluchting van de vissers is hiertoe niet besloten, dat wil niet zeggen dat de uitkomst van het afgelopen overleg weer voldoende hoop geeft voor de toekomst. Volgens Tanis laten deze cijfers zien dat de Visserijsector in ons land behoorlijk in moet krimpen. En dat heeft ook heel wat gevolgen voor de vissers in Goedereede.

Schol

Een groot probleem vormt, volgens Tanis, de visserij op schol. “Als er in het voorjaar Veel schol gevangen wordt, stopt men met deze visserij anders zou de toegestane hoeveelheid in dat jaar te vlug zijn gevangen. Als de vissers dan in het najaar weer ‘op de schol gaan’ komt het voor dat men zijn toegewezen hoeveelheid niet vol vist”, aldus Tanis. Het blijft dus lastig om aan het begin van een nieuw jaar een planning te maken waarin het toegewezen deel zoveel mogelijk economisch wordt benut. Dit vergt veel vindingrijkheid van de ondernemingen. Al sprekend over de nieuwe vangsthoeveel

Al sprekend over de nieuwe vangsthoeveelheden komen we terecht bij de algehele situatie in de visserij. Tanis noemt deze verre van rooskleurig. “In 2002 en 2003 gaan er zo’n 25 schol/tong vissers uit”. Langzaam krimpt de Nederlandse visserijvloot dus in. Vooral op Urk worden er behoorlijk wat schepen voorgoed aan de kant gelegd. Toch denkt Tanis dat er in de toekomst altijd wel vissers zullen blijven. Maar dit kunnen alleen maar sterke familiebedrijven zijn. Voor starters in de zeevisserij ziet Tanis geen toekomst meer weggelegd. Ook aan de vanzelfsprekende opvolging binnen het bedrijf van vader op zoon lijkt in steeds meer gevallen een einde te komen. De financiële gevolgen van de achteruitgang

De financiële gevolgen van de achteruitgang in de visserij hebben, volgens Tanis, een grote invloed op het economische gebeuren in de gemeente Goedereede en daar buiten. De visafslag zit - evenals dergelijke bedrijven elders - in de rode cijfers. Door de weinige nieuwbouw en teruggang van het aantal kotters waar onderhoud aan moet worden gepleegd zal ook in de scheepsbouwbedrijven de economische teruggang gevoeld worden. Dit geldt natuurlijk ook voor de toeleveringsbedrijven. “Nu de verdiensten in de visserij minder worden kan er ook minder besteed worden bij de middenstand in de gemeente”, aldus de 58-jarige visser. Zo moet de teruggang in heel de gemeente merkbaar zijn.

Personeeltekort

De visserszonen kiezen dus niet automatisch meer voor het beroep van visserman. Voegen we daar nog bij dat de beperkende vangstmaatregelen onder meer als gevolg hebben dat de lonen naar beneden gaan, dan hebben we hier de oorzaken van het ontstane personeelstekort in de visserij. Volgens Tanis gaat dit “steeds meer problemen opleveren”. Bij de Goereese vloot is het al langer gebruikelijk dat er mensen van buiten de gemeente op de vloot werken. Er zijn veel Katwijkers, die na sanering van hun bedrijf, in de visserij willen blijven werken. Ook komt men op de Goereese vloot een aantal Polen tegen. Volgens Tanis is het taalprobleem een belangrijk obstakel in het werk met deze laatst genoemde groep en daarom ziet hij dit niet als dé oplossing voor het personeelsgebrek.

“De lol is er af’, mijmert de visser. “Vroeger was dit een vrij beroep; je kon binnen zekere grenzen doen en laten watje wilde. Je was écht eigen baas”. De controlemaatregelen die er toen waren hadden geen vergelijk met die van tegenwoordig. De visser erkent dat er aan de wal, zoals in de agrarische sector, ook wel veel regeltjes zijn. En daarom zal hij zich daar wel bij neer moeten leggen. “Het wordt daarom nooit meer zo als vroeger”. Als we teruggaan naar de oorzaak van de vangstbeperkende maatregelen komen we terecht bij de zeebiologen van het RIVO. Deze overheidsinstelling luidde de afgelo­pen vele malen de noodklok als de stand van een bepaalde vissoort in aantal achteruit bleek te gaan.

“Zwaar overtrokken”

De voorspelling van de biologen noemt Tanis “zwaar overtrokken”. Hij weet uit het verleden situaties te noemen waar de visstand er in kwantiteit even slecht voor stond. “Er is nu evenveel kabeljauw in de Noordzee als in de zestiger jaren. Toen werden er geen drastische maatregelen getroffen” Haring was er volgens hem toen weinig, maar er kwam wel veel schol. Hij ziet in de visstand van de Noordzee - vanuit zijn ervaring - een soort golfbeweging; dan is er van de ene vissoort een overvloed aanwezig en vervolgens van de andere. Hij herinnert zich nog dat in 1987 er gewaarschuwd werd voor de lage tongstand. “Er was toen zelfs sprake dat de tongvangst gesloten zou moeten worden”. Maar tijdens die waarschuwing was de nieuwe generatie tongen weer al geboren. De hoeveelheid was zo groot dat er in 1989 heel veel tong werd gevangen. Ook denkt Tanis dat in Nederland de wetge

Ook denkt Tanis dat in Nederland de wetgeving beter wordt nageleefd dan in andere EU-landen. De ‘grijze markt’, welke in Nederland enkele jaren geleden gemeengoed was, schijnt in België nog steeds gehanteerd te worden, er wordt dan vis buiten de markt en dus buiten het quotum om verkocht. “En onze vissers kijken vreemd op als ze op vakantie in het buitenland bij een bezoek aan de visafslagen tongetjes aantreffen die behoorlijk onder de 24 cm zijn”, zo verwoordt de visser de twijfel die hij heeft over de handhaving van de voorschriften in de andere EU-landen.

De visserijgemeenschap blijft dus nog steeds in spanning uitzien naar de verdere uitwerking van de plannen vanuit Brussel. De komende weken zullen heel belangrijk worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 december 2002

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

Vangstbeperking minder dan gevreesd; toch wordt het nooit meer zo als vroeger

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 31 december 2002

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's