Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

-70-

"Weet u iets over een gezin De Visser?" vraagt ze hier en daar, maar de mensen die ze aanspreekt schudden hun hoofd en Maneke keert teleurgesteld terug bij haar matras.

"Je bent zeker op zoek naar je faimlie hè?" vraagt de jonge vrouw tegenover haar.

Marieke knikt verdrietig en de vrouw schuift haar matras naar hen toe en slaat een arm om haar heen. Dan staart ze naar Henkle en Elske, die allebei üggen te slapen.

"Ik ben Jarniie Tonnekreek", zegt ze zacht, "zijn datje broertje en je zusje?"

Marieke knikt opnieuw en kijkt liefdevol naar de kinderen.

"Heb je veel meegemaakt kind?" vraagt ze zacht en haar ogen staan vol medeleven.

Marieke kan plotsehng geen woord meer uit haar mond krijgen. Er zit een brok in haar keel en langzaam voelt ze hete tranen langs haar wangen lopen.

Jannie aait haar zachtjes over haar hoofd. "Geeft niks kind, huil maar eens goed uit. Het is ook verschrikkelijk wat er is gebeurd."

Zachtjes wiegt ze Marieke heen en weer, alsof ze een klein kind is en Marieke snikt bijna onhoorbaar in haar armen. Zolang heeft ze flink moeten zijn, maar nu voelt het bijna als een soort bevrijding om eventjes te mogen huilen.

Als Jannie begint te vertellen, staan ook bij haar de tranen in de ogen. "Je vraagt jezelf af, hoe dit alles kon gebeuren", fluistert ze bijna. "Mijn Willy was nog maar zes maanden, het was zo'n Uef schatje... altijd lachen, altijd vrolijk... mijn man riep nog, ga naar de zolder met Willy, daar ben je veiüg... We waren het boven, toen het water al tot aan het plafond kwam. Ik riep: "Jan kom nou, je verdrinkt, maar het was al te laat." Op zolder heb ik Willy nog in een extra deken gewikkeld, de wind was zo guur daarboven. Ineens voelde ik hoe ons huisje begon te trillen, de houten vloer bewoog onder ons en toen stortte alles in. De viel met Willy in mijn armen in het water, maar toen ik boven kwam, had ik hem niet meer vast!" Jatmie begint nu hevig te snikken en nu is het de beurt

Jatmie begint nu hevig te snikken en nu is het de beurt aan Marieke om de jonge vrouw te troosten. Ze strijkt Jannie over haar schouders en begint zachtjes te praten. "Toen bij ons het water kwam is vader waarschijnlijk teruggegaan naar de beesten. Wij zijn met z'n allen naar de zolder gegaan, maar we hebben vader niet meer teruggezien." Marieke zucht diep, ze ziet de afschuwelijke beelden weer voor zich.

"Het water kwam al snel op zolder en mijn broer Janus riep dat we het dak op moesten. We klommen allemaal uit het zoldertaam, alleen moeder kon er niet door. Het was heel koud en gUbberig op het dak, maar we hadden nooit gedacht dat ons boerderijtje het zou begeven. Bc zag iedereen in het water verdwijnen: mijn broer Janus, mijn broer Dirk, mijn zusjes... Ik gleed ook in zee, maar ik had kleine Henkle vast. Er kwam een deur aandrijven, waar ik mijn broertje op heb gelegd en even later spoelden we tegen een dijkje aan. Daar hebben we tot vanmorgen gewacht op hulp."

Jannie kijkt met betraande ogen naar Marieke. "Jouw leed is ook groot Ueverd", zegt ze zacht, maar dan fronst ze haar wenkbrauwen en kijkt naar Elske. "Heeft je zusje zichzelf kunnen redden?" Marieke knikt. "Ze kan niet zwemmen, maar zij heeft

Marieke knikt. "Ze kan niet zwemmen, maar zij heeft zich vastgehouden aan een strobaal en ik zag haar langs het dijkje drijven, waar ik met Henkle opzat. Ik heb Elske uit het water getrokken en we zijn achter een struikje gaan zitten, met een natte deken om ons heen." "JuUie hebben geluk gehad", antwoordt Jannie. "Er zijn er zoveel verdronken. Johan Maat heeft mij uit een boom gehaald. Toen de vloed weer kwam, dacht ik dat ik in het water zou vallen. De had het zo koud en was zo moe, maar tegen de avond kwam er een bootje langs en die mensen hebben mij toen gered."

Jannie wrijft de tranen van haar wangen, die onophoudelijk blijven komen. "Ik was zo stijf, ik kon mezelf nauweUjks bewegen, maar toch hebben ze me in dat bootje gekregen. Ik kon alleen maar aan Willy en Jan denken, ik was op dat moment niet eens blij dat ik het had overleefd, erg ondankbaar achteraf." Jannie zucht ineens heel diep. "Ik hoop dat mijn zoontje en myn man nu in de hemel zijn en dat zij niet lang hebben geleden."

Marieke knikt. Ze weet dat er veel gelovige mensen zijn die nu wanhopig troost zoeken bij God. Haar vader en moeder waren ook gelovig, maar waarom stond God toe, dat hen dit vreselijke overkwam?

Boerin Verschoor komt langs om de lege mokken op te halen. Vriendelijk kijkt ze Marieke aan. "Ben je een beetje opgeknapt meisje?"

"Ja mevrouw, we hebben het hier lekker warm en de soep smaakte goed."

"Wij zijn blij dat we iets voor de slachtoffers kunnen doen kind. Er is zoveel leed... zoveel ellende..." De gezette vrouw krijgt een trieste uitdrukking op haar ronde gezicht en kijkt wanhopig de zolder rond.

Dan wordt er geroepen dat er drie nieuwe evacué's zijn binnengebracht en snel gaat ze erop af.

"Moeten we hier blijven?" vraagt Marieke aan Jannie. Jannie schudt haar hoofd en trekt de deken wat steviger om zich heen. "Ik heb gehoord dat er steeds een aantal mensen weggebracht wordt naar Den Briel en Rotterdam. Dit is maar een tijdeUjke opvang om in de eerste nood te voorzien."

"Ik zou graag bij jou blijven", zegt Marieke ineens spontaan. Bij Jannie voelt ze zich op haar gemak en de jonge vrouw begrijpt haar grote verdriet.

"Ik zou ook graag bij jullie blijven", zucht Jannie, "maar waarschijnlijk ga ik naar familie in Steenbergen, want daar kom ik oorspronkelijk vandaan."

"Wij zouden ook graag naar familie gaan", mompelt Marieke, "maar ik weet niet hoe het met iedereen is." Ze bijt op haar lippen en denkt aan haar grootouders, aan oom Free en tante Marie die allemaal in St. Philipsland wonen. Ze denkt ook aan oom Jos en tante Bep en hun zeven kinderen op hun boerderijtje in Oosterland.

"Jannie, weet jij iets meer over de dijken... zijn ze alleen op Flakkee doorgebroken?"

De jonge vrouw kijkt verdrietig en schudt haar hoofd. "Nee meisje, i^ heb gehoord dat in heel Zeeland en Zuidwest-nederland op verschillende plaatsen dijkdoorbraken zijn geweest: op Tholen, Schouwen Duiveland. Noord Beveland..."

Maneke begint nu te beven over haar hele lijf en met ongelovige ogen staart ze naar de jonge vrouw. "Maar Jannie, hoe is dat nou mogelijk... op alle eilanden de dijken stuk... dat kan toch met waar zijn!"

"Toch IS het waar kind, boer Verschoor geeft ons steeds de laatste berichten door, overal is het water gekomen."

Het meisje buigt haar hoofd en doet haar handen voor haar ogen. Als het waar is wat Jannie zegt, dan moeten er heel veel mensen zijn verdronken, misschien ook wel haar opa en oma en al haar neven en nichten, haar tantes en ooms...

Er ploft ineens een matras, vlakbij Marieke op de grond. Verschrikt kijkt ze omhoog. Een jongen en een meisje staan dicht bij haar en krijgen dekens en kleding toegestopt.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's