Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gerenommeerde sprekers op Trins Maurits' scholengemeenschap tijdens studiedag over identiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gerenommeerde sprekers op Trins Maurits' scholengemeenschap tijdens studiedag over identiteit

Kamerlid Slob sluit aantasting vrijheid van onderwijs niet uit

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MIDDELHARNIS - Loopt de vrij heid van onderwijs echt gevaar ? Tweede Kamerlid drs. Arie Slob gaf afgelopen maandag tijdens een lezing op de Middelliarnisse Prins Mauritsschool aan er niet lielemaal gerust op te zijn. "De gestadige druppel holt de steen uit." Hij riep bestuur, directie en personeel dan ook op om door te gaan met het serieus gestalte geven aan de identiteit van de school. De lezing hoorde bij de studiedag 'Identiteit in de praktijk: verleden, heden en toekomst'.

Inmiddels is de bezinningsdag op de Christelijke scholengemeenschap 'Prins Maunts' een traditie aan het worden. Op deze dag voor bestuur, directie en personeel wordt een thema uitgewerkt via twee hoofdlezingen en een forumdiscussie. In het middagprogramma zijn er dan diverse workshops, waar bijbehorende deeltheraa's worden besproken. Ditmaal waren er workshops over het middelbaar Evangelisch onderwijs en Reformatorisch onderwijs. Christelijk onderwijs in Oost-Europa, de relatie tussen kerk en school, intergraal personeelsbeleid, de schoolstrijd, het pedagogisch erfgoed van de Reformatie en Nadere Reformatie en het schoolpastoraat.

Hoewel de voorbereidingscommissie al een halfjaar aan het werk was, kon men toen niet weten hoe actueel het thema in deze verkiezingstijd vol aanvallen op het bijzonder onderwijs zou zijn. Aan beide hoofdsprekers was gevraagd een lezing te houden over de vraag hoe zij aankijken tegen de toekomst van het middelbaar onderwijs en het christelijk onderwijs in het bijzonder.

Relevantie

De eerste lezing hield onderwijsvemieuwer prof. dr. Luc Stevens. In de afgelopen jaren was hij één van de sturende krachten achter talloze onderwij sveranderingen, waarbij de zelfstandigheid van de leerling centraal staat.

Volgens Stevens presteren veel leeriingen onder hun niveau. Ze werken vaak wel, maar niet voor school. De schuld van dit onderpresteren ligt bij ons onderwijssysteem dat al 150 jaar hetzelfde is. Kinderen worden van bovenaf gedirigeerd en krijgen geen kans om zichzelf te ontwikkelen. Bij de vraag hoe je tegen leerlingen aankijkt is het onzeker of daarbij de discussie over de protestants-christelijke signatuur van de school relevant is. Die discussie is alleen relevant als de school zijn visie rechtstreeks uit de Bijbel afleidt, maar dan is er een aantal vragen te stellen, aldus de pedagoog. De vraag naar de visie op het kind zal namelijk op een openbare school niet heel veel anders worden beantwoord dan op een protestante school, omdat beide de Joods-christelijke wortels van onze cultuur delen.

Mensen zijn uit op kennis en vaardigheden. Om te overleven zijn we actief bezig. Als mens willen we uitdagingen. Dat geldt dus ook voor leerlingen. Scholen dagen echter helemaal niet uit, omdat daar wordt voorge-schreven wat leerlingen moeten doen. Als leerlingen niet door een les geboeid worden, gaan ze andere dingen doen. Het is te makkelijk om te zeggen dat ze dan gewoon lastig zijn. Als ze niet willen, helpt dwang ook niet. Hoogstens lijdt het tot schijnaanpassingen. Zeker een christelijke school heeft dan weinig opties over. Want een dergelijke school stuurt nooit een leerling weg! Volgens Stevens biedt de Bijbel in de geUj

Volgens Stevens biedt de Bijbel in de geUjkenis over de talenten ook een onderwijsparabel, namelijk die over de talenten. Mensen moeten echter hun talenten zelf ontwikkelen. De docent kan ze daar alleen in begeleiden.

Leerlingen zijn van binnenuit gemotiveerd, maar uit de Amerikaanse ontwikkelingspsychologie blijkt wel dat er behoefte is aan enkele voorwaarden, namelijk relatie, competentie en autonomie. Kort gezegd: een leerling wil het en kan het, maar met alleen. Elk mens, ongeacht zijn niveau, is geschikt voor de ontwikkeling die hij moet doormaken.

Het onderwijs houdt er geen rekening mee dat leerlingen verschillen. In de 19e eeuw, toen ons onderwijssysteem ontstond, was er een overheersend, idee dat iederee;i gehjk is, dus ook op dezelfde manier bereikt kan worden. Onderzoek van de laatste jaren heeft aangetoond dat hersens verschillend werken, zodat alle mensen wel hetzelfde horen, maar dat verschillend verwerken. Stevens schroomde met om klassikaal onderwijs zodoende een verspilling van tijd te noemen. Er waren uitzonderingen, maar dat waren lessen waar hard gewerkt wordt. Dat willen leerlingen namelijk graag, al klinkt het ongeloofwaardig.

Het is nodig om een school naar menselijke maat te scheppen. Veel docenten zijn aan het einde van de dag erg moe en dat komt doordat ze vaak bezig zijn met het intomen van de energie van leerlingen. Die energie zou de docent juist moeten gebruiken. Leerlingen willen namelijk niet van de leraar af. Ze houden van gezellige leraren en zoeken hem als gesprekspartner.

Hoewel er nog een voorgeschreven lesprogramma en een centraal eindexamen is, is er toch veel vrijheid om de school zelf in te vullen. Veel dingen kunnen de docenten aan leerlingen overlaten. Laat de leerlingen zelf hun werk in groepen uitvoeren en spreek contactmomenten met ze af. De leerlingen moet volwaardige partners van de docent zijn en daar mogen ze ook op aangesproken worden. Als de leerlingen mee werken, komt de organisatie vanzelf.

Hoewel de lezing boeiend was, bleek tijdens de forumdiscussie dat niet alle docenten de uitgangspunten van de hoogleraar deelde. Met name het positieve kindbeeld was onderdeel van kritiek uit de zaal.

Onderwijsvrijheid

De tweede lezing werd gehouden door het Tweede Kamerlid drs. Arie Slob (Christen- Unie), die was uitgenodigd vanwege zijn jarenlange ervaring als docent en identiteitscodrdinator in het middelbaar onderwijs en bij het Gereformeerd Pedagogisch Centrum. Slob zette m bij het feit dat het onderwijssysteem in Nederland uniek is, zodat in een land van minderheden kwalitatief hoogwaardig onderwijs voor iedereen beschikbaar IS. Dit systeem staat echter steeds meer onder druk, gezien de uitspraken van politieke leiders als Zalm (VVD) en Bos (PvdA). Op zich zijn er altijd mensen geweest, die zich ergerden en stelden dat iedereen ongedeeld naar de openbare school zou moeten. De katalysatoren zijn de problemen in de wijken met allochtonen en de vorming van zwarte scholen. Volgens velen staan christelijke scholen de oplossing van die problemen in de weg. Dat is merkwaardig, want deze zomer toonde een dik rapport van de Onderwijsraad aan dat dit helemaal niet waar is. Het lijkt er echter op dat men horende doof en ziende blind is, aldus Slob.

Problemen op drie van de 37 Islamitische scholen lijken nu te worden aangegrepen worden om het christelijk onderwijs aan te pakken. Volgens de parlementanér zijn er drie redenen te bedenken waarom dit gebeurt. Allereerst is het een manier om in verkiezingstijd goedkoop te scoren, ten tweede heeft een aantal sprekers wellicht een verborgen agenda en willen ze dus van de onderwijsvrijheid af. De SP is de enige partij die dat ook openlijk zegt. Als derde speelt de secularisatie een rol, waardoor er steeds minder draagvlak is voor een christelijke school.

Slob is er niet helemaal gerust op of de onderwijsvrijheid gevaar loopt en riep op om alert te zijn. Belangrijk is een goed benoemingsbeleid ten aanzien van de medewerkers. Als er docenten benoemd worden die de grondslag van de school niet kunnen onderschnjven, gaat dat ten koste van de identiteit. En daar leggen de tegenstanders terecht de vinger bij. Onderwijsvrijheid moet dus ook door de scholen zelf waargemaakt worden door zelf werk te maken van de identiteit. Anders dan Stevens, huldigde Slob de mening dat een discussie over identiteit in relatie tot kindbeeld hoogst relevant is.

Invulling

Identiteit is hetgeen karakteristiek is voor iets of iemand. Het is het samenhangende geheel dat historische wortels heeft en niet voortdurend verandert. Daarbij is het duidelijk dat de identiteit de school zich onderscheidt van andere scholen.

De identiteit van een school komt op drie manieren naar voren aldus de politicus. Allereerst is de identiteit bepalend hoe je naar je leerlingen en docenten kijkt. Meestal zijn deze dingen vastgelegd in documenten. De spreker vroeg de aanwezigen echter af of ze ook weten wat er in staat en of docenten er elkaar nog op aanspreken. ZuUce prikkels zijn juist nodig. Ook wees hij erop dat het in dezen goed is als er contacten zijn tussen kerk en school. Hij stelde voor om predikanten eens uit te nodigen voor een gesprek. Dan IS er nog de praktische uitvoering, waar

Dan IS er nog de praktische uitvoering, waarbij benoemingsbeleid belangrijk is. Een docent moet niet alleen vakbekwaam zijn, maar vooral ook een transparant christen zijn, die jonge mensen kan begeleiden naar zijn/haar plaats in de maatschappij. Ook het onderwijsondersteunend personeel moet bestaan uit zulke transparante christenen. Docenten zouden ook met elkaar over de dingen moeten praten en natuurlijk moet dit aan de orde komen in de functioneringsgesprekken.

Maar ook in de vakinhoud zal de identiteit een plaats moeten hebben. Slob zei zelf als Ie identiteitscoördinator Nederlands te hebben gewerkt en dat het is lastig om vanuit de identiteit vorm te geven aan vakinhoud. Bij godsdienst en maatschappijleer is dat duidelijker dan bij de andere vakken. Wellicht zou op school eens een inventarisatie gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld d.m.v. een enquête, over hoe docenten er tegenover staan om de schoolidentiteit gestalte te geven in de vakinhoud. In Slob's praktijk was identiteit een vast agendapunt bij secties en werden leerhngen meer gericht geholpen, bijv. bij het vaststellen van hun hteratuurlijst. Belangrijk is daarbij wel dat er wordt geëvalueerd. In hoeverre wordt de identiteit werkelijk benut? Duidelijk is echter dat hierin ongekende kansen liggen! Achter het woord 'school' schuilt méér dan

Achter het woord 'school' schuilt méér dan alleen 'leren'. Uit de wijze waarop we met elkaar omgaan blijkt namelijk ons christenzijn, al gaat dat met vallen en opstaan. Zeker geldt dit in relatie tot de leerlingen. In de vorm van individuele en klassikale gesprekken, maar ook door middel van projecten kan hieraan gestalte worden gegeven, denk bijv. aan een anti-vloekdag. Belangnjk is echter ook om met elkaar in gesprek te blijven. Je kunt namelijk veel van elkaar leren. En kijk ook eens bij coUega-docenten in de klas. Dat kan heel goed zijn voor zelf-correctie.

Toekomst

Is er, ondanks het veranderende politieke klimaat, toekomst voor het christelijk onderwijs? Met die vraag besloot Slob zijn referaat. Het moet hierbij van twee kanten komen, zo zei hij. In ieder geval zullen we, als christelijk onderwijs, duidelijk moeten maken wie we zijn en waaróm we zo willen zijn. Een dag als deze - een studiedag - is hienn een belangrijke schakel. Het draagt bij tot het vormen van een onderlinge eenheid met dezelfde intrinsieke motivatie!

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Gerenommeerde sprekers op Trins Maurits' scholengemeenschap tijdens studiedag over identiteit

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's