Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

16-

"Er staan genoeg mensen op de lijsten, maar familie van ons is er niet bij", zucht Janus.

Cor ziet er teleurgesteld uit. Natuurlijk had hij gehoopt op een aangekomen tante, een oom of een van zijn neven, maar nu er niemand van zijn familie blijkt te zijn, voeh hij zich nog eenzamer, dan hij al was.

Plotseling spreekt een meisje hen aan. Het is hetzelfde meisje dat al de hele dag in touw is geweest om de evacués te helpen.

"Kan ik iets voor jullie doen?" vraagt ze voorzichtig.

Marieke knikt heftig en grijpt onbewijst haar arm. "Luister eens, we hebben gehoord dat ze regelmatig mensen hier uit de ha! onderbrengen op een ander adres. Wij zouden heel graag bij elkaar blijven. Weet jij misschien of ze ergens een plek hebben voor ons zevenen?"

Het meisje staart haar een ogenblik ernstig aan, alsof ze niet goed weet wat ze moet zeggen. "Tja... ik weet het niet, jullie zijn wel met een hoop mensen."

"Alsjeblieft", smeekt Marieke, "we zijn ouders en de rest van ons gezin ook al verloren, we zouden zo graag bij elkaar blijven."

De ogen van het meisje worden vochtig en Marieke ziet hoe ze in tweestrijd verkeert.

"Luister, ik zal dadeUjk even naar huis gaan om het aan mijn ouders te vragen. Misschien willen zij wel evacués opnemen. Als ze het goed vinden, kom ik terug en gaan jullie vanavond nog met mij mee."

"Hebben juUie wel genoeg plaats voor ons?" vraagt Cor onzeker.

"Wij hebben een heel groot herenhuis", antwoordt het meisje. "Mijn vader is dokter en we kunnen misschien nog wel een extra slaapkamer maken van een gedeelte van de praktijk."

Marieke pakt de hand van het meisje. "Ik hoof dat je ouders het goed vinden. Ik zal hen zo dankbaar zijn." Het meisje gliinlacht. "Reken er maar op dat jullie vannacht bij ons slapen", zegt ze heel beslist. "Trouwens, ik heb mezelf nog niet eens voorgesteld... ik ben Eliza Ladage."

Ferm schudt ze hen de hand. Het vah Marieke direct op dat ze Janus' hand iets langer vasthoudt.

"Nou, tot straks dan maar", zegt ze vriendelijk en loopt snel tussen de bedden door naar de uitgang.

"De geloof nooit dat haar ouders het goed vinden", zegt Dirk pessimistisch. "Wie neemt er nou zeven vreemde mensen in huis?"

"De ouders van Eliza!" zegt Marieke met een rotsvast vertrouwen. Als haar ouders net zo hulpvaardig zijn als hun dochter, dan zullen we zeker een tijdje bij hen kunnen blijven."

"Ja, maar hoelang?" vraagt Cor. "Als de toestand in heel Zeeland zo ernstig is, dan kan het nog wel een tijdje duren voordat we weer terug kunnen keren."

"Wie dan leeft, wie dan zorgt", antwoordt Marieke opgewekt, "vooriopig zullen we misschien allemaal bij elkaar kunnen bUjven en dat is het belangrijkste!"

Het lijkt eeuwen te duren, maar na een uur verschijnt Eliza's slanke postuurtje weer in de hal. Stralend komt ze hen tegemoet en achter haar loopt een rijzige, keurig geklede man.

"Maak je zusjes en broertje maar wakker Marieke, jullie gaan allemaal naar ons huis!"

Iedereen slaakt een zucht van verlichting en dan groet dokter Ladage hen. "Luister eens jongelui, ik stel voor dat de jongens met mijn dochter naar ons huis lopen, dat is niet zover uit de buurt van de Ahoyhallen. Ik neem de meisjes en dat kleine manneke wel mee in mijn auto."

"Moeten we ons niet van de lijsten laten schrappen?" vraagt Cor ineens. "Stel dat er nog mensen zijn die ons zoeken."

"Dat is een goed idee jongeman. Gaan jullie met Eliza maar even melden dat je hier weggaat, dan vertrek ik vast met de rest naar huis."

Marieke maakt voorzichtig Elske en Annechien wakker. "Ik heb goed nieuws", zegt Marieke opgewonden, "we mogen met z'n allen hier weg en in het huis van deze meneer, dokter Ladage logeren. Zo blijven we tenminste bij elkaar."

"Mag ik dan ook mee?" vraagt Annechien verbaasd.

Marieke knikt en legt haar wijsvinger tegen haar lippen, als teken om te zwijgen. Ze hoopt dat Annechien even geen vragen meer stelt, want ze is er niet zeker van of Cor en zijn zusje zouden mogen blijven als zou bhjken dat ze geen familie zijn.

"Nee jongeman, die bril mag je niet hebben, anders kan ik niks meer zien!" hoort Marieke de dokter plotseling vriendelijk zeggen. Hij heeft Henkle opgetild en het ventje schatert van plezier. "Zijn jullie klaar dames, dan kunnen we vertrekken!"

De meisjes knikken en Marieke neemt vlug Hentae van de dokter over, bang dat haar broertje de bril niet heel zal laten.

Net buiten de Ahoyhallen staat de grote auto van meneer Ladage geparkeerd. Marieke neemt plaats naast de dokter, terwijl Annechien, Elske en Henkle achterin gaan zitten. Het is maar een kort ritje naar het statige herenhuis van de dokter, maar een vreemde eenzaamheid overvalt Marieke en stil staart ze naar buiten.

Alle verdriet komt plotseling terug en in haar ogen prikken tranen. Hoewel ze nog steeds hoopt dat haar ouders en de rest van hun gezin nog leeft, probeert ze toch de waarheid onder ogen te zien. Waarschijnlijk ziet ze hen nooit meet terug en dat doet zo'n pijn. Snel veegt ze de tranen weg die over haar wangen glijden en Marieke hoopt dat de dokter het niet heeft gezien. Ze wil juist flink blijven. Er zijn er tenslotte zoveel die alles kwijt zijn.

Dokter Ladage heeft haar tranen echter wel gezien, maar laat niets merken. Hij weet dat je een mens die veel heeft verloren, de kans moet geven om zijn verdriet te uiten, Eliza heeft hem de omstandigheden van deze kinderen heel kort uitgelegd. Geen moment heeft hij getwijfeld, toen zijn dochter vroeg of het mogelijk was deze kinderen in huis te nemen.

"We mogen dankbaar zijn, dat ons zo'n lot is bespaard", had hij gezegd en zijn dochter opgedragen zo snel mogelijk terug te gaan naar de Ahoyhallen om het goede nieuws aan de kinderen te vertellen.

"Stap maar uit", zegt de man plotseling, nadat hij zijn auto heeft geparkeerd voor een enorm huis. "Hier wonen wij."

Marieke veegt nogmaals met en mouw over haar gezicht en strijkt haar haren glad. Kijkend naar het deftige huis, voelt ze zich een zwerver in de veel te grote, oude jas die ze draagt.

"Kom maar binnen hoor", zegt ineens een vriendelijke vrouwenstem en Marieke, die inmiddels Henkle van de achterbank heeft getild, klimt voorzichtig het trapje op, dat naar de voordeur leidt.

"Dag kind, ik ben mevrouw Ladage. Welkom in ons huis... en dit is zeker jouw kleine broertje?"

Henkle schenkt de vrouw een stralende glimlach en steekt zijn handjes uit.

"Wat een Ueverd", zegt mevrouw Ladage spontaan en draagt het jongetje naar binnen.

Elske en Annechien zijn inmiddels ook binnengekomen en beleefd geven ze de vrouw een hand.

"Zo kinderen, kom maar gauw naar de salon.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's