Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dirksland was een oase in de waterwoestijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dirksland was een oase in de waterwoestijn

Ingezonden:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het interview met Gerrit Robijn in uw krant van 24 januari heeft veel herinneringen bij mij los gemaakt. Ten tijde van de ramp woonde ik bij mijn ouders in de Paulina van Weellaan. Mijn broer Tim was dat weekend thuis met verlof uit militaire dienst, terwijl ik thuis oude talen studeerde als vooropleiding voor de juridische faculteit in Utrecht.

In de nacht van zaterdag op zondag gingen mijn vader, Tim en ik per auto op pad naar Middelharnis met het doel om te gaan controleren of de vloedplanken het hielden aan de haven bij de kunstmestloods van de firma Kooman (mijn vader was procuratiehouder van die firma in Dirksland). We liepen vast in het water bij de watertoren aan het eind van het Korteweegje en keerden terug naar het dorp. We hadden geen enkel idee wat er aan de hand was. Ik herken het verhaal van Gerrit Robijn, dat veel mensen bijeen kwamen in de Voorstraat en in onzekerheid verkeerden. Ik hoor nog de sinistere klanken van de torenklokken, waarvan het geluid nu eens zacht, dan weer hard klonk, al naar gelang de snelheid van de windvlagen. Zondagmorgen gingen mijn broer en ik op de fiets via de Geldersedijk naar Herkingen.

Aan het eind, waar de weg zich splitst naar rechts richting Melissant en links naar Herkingen, was in de dijk richting Nieuwe Tonge een enorm gat. Aan de andere kant stonden enkele mensen en een jong paard.

Samen met enkele anderen hebben we die mensen en het paard met een touw door het hard stromende water getrokken naar het veilige gedeelte. Eén van hen was een oud vrouwtje, die een kussensloop met wat spullen vastgeklemd hield. We konden niet in Herkingen komen omdat ook die weg was geblokkeerd door een stroomgat. Toen we terugfietsten naar Dirksland kwamen we een vrachtwagen van Gijs van Dongen tegen met zandzakken. De chauffeur vroeg ons te gaan helpen met het vullen van zandzakken op de begraafplaats, wat we ook deden. Het duurde niet lang voordat onze ongeoefende handen en ruggen het begaven. We werden daarna ingedeeld bij de dijkbewaking aan ‘d’n Ouwen Diek’, dag en nacht, 2 uur dienst, 2 uur rust. Mijn broer en ik liepen met een zaklantaarn langs de binnenkant van de dijk te speuren naar het doorsijpelen van water; 50 meter verder liepen er weer twee en zo voort. Regelmatig kwam er iemand langs in een auto om te vragen of alles in orde was. Zo werd de dijk bewaakt en de zwakke plekken verzwaard met zandzakken. Ik had de indruk dat alle bewoners van het dorp zich enorm hebben ingezet. In de loop van de zondag had Kees Roon, die bij de Marine diende, telegrafisch contact gezocht met de ‘overkant’ (telefoon en electriciteit waren uitgevallen, evenals de drinkwatervoorziening). We hoorden toen pas wat er aan de hand was in het ons omringende gebied en met name in Oude Tonge. Gerrit Robijn geeft een goed beeld van de situatie in die verwarrende dagen.

Mijn broer Tim werd ingeschakeld bij de droppings van zandzakken en rubberboten door Amerikaanse vliegtuigen. Bij mijn herinnering was dat vlak bij de boerderij van Grootenboer aan de Philipshoofdjesweg.

Het mag een wonder worden genoemd dat de Dirkslandse polder (de oudste van Overflakkee) als een klein eilandje (een oase in een waterwoestijn) blijvend kon fungeren voor vluchtende, geredde mensen, om vandaar te worden verder gebracht.

Met recht wordt bij de 50-jarige herdenking van de ramp alle aandacht gevestigd op de getroffen gebieden waar enorm veel slachtoffers zijn gevallen. Toch ben ik blij met het artikel van Gerrit Robijn omdat Dirksland en Melissant in staat waren om de allereerste hulp te bieden met de zeer beperkte middelen die voorhanden waren.

Het zal de laatste keer zijn dat er grootschalig aandacht zal worden gegeven aan die rampnacht. In de toekomst zullen alle verhalen en ervaringen, vastgelegd in publicaties, als historische feiten worden ondergebracht in de geschiedenisboekjes.

Hans Ottink Voermanstraat 3 4204 RC Gorinchem

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Dirksland was een oase in de waterwoestijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2003

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's