Doetinchem bood Middelharnis en Sommelsdijk voor tonnen hulp
Op 1 februari 2003 is het een halve eeuw geleden dat zuidwest-Nederland werd getroffen door ernstige overstromingen. Die kostten aan 1835 mensen het leven. De solidariteit met de getroffen gebieden was groot, ook in de gemeente Doetinchem. Middelharnis en Sommelsdijk werden ‘geadopteerd’. In hun tijdschrift ‘Kronyck’ schreven de oudheidkundigekring Deutekom en de Oudheidkundige verenigingen Salehem en Gander er een boeiend artikel over, dat we met toestemming van de auteur en mede-redactielid Jan Berends mochten overnemen.
Iedereen die februari 1953 zelfheeft meegemaakt, heeft hieraan persoonlijke herinneringen. Ik weet nog dat ik als tienjarig jongetje in Hoogeveen op die grijze, sombere zondagmorgen van 1 februari de steeds ernstiger wordende berichten op de radio hoorde. Er hing die dag een vreemde sfeer. De werkelijkheid drong pas later door. Om te beginnen de volgende dag in de kranten. Toen volgden de inzamelingen van kleding, voedsel en geld.
Het bioscoopjournaal Polygoon toonde de afschuwelijke, bewegende beelden. Wat later kregen we geëvacueerde kinderen in de klas en plakten bijvoorbeeld een oranje postzegel met de beeltenis van koningin Juliana van tien cent met tien cent extra voor de getroffen gebieden. En natuurlijk was er een grote actie, Beurzen open, dijken dicht; op de radio, want televisie was er nog nauwelijks. Er kwam hulp uit het hele land en van ver daarbuiten.
Hoe ging het in Doetinchem? Nadat de storm met orkaankracht uit het noordwesten, gepaard gaande met een springvloed, vooral de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en het westelijke gedeelte van Noord-Brabant zo ongelooflijk getroffen heeft, komt de hulp in het hele land en dus ook in Doetinchem snel op gang. De burgemeester van Doetinchem, J. E. Boddens Hosang, roept op zondagavond 1 februari om 19.30 uur een grote groep mensen bij elkaar. Het zijn vertegenwoordigers van het Rode Kruis en de UVV, hoofden en directeuren van scholen, leden van de automobielclub DAC, verkenners van de padvinderij, dominees en vele anderen. Ook de wethouders H. Kreuzen en C. van der Grijn zijn aanwezig. Vanzelfsprekend staat de burgemeester stil bij de verschrikkelijke gebeurtenissen van de voorgaande nacht en deze dag en geeft aan dat Doetinchem, ditmaal voor geweld gespaard gebleven, moet trachten ruim en spoedig hulp te verlenen. Via de schoolkinderen zal de boodschap worden meegegeven, dat diezelfde maandagmiddag een grote inzameling zal worden gehouden. De leerlingen van het voortgezet onderwijs zullen maandagochtend huis aan huis een stencil rondbrengen. Deze folder zal in de nacht worden gedrukt. Auto’s van o.a. de politie zullen met luidsprekers rondrijden en oproepen kleding, dekens, schoeisel en geld te geven. De leden van de vrouwenorganisaties zullen deelnemen aan de collecte en helpen bij het sorteren van de binnengekomen goederen. Diverse depots worden ingericht, o.a. bij het Wit-Gele Kruis, het Gebouw van Christelijke Belangen aan de Keppelseweg, het Nederlands-Hervormde kerkje in Slangenburg, het GTW-station in Gaanderen. De eetzaal van Ruimzicht wordt het centrale depot.
Het dagelijks bestuur van de hulpverlening ligt bij een comité waarvan de heer Krol secretaris en de heer Gruppelaar penningmeester is. De burgemeester fungeert als voorzitter. De heer Dekker van Ruimzicht biedt aan er jongens op te nemen en meisjes onder te brengen in het meisjesinternaat. Deze hulp is bedoeld voor leerlingen van een middelbare school waar de lessen geen voortgang kunnen vinden en waar de tijd voor examens dringt. De heren Jansen Venneboer en Blom van de automobielclub willen een regeling opstellen waardoor in elk van de 49 wijken, waarin de gemeente verdeeld wordt, een personen- of vrachtwagen ter beschikking kan worden gesteld bij de inzameling. Een volwassene zal met de collectebus geld inzamelen, terwijl jongeren onder leiding van een volwassene de goederen zullen inzamelen. De vergadering eindigt om 20.45 uur. Overleg, iets later in kleinere kring, leidt tot de beslissing de ontvangen zaken niet onder te brengén in grote verzamelingen maar ze rechtstreeks te bezorgen in een getroffen gemeente, waartoe aangewezen worden de gemeenten Middel - hamis en Sommelsdijk. Hiertoe wordt besloten om enig zicht te houden op de verspreiding van de goederen en de besteding van het in te zamelen geld. Ook de gemeenten Delft en Amersfoort worden aan Middelharnis en Sommelsdijk gekoppeld.
De volgende dag wordt een kort maar dringend verzoek rondgebracht, gericht aan de burgers van Doetinchem. Er worden vele goederen en geld ingezameld. Vele initiatieven komen van de grond. Ellenlang zijn de lijsten van mensen die collecteren en die zich aanmelden om te helpen. Het aanbod loopt uiteen van vrachtwagens, het chauffeuren naar het rampgebied, EHBO-werk, grondwerk tot boerenwerk, o.a. melken.
Uit de vele aanbiedingen toch enkele als illustratie van wat er zoal gebeurde:
A.Vinkenborg, bakker in de Hamburgerstraat, heeft het voortouw genomen om met alle bakkers van Doetinchem op de vee- en lapjesmarkt van dinsdag 3 februari krentenbollen te verkopen in zakjes van vijf stuks. Iedere bakker zal proberen tweehonderd krentenbollen aan de man te brengen voor tien cent per stuk. Een volgend initiatief komt van enkele landbouwers in de gemeente. Het resultaat was indrukwekkend. Toegezegd wordt om straks in de geadopteerde gemeente te leveren:
83 stuks rundvee, 220 varkens, bijna 1500 kippen en daaraan toegevoegd nog een bedrag van ruim vijfduizend gulden. De schenking vertegenwoordigt in totaal een waarde van meer dan zestigduizend gulden. In een brief van het hoofd van de Plantsoenschool, de heer Radstake, biedt het personeel twee procent van het salaris aan, zo lang dit nodig is. Alle personeelsleden ondertekenen de brief.
De Beccon levert o.a. 250 emmers, 88 compoteschalen en 49 nachtpotten. De firma Perlstein geeft vijftig gulden, maakt honderd gulden per bank over en zegt in een notitie onderaan de brief dat gedestilleerd een gevaarlijk artikel is en blijft, maar mocht het Rode Kruis menen wat te kunnen gebruiken, dan biedt de zaak een kist zoete witte wijn, een kist cognac en een kist rum aan. Het is geen medicijn, maar kan wel helpen bij koude, verstijving en verkleuming. Op voorstel van dokter Engelsman gaat het presentiegeld van de raadsvergadering van 11 februari naar het Nationaal Rampenfonds, zonder enige discussie. Nog een sprekend voorbeeld van prachtige hulp. Het Philipspersoneel geeft geld, bijeengebracht door overwerk en uit vrijwillige bijdragen door overwerk en uit vrijwillige bijdragen. Het hoofdkantoor heeft dit verdubbeld tot ƒ 4855,-. In korte tijd was de waarde van de schenkingen door Doetinchem samengebracht, ruim een half miljoen gulden.
Ondertussen is in de nacht van 2 op 3 februari een tweetal colonnes samengesteld met uitgezocht technisch personeel, voorzien van boten, schoppen, en andere gereedschappen onder leiding van de heer Wierenga, die aannemer van waterstaatswerken was. De colonnes werden aangevuld met twee tientonners van de GTW met ingezamelde goederen. De eerste colonne vertrekt om drie uur ’s nachts; de andere om negen uur ’s morgens. Eerst lijkt het erop, dat de beide colonnes niet verder zullen komen dan Rotterdam, waar ze bij de Rivièrahal staan, maar mevrouw Boddens Hosang, die de leiding heeft van de hulpoperatie, belt uit Middelhamis, dat de wagens door moeten rijden naar Hellevoetsluis, waar de overtocht geregeld zal worden door brigadier Faber.
Het dringend verzoek komt: zendt geen goederen, maar wel etenswaren, olie, benzine en drinkwater. Ook een dragline is erg welkom, maar hierover zal nader overleg volgen. Dit verzoek om vooral eten te sturen kan men begrijpen. Door de voorzitster van de vrouwenvereniging was een telling georganiseerd van bijeengebrachte goederen, voornamelijk kleding en grotendeels opgeslagen in de kerk van Sommelsdijk. Een kort overzicht: boven- en onderkleding voor jongens 3046 stuks, idem voor meisjes 5804 stuks, dameskleding 7427 stuks, herenkleding 6878 stuks en voor baby’s kleding en beddengoed 3319 stuks. Daarbij schoenen, laarzen en pantoffels 2640 paar en aan huishoudspullen en beddengoed nog 1117 voorwerpen. Bij elkaar 30.231 stuks goederen. Met de nagekomen artikelen, waaronder acht wiegen en vijf kinderwagens wordt het totale aantal op 34.000 stuks geschat.
Op woensdag 4 februari wordt een voedselcolonne van zes wagens naar het getroffen gebied gestuurd met een waarde van ƒ 5300,-. Interessant is de lijst van het geleverde voedsel; het geeft een indruk van de hoeveelheden. De lijst vermeldt 62 dozen margarine, 25 dozen vet, 1000 eieren, 20 kratten chocomel, 1 doos openers, 10 liter jenever (hierachter staat de notitie, dat er twee flessen te weinig zijn ontvangen, wel verdacht!), 120 liter julienne- en 120 liter bruinebonensoep, 240 liter appelmoes, 1200 liter speksnijbonen en 1200 liter doperwten, vijf zakken zout, vijf zakken suiker (elk 250 kg), drie zakken gemalen koffie (50 kg), twee zakken rijst (100 kg), vier zakken havermout (100 kg), zeven zakken kaas en 1 colli kaas met diverse soorten. Daarbij nog 210 kilo boerenmetworst, 500 kilo vet spek, levensmiddelen, medicamenten, stormlantaarns, zeventig zakken aardappelen, 25 kisten sinaasappelen, 2987 pond roggebrood, 2397 stuks wittebroden, een partij worsten en vlees en twee kratten Nutricia kindermelk.
Alle hulp uit Doetinchem komt voor Middelhamis en Sommelsdijk juist op tijd. Goeree-Overflakkee is met Schouwen-Duiveland het zwaarst getroffen eiland. Alleen het hooggelegen gedeelte aan de Noordzee met de duinen en de omgeving van Dirksland zijn droog gebleven. Het gebied van Oude en Nieuwe Tonge wordt overspoeld en hier vallen de meeste slachtoffers. Men heeft er driehonderd doden te betreuren. Middelharnis en Sommelsdijk werden beschermd door een oude dijk. Alleen een klein gedeelte van het dorp Middelharnis en de buurtschap Kralingen, behorend tot de gemeente Sommelsdijk, maar vlak bij Dirksland gelegen, liepen in de vroege zondagmorgen al onder water. In de andere gedeelten kwam het water in de loop van zondag langzaam op. Hierdoor konden velen een gedeelte van hun bezittingen in veiligheid brengen en werden de huizen niet door de waterstroom ernstig gehavend. Toch zijn er zeventien mensen om het leven gekomen. Er waren veel bezittingen verloren gegaan en hulp met dekens, kleding en voedsel waren bij de noodzakelijke evacuatie meer dan welkom.
Op 6 februari belt burgemeester Rijnders van Middelharnis naar Doetinchem, nadat de hulptroepen zijn vertrokken. Hij rept over een verrassend grote hulpverlening en dankt voor het omvangrijke werk verricht door de Doetinchemse hulpverleners onder leiding van mevrouw Boddens Hosang. Hij spreekt over een groot uithoudingsvermogen onder vermoeiende omstandigheden en voegt er nog aan toe, dat de zaken uit Doetinchem van de beste kwaliteit waren. Belangrijke vriendschapsbanden waren in deze korte tijd ontstaan. Met de wagens die terugkeren, komt ook een aantal hbs- en gymnasiumleerlingen mee. Met de jongelui die later, in het eerste weekeinde na de ramp volgen, in totaal 41, die in Ruimzicht, in het meisjesinternaat en bij particulieren worden ondergebracht. De verwachting is op dat moment, dat de school in Middelharnis niet eerder dan na de zomervakantie weer zal opengaan. Om de lessen goed te kunnen volgen en te kunnen studeren, worden voor een fors bedrag studieboeken e.d. aangeschaft. De leerlingen, uit alle klassen, komen behalve uit Middelhamis en Sommelsdijk, ook uit dorpen als Dirksland, Oude en Nieuwe Tonge. Kerkwerve, Ooltgensplaat, Ouddorp en Stad a/h Haringvliet.
Op 20 februari komt het hulpcomité onder leiding van de burgemeesters bij elkaar om alles na te bespreken en plannen te maken hoe nu verder te gaan. Uit de correspondentie blijkt, dat op ló maart het eerste bericht van reëvacuatie wordt verstuurd; het grootste deel van de bevolking kan terugkeren. Op 15 april meldt de burgemeester van Middelhamis, dat de bewoners, op enkele uitzonderingen na, zijn teruggekeerd en haalt in roerende bewoordingen nog eens aan hoe belangrijk de snelle en onbaatzuchtige hulp voor de in nood verkerende mensen in het rampgebied was. Ook de ontvangst van en hulp aan de evacués wordt genoemd waarbij velen in de geestelijke en materiële noden hebben voorzien en vriendschappen hebben gesloten. De leerlingen van de HBS zullen begin mei teruggekeerd zijn, want deze school wordt begin mei weer geopend.
We willen u niet vermoeien met het overleg, dat de burgemeester voerde met de instanties in verband met de eventuele aftrekbaarheid van de giften. Wel is het interessant te vermelden dat de heer Herder van de Dienst van Openbare Werken, in mei en juni vier weken in het getroffen gebied doorbrengt om in een uitvoerig verslag de schade vast te leggen. Naar aanleiding van dit rapport kan verdere hulp worden verleend. De toegezegde hulp van de boeren wordt in de tweede helft van mei afgewikkeld. Uiteindelijk worden 83 stuks rundvee, 230 varkens en 1438 kippen naar Middelharnis gezonden. Ontroerend zijn de vele dankbrieven, die naar Doetinchem worden gezonden: Veel dank voor de prachtige gift weer een varkentje op het hok te hebben. Als slotuitkering wordt in augustus 1954 door de dan bestaande Stichting Doetinchem helpt Middelharnis een bedrag beschikbaar gesteld van ƒ 61.000,- voor de bouw van het Groene-Kruisgebouw. Tevens kan met een deel van dit geld het maatschappelijke werk weer een stevige basis worden gegeven.
Ook nog in 1954, op 29 mei, is er in Doetinchem een grote manifestatie: Middelharnis en Sommelsdijk danken Doetinchem. Met op het programma een mars door Doetinchem en een aubade voor het gemeentehuis aan de Burg. Tenkinkstraat door de Koninklijke Fanfare Sempre Crescendo uit Middelhamis-Sommelsdijk. Daarna gaat het feest verder in De Sociëteit aan de Grutstraat. Het gemeentebestuur krijgt een schilderij aangeboden van de Rotterdamse schilder Marius Richters Gezicht op Middelharnis en Sommelsdijk. Ook het Doetinchemse Groene Kruis krijgt een geschenk aangeboden. Na dankliederen en een film over de stormvloed voeren de leerlingen van de Rijks-HBS uit Middelharnis een toneelstukje op en geeft de fanfare aansluitend een concert.
Voor het Groene-Kruisgebouw in Middelharnis wordt op 28 september 1955 de eerste steen gelegd door burgemeester Boddens Hosang. De Doetinchemse vlag hangt bij deze gelegenheid uit. Nadat deze vlag is teruggezonden, vraagt men in mei 1956 deze vlag nogmaals te sturen ter gelegenheid van de opening van het kruisgebouw op 24 mei van dat jaar. Bij terugzending betreurt men in Middelharnis dat bij deze opening de burgemeester van Doetinchem, noch enkele heren van het Doetinchemse adoptiecomité aanwezig waren.
Op 4 september 1962 besluit de raad van Middelharnis een nieuwe toegangsweg naar de kom Doetinchemsestraat te noemen, niet zo maar een straat ergens in een nieuwbouwwijk, maar een belangrijke doorgaande weg. De raad heeft tot deze naamgeving besloten om uiting te geven aan de grote dank, welke deze gemeente en haar inwoners nog steeds verschuldigd zijn voor de hulp, welke de gemeente Doetinchem en haar bevolking direct na de ramp van 1 februari 1953 in zulk een belangrijke mate en op zo spontane wijze hebben verleend. De naamgeving zal tevens een blijvende herinnering aan deze hulp vormen, zo luidt de motivering bij het raadsbesluit. In Middelharnis spreekt men sindsdien altijd over De Doetinchem, nooit over Doetinchemsestraat.
Voorzover we weten dateert het laatste officiële contact tussen de gemeenten van 1 februari 1993 bij de herdenking van veertig jaar watersnoodramp Goeree-Overflakkee. Wethouder Ben Kothuis woont de herdenkingsdienst bij in de Hervormde kerk te Oude Tonge. Na de dienst is er een stille tocht naar de rampenbegraalplaats, in 1953 aangelegd in de kruin van de Spuidijk te Oude Tonge, waar meer dan driehonderd slachtoffers van de ramp zijn begraven. Daarna wordt er een speciale tentoonstelling bezocht.
In 1954 zongen de koren van Goeree enkele dankliederen, waaronder een lied op een melodie van Mozart. Van de tekst volgen hier enkele regels tot slot:
Zo brengen wij,
Voldaan en blij,
Met onze kelen
De dank van velen
Uit Sommersdiek-Meneerse;
Begeren te eren
Uit offervaardigheid
Want Doetinchem die schonk ons
Zeer veel met milde hand
En al die goede gaven
Versterkt’ de Vriendschapsband.
Misschien dat dit artikel ertoe bijdraagt dat de vriendschapsbanden, die vijftig jaar geleden tussen Middelhamis/Sommelsdijk en Doetinchem ontstonden, nog eens worden vernieuwd en aangehaald.
Naschrift
Boeken, foto’s, films en artikelen kunnen je nauwelijks laten meevoelen, wat een ramp als de watersnood van 1953 voor de bevolking betekende. Pas een persoonlijk verslag maakt de verschrikkingen levend. Begin jaren negentig stond ik op de begraafplaats van Kortgene bij het monument en de graven van de mensen, die in dat deel van Noord- Beveland zijn omgekomen. Een man, die in 1953 er werkzaam was als gemeente-arbeider, vertelde me daar zijn verhaal. Van de opening van het nieuwe gemeentehuis op zaterdag 31 januari, van het gezellige feest, van de vreselijke storm en van het feit dat hij ’s avonds even op de Kaai ging kijken. Daar zag hij dat het water, dat laag moest zijn, ongeveer vloedhoogte had en nog uren verder zou stijgen. Het plaatsen van vloedplanken, het versterken van de dijken, alles was nutteloos. De vloed drukte de dijken niet kapot, deze waren te laag. Het zeewater stroomde over de dijk en holde van binnenuit de dijk uit, die tenslotte werd weggevaagd. Velen konden vluchten of zwommen voor hun leven, maar tientallen mensen kwamen in de golven om. En van al deze mensen, daar begraven kon hij het verhaal vertellen. Daar en dan word je pas echt geraakt. Geachte redactie,
Ondergetekende verzoekt beleefd een plaatsje in uw blad. Met belangstelling heb ik het verslag van de heer Robijn in Eilanden Nieuws van de vorige week gelezen. Onze woning is blijven staan in het watergeweld en we hebben het overleefd op zolder. De zware invalide man die ze met een brancard hebben opgehaald was namelijk mijn vader. Het is voor de dragers een zware opgaaf geweest, toen over het ongelijke gors langs de steenglooiing naar Herkingen.
Uit het verslag blijkt dat er tijdelijk geen godsdienstige of politieke geschillen waren, het begrijpen, medeleven was veel beter als tevoren. De bevolking heeft eendrachtig hun dorp gemaakt tot een toevluchtsoord voor verkleumde, hongerige en dorstige overlevenden van de ramp uit de omstreek.
Om maar enkele dingen te noemen, er werd brood, koffie, soep en kleding gegeven en onderdak aangeboden.
Het was voor mij een behoefte en een voorrecht om na zoveel jaren eens te schrijven, een hartelijk memorial.
Met dank voor uw medewerking, F. J. v. d. Ouden, Battenoord
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2003
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 2003
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's