Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

-20-

Hij is ondertussen zo dicht bij haar op het kleine bankje gaan zitten, dat Marieke zich nog onbehaaglijker begint te voelen.

"Ik wil er eigenhjk niet over praten", fluistert ze met ingehouden woede. Ze vecht tegen de tranen, die ze voelt branden achter haar oogleden.

Plotseling slaat Johan ruw zijn arm om haar heen en schraapt zijn keel. "Kom meisje, je kunt mij alles vertellen, het is goed om over die ramp te praten. Je moet niet alles opkroppen."

Marieke schudt de arm van haar af en springt van de bank af.

"Snap je niet hoe moeilijk het is om erover te praten!" schreeuwt ze hem woedend toe. "De heb mijn ouders verloren en mijn zusjes en broertjes, begrijp je niet dat ik gek word van verdriet?"

Ze kan haar tranen niet meer tegenhouden en compleet over haar toeren, holt ze de kamer uit.

Verbijsterd, maar vooral verbaasd blijft Johan achter in de salon. Marieke gooit de keukendeur open en valt hevig snik

Marieke gooit de keukendeur open en valt hevig snikkend in Rietjes armen. Het dienstmeisje probeert haar met zachte woorden te troosten en steh gelukkig geen vragen.

"Hij snapt het niet, hij snapt het niet", snikt Marieke. "Waarom laat hij mij niet met rust?"

"Stil maar", zegt Rietje rustig, "kom ga hier even zitten, dan maak ik een beker warme melk voor je."

Gelaten laat Marieke zich op de keukenstoel zakken, terwijl ze haar tranen wegveegt. "Het was zo erg in die rampnacht", mompelt ze een ogenblik later. "Die wind en die golven, je zag het water stijgen..." "Je hoeft er niet over te praten hoor", zegt Rietje

"Je hoeft er niet over te praten hoor", zegt Rietje begrijpend.

"Drink maar eens lekker je melk op, daar zul je van opknappen."

Met bevende handen brengt Marieke de beker naar haar mond. Ze neemt kleine slokjes en voelt zich langzaam rustiger worden. Wanneer de deurbel klinkt en Rietje ziet dat het meisje wat kalmer is, laat ze haar achter in de keuken.

Cor en haar broers zijn zojuist teruggekomen en Marieke veegt beschaamd de laatste sporen van haar tranen weg. Ze wil niet laten zien dat ze heeft gehuild. Ze moet flink zijn, net als zij.

"Ik moet tegen je zeggen dat jouw broers boven op de zolderkamer op je wachten", zegt Rietje samenzweerderig als ze terugkeert in de keuken.

Marieke staat op en legt haar hand op Rietjes schouder. "Bedankt voor de warme melk Rietje, je bent echt een schat."

Snel verdwijnt ze naar boven, maar aan de teleurgestelde gezichten van de jongens ziet ze al dat er geen enkel nieuws is.

"We moeten gewoon iedere dag gaan kijken en we hebben ook de namen van onze familieleden doorgegeven aan verschillende instanties", zegt Cor. "Als er op andere plaatsen familie van ons wordt gevonden, dan zal dat niet bij de dokter worden gemeld."

"We kunnen dus alleen maar wachten", zucht Marieke bedroefd en de andere knikken. Cor staat plotseling op en begint te ijsberen door het kamertje. Zuchtend zegt hij: "Ik moet iets doen, ik kan hier niet werkeloos gaan zitten wachten. De voel me zo nutteloos hier. Het Uefst zou ik teruggaan, maar je komt het rampgebied natuurlijk niet in!"

Janus en Dirk kijken elkaar begrijpend aan, want zij willen ook dolgraag weg.

"Er moet toch een manier zijn om terug te gaan naar Flakkee?" zegt Dirk peinzend.

"Jullie zijn gek", komt Marieke tussenbeide, "wat kunnen julhe daar nou doen?"

"Puin ruimen, kadavers uit het water halen, dijken dichten... Er moet daar genoeg te doen zijn!" Cor spreekt deze woorden met vuur uit. Hij staat strijdlustig tegenover Marieke en kijkt haar indringend aan. "Snap je niet, Marieke, dat ik hier gek zal worden. Ik moet iets doen!"

Marieke slaat haar ogen neer. Diep in haar hart, voelt ze dat dit de enige manier is voor Cor om te overleven. Zij vindt het ook erg om doelloos en afwachten rond te hangen in dit vreemde gezin, maar nu al teruggaan naar het verdronken Flakkee, daar moet ze helemaal niet aan denken!"

"Misschien kunnen we aan boord gaan bij een van de vissersboten die de evacuƩs hier naartoe brengen", zegt Janus nu vol enthousiasme. "Ik weet zeker dat ze sterke kerels zoals wij in het rampgebied goed kunnen gebruiken en ze zullen zich wel twee keer bedenken, om ons terug te sturen naar Rotterdam."

Cor en Dirk knikken geestdriftig, maar Marieke kijkt droevig. "Hoe moet het dan met ons hier?" zucht ze.

Janus slaat een arm om haar heen. "Zus, jij blijft zolang bij Henkle, Elske en Annechien. Ik ben er zeker van dat jij het hier wel een tijdje zal redden. Als we op het eiland geen nuttig werk meer kunnen doen, komen we meteen terug."

Marieke knikt berustend en weet dat ze dit plan van Cor en haar broers zal moeten accepteren.

Misschien hebben ze wel gelijk en is het nog niet zo'n gek idee, om hun armen, waar het nodig is, uit de mouwen te steken.

"Ik hoor Henkle schreeuwen", zegt ze ineens verschrikt en rent de trap af.

Johan heeft haar broertje op zijn schouders getild en rent ermee door de kamer. Henkle kraait van plezier en onbewust verschijnt op Marieke's gezicht een glimlach. "Zo vind ik je nog knapper!" roept Johan en zwiert

"Zo vind ik je nog knapper!" roept Johan en zwiert Herikie met een sierlijke zwaai op de grond.

Marieke kijkt hem ineens woest aan, maar haar wangen kleuren door zijn vleiende opmerking.

"Je hebt een leuk broertje", zegt Johan, "had je er nog zo een?"

"Hoe... hoe weet je dat?" stamelt ze schor en ze voelt het bloed uit haar gezicht wegtrekken.

Johan ploft op de bank voor de haard. "Elske had het zojuist over jullie broertje Wim. Hij zal waarschijnlijk wel zijn verdronken, maar je hebt gelukkig nog altijd een klein broertje over."

Marieke voelt een afschuwelijke brok in haar keel en kan niets uitbrengen. Roerloos staart ze Johan met een enorme haat in haar ogen aan.

Dit ontgaat hem niet en hij zegt verzachtend: "Misschien is je broertje wel niet dood, ze vinden nog steeds mensen levend!"

Elske en Annechien, die in een hoekje van de kamer met een pop aan het spelen zijn, slaan het tafereeltje ademloos gade.

Plotseling stormt Marieke op Johan af en met haar vuisten begint ze tegen zijn borst aan te timmeren. "Jij rotjoch, jij ellendeling... snap je dan helemaal niks?"

Dan trekken twee sterke armen haar naar achteren en proberen het meisje in bedwang te houden. Marieke wil zich woedend losrukken, maar als ze ziet dat Cor haar vast heeft, wordt ze iets rustiger.

"Hij... hij...", stottert ze snikkend, maar er komen geen woorden meer uit haar mond en overstuur stort ze zich in Cors armen. Troostend strijkt de jongen over haar haren, terwijl Marieke hartverscheurend huilt.

Johan staat er geschrokken bij, niet in staat om zich een houding te geven. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's