Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingrid Onckels Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingrid Onckels Verwoestend Water

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

-25-

De onzekerheid van de afgelopen weken is nu voorbij, maar het grote verdriet dat ervoor in de plaats komt, is nog moeilijker te dragen.

Annechien rent naar Rietje om haar ook het droevige nieuws te vertellen en het dienstmeisje veegt ontroerd haar tranen weg. “Haal Marieke maar Annechien”, zegt Rietje aangedaan, “ik zal iets te drinken klaarmaken voor die stakkers.”

Verslagen zitten ze even later rondom de keukentafel, terwijl Rietje warme bekers chocolademelk inschenkt. “Mijn ouders en broertjes zijn vast ook verdronken”, mompelt Annechien op een vlakke toon. “Waarom laat Cor toch niets van zich horen?”

“Misschien is het moeilijk brieven te versturen vanuit het rampgebied”, zegt Marieke zacht, “en je ouders hoeven heus niet verdronken te zijn.” Ze hoopt dat Annechien de twijfels in haar stem niet heeft gehoord. “Zijn we nu wezen?” vraagt Elske plotseling.

“Zou zou je het kunnen noemen”, antwoordt Marieke gelaten, “maar je moetje daarover geen zorgen maken, want jouw broers en ik zullen voor jullie zorgen.”

“Blijven we dan samen in een huis wonen?” vraagt Elske snikkend. “Misschien moeten we wel naar een weeshuis.”

“Dat nooit!” antwoordt Marieke beslist, wij blijven bij elkaar en ik weet zeker, dat ze een nieuw huis op het eiland voor ons zullen vinden. Tot die tijd moeten we echter hier uit zien te houden.” “Ik vind het hier naar!” zegt Elske boos, terwijl ze de tranen wegveegt. “Ik wil nu terug naar Flakkee en weer naar school!”

“Ik ook!” roept Annechien vurig, maar Marieke verzekert hen dat ze voorlopig nog niet terug kunnen keren. “Waarom gaan jullie niet een tijdje naar een school in Rotterdam?” oppert Rietje. “Het is beter dan thuiszitten en jullie raken dan ook niet zoveel achter.” Marieke’s gezicht klaart ietwat op en Rietje vertelt dat er vlakbij een lagere school is, waar ze vast en zeker naar toe zouden kunnen.

Die middag lopen ze langs de St. Jozefschool, die vlakbij is. Marieke heeft een keurige geleende rok en blouse van Eliza aangetrokken en Rietje heeft wat oude kleren voor de beide meisjes bij haar familie opgetrommeld.

Het hoofd van de school blijkt een sympathieke man te zijn en schuchter schudde Annechien en Elske hem de hand.

“Weet u, ze zaten op Flakkee in de vierde klas en het zou voor hen een goede afleiding zijn, als ze weer naar school zouden kunnen gaan,” zegt Marieke een beetje verlegen. Het hoofd van de school vindt dit ook en verstandig

Het hoofd van de school vindt dit ook en verstandig idee en er wordt besloten dat ze de volgende dag al kunnen komen.

Diezelfde avond, net voor de avondmaaltijd, vertelt Marieke over de brief van haar broer en de dokter schrikt zichtbaar. Ontroerd, duidelijk aangeslagen door het nieuws, bet hij met een zakdoek zijn ogen.

“Zo’n bericht is een zware slag meisje”, zegt hij zacht, “ik hoop dat God je troost zal geven. Als ik nog iets voor jullie kan doen, dan moet je het mij laten weten, kind.”

Marieke kijkt hem dankbaar aan. “U hebt al heel veel voor ons gedaan”, antwoordt ze zacht.

Mevrouw Ladage en Eliza uiten geen woord van medeleven en verdwijnen naar de eetkamer, maar Johan legt even zijn hand op haar schouder. “Het spijt me van je familie”, zegt hij oprecht, “het

“Het spijt me van je familie”, zegt hij oprecht, “het moet een vreselijke klap zijn.” Dan draait hij zich snel om en laat haar verward achter. Het is de eerste keer, dat Johan zijn medeleven toont op een onverklaarbare manier, doet het haar goed. Dan herinnert ze zich het andere nieuws en vertelt dat Elske en Annechien de lagere school gaan bezoeken.

“Dat is een geweldig idee”, zegt de dokter verheugd, “maar hoe zit het met jou, Marieke, zou jij ook niet graag naar school gaan?” “Nou, weet u”, antwoordt ze een beetje beschaamd, “ik

“Nou, weet u”, antwoordt ze een beetje beschaamd, “ik ben al een tijdje van school af.” Ze vertelt hem over haar moeder, die erg ziek is geweest en over haar werkzaamheden op de boerderij.

“Ik vond het best fijn op school”, zegt ze zacht, “ik heb altijd goed kunnen leren, maar nu ben ik natuurlijk heel erg achter.”

De dokter knikt begrijpend. “Denk er maar eens over na Marieke. Als je wilt, kan ik er wel voor zorgen, dat je in de eerste klas van de Mulo terecht komt.”

“Wat heeft dat nu voor zin?” oppert mevrouw Ladage ineens kattig. Ze is zojuist binnengekomen om hen te halen voor de maaltijd. “Als dit meisje straks terugkeert naar het eiland, gaat ze waarschijnlijk toch weer werken in de huishouding, dan is alles voor niets geweest.”

De dokter werpt zijn vrouw een vernietigende blik toe en antwoordt: “Educatie is nooit verloren en het zou een prima manier zijn om haar wat afleiding te bezorgen.”

Mevrouw Ladage bijt haar dunne lippen op elkaar en zwijgt. Met z’n allen nemen ze plaats aan tafel, maar de spanning in de eetkamer is te snijden en Marieke zucht opgelucht als Rietje binnenkomt.

“Blieft er iemand nog brood bij de soep?” vraagt het dienstmeisje beleefd.

Johan is blijkbaar de enige die trek heeft en nadat Rietje hem heeft bediend, loopt ze geruisloos de kamer uit. Er volgt weer een ongemakkelijke stilte, maar de dok-ter doorbreekt uiteindelijk het stilzwijgen. “Vertel eens meisjes, hebben jullie zin om morgen naar jullie nieuwe school te gaan?

“Ja meneer”, antwoordt Annechien zacht. “We hebben vanmiddag al kennisgemaakt met de bovenmeester van de St. Jozefschool, meester Koert.”

“Geeft die kwal daar nog steeds les?” roept Johan lachend.

Dokter Ladage kijkt boos naar zijn zoon. “Johan, zo spreek je niet over de heer Koert, hij is erg aardig en een goede onderwijzer.” De dokter richt zich weer tot de meisjes en zegt vrien

De dokter richt zich weer tot de meisjes en zegt vriendelijk: “Johan en Eliza hebben bij hem ooit in de klas gezeten, maar ik denk dat jullie een andere meester of juf krijgen.”

“Ze komen vast bij juffrouw Van de Broek in de klas”, mengt Eliza zich in het gesprek, “die heeft al jaren de vierde.”

Nu ze over de St. Jozefschool praten en herinneringen ophalen, verloopt de maaltijd een stuk gezelliger, al zijn Elske en Marieke opvallend stil.

Marieke’s gedachten zijn bij Janus, Dirk en Cor. Zou Cor ook al slecht nieuws hebben ontvangen over zijn familie? Iedere avond in bed probeert ze zijn gezicht voor zich te zien. In haar droom verschijnt hij steeds op het moment dat de woeste golven haar naar beneden zuigen. Net voordat ze wordt opgeslokt door het zwarte water, voelt ze zijn sterke armen om haar heen en badend in het zweet en snakkend naar lucht, wordt ze dan paniekerig wakker.

Ze mist Cor echt vreselijk, bijna nog meer dan haar eigen broers. Liet hij maar iets van zich horen, dat zou voor Annechien ook beter zijn.

“Marieke, wil je een dessert?”

Marieke schrikt op uit haar gepeins en staart naar het schaaltje pudding. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Ingrid Onckels Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's