Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beregende oppervlakte blijft stabiel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beregende oppervlakte blijft stabiel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als in een jaar de gemiddelde hoeveelheid neerslag valt, wordt van de Nederlandse landbouwgrond - exclusief kassen -9% (ruim 160.000 ha) kunstmatig beregend. In een erg nat jaar is het iets minder en in een droog jaar kan het oplopen tot 17% (ruim 300.000 ha). Het geschatte waterverbruik voor beregening varieert van ruim 50 miljoen kubieke meter in een nat jaar tot meer dan 200 miljoen in een droog jaar. Tweederde van de beregende oppervlakte bestaat uit grasland. Daarnaast worden vooral snijmaïs, aardappelen, vollegrondsgroenten, uien en bloembollen beregend. De omvang van de beregening zal de komende jaren ongeveer geUjk blijven, afgezien van tijdelijke weerseffecten. Dit concludeert het LEI in een rapport over de beregening in land- en tuinbouw.

Het rapport is geschreven ten behoeve van de Droogtestudie Nederland, in opdracht van het RIZA (Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling). In die studie worden alle mogelijke aspecten van het Nederlandse waterbeleid en -beheer in periodes met waterschaarste onder de loep genomen.

Wat betreft de land- en tuinbouw in de open grond signaleert het LEI een aantal factoren waardoor de beregening in de toekomst zou kunnen toenemen: de verwachte klimaatverandering met drogere zomers en nattere winters, de toename van de bedrijfsgrootte, een verschuiving in gewassenkeuze naar vollegrondsgroenten en een groeiend aantal bedrijven dat investeert in beregeningsapparatuur. Daar staat tegenover dat wet- en regelgeving en de afnemende kwaliteit van het oppervlaktewater de beregening juist minder aantrekkelijk maken. Per saldo verwachten de onderzoekers dat het beregende areaal de komende jaren ongeveer gelijk blijft.'

Beregening kan plaats vinden met grondwater of oppervlaktewater. De meeste provincies schrijven voor dat boeren voor de beregening in principe oppervlaktewater moeten gebruiken mits daarvan voldoende beschikbaar is. In de praktijk gebeurt beregening echter voor 75 ä 85 % op basis van grondwater. Droogteproblemen

komen juist het eerst voor in gebieden met weinig oppervlaktewater, zoals de zandgronden. Ook m de toekomst zal grondwater daarom belangrijk blijven voor beregening in de landbouw.

Regionaal loopt de omvang van de beregening uiteen door verschillen in grondsoort en gewas. Zowel de beregende oppervlakte als het waterverbruik per hectare worden daardoor beïnvloed. Op zand moet vaker worden beregend dan op klei of veen. Zelfs in natte jaren wordt op de zandgronden toch nog beregend, in veel andere gebieden niet of nauwelijks. Een gewas als aardappelen vraagt veel meer beregening dan andere akkerbouwgewassen. Het Zuidelijk veehouderij gebied gebruikt relatief veel water voor beregening. Op 11% van het landbouwareaal wordt hier in een normaal jaar 56% van alle beregeningswater in Nederland verbruikt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 maart 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Beregende oppervlakte blijft stabiel

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 maart 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's